Mozes in Saksenland, op de Veluwe en in het Rivierengebied 

Wilma Hartogsveld uit Vierplek (streekgemeente Lent, Oosterhout, Ressen en Nijmegen Noord) en pionier in de Betuwe gaf tijdens de studiedag 'Mozes in Saksenland' een reactie op de lezing van dr. Maarten den Dulk. Hieronder haar uitgeschreven tekst. 

 

Opgroeiend in een vrij steil Nederlands Hervormd gezin heb ik de tale Kanaäns met de paplepel ingegoten gekregen. Al vanaf mijn pre-puberteit heb ik mijn ouders en leraren vermoeid en belast met kritische vragen over wat ik voor mijn gevoel ten onrechte ‘voor waar moest houden’.  Theologie studeren was totaal niet in beeld toen ik een vervolgopleiding moest kiezen na het VWO, maar uit een beroepstest rolde tot mijn afgrijzen in de top 3 ‘dominee’. Hoe kwamen ze erbij!

Een aantal jaren, levenswijsheid en mooie ontmoetingen verder begon ik aan een cursus Hebreeuws en al na twee weken besloot ik dat dat te weinig was: ik wilde ‘alles’ weten en begon aan de Theologische Universiteit in Kampen.

Na een half jaar zei ik tegen mijn toenmalige Hebreeuwse docente op haar vraag hoe ik de studie ervaarde: ‘Eerst vond ik het heerlijk, al die ballast die ik door de studie overboord kon gooien… maar nu beginnen ze aan mijn vlot te zagen!’ Zij antwoordde: ‘Hou je maar vast aan Mozes en de profeten’ en ik kan u vertellen dat ik dat toen een cryptisch en teleurstellend antwoord vond…..

Had ik toen maar het verhaal van Maarten kunnen horen…..  prachtig hoe hij net Genesis heeft uitgelegd en heeft verwoord dat de definitie van wet en profeten is: ‘het is niet goed dat de mens alleen is’. ….

 

‘Kampen’ werd voor mij de plek waar ballast overboord ging en bagage werd ingeladen. Nieuwe werelden gingen open onder andere tijdens colleges van Cees den Heijer en Simon Schoon. Dat Jezus een Jood was had ik serieus nog nooit met zoveel woorden gehoord, laat staan over nagedacht. Het Jodendom was tot die tijd voor mij ‘een andere religie’ net als de Islam of het Hindoeisme. Maar in Kampen gingen mijn ogen open, sterker nog: in die tijd heb ik me wel eens afgevraagd waarom ik niet ‘gewoon Joods’ zou worden. Joden begrepen ‘onze heilige boeken’ immers beter dan wij, en Jezus was Jood in hart en nieren. Als je iets van hem wilde begrijpen was het beste wat je kon doen: studie maken van Hebreeuws, het oude Israel, de Talmud etc. Het leerhuis…. dat was in mijn ogen een heiliger plek dan de kerk en Israelzondag was eigenlijk belangrijker dan Kerst of misschien zelfs wel Pasen…..

Natuurlijk nam ik OT als hoofdvak, Judaica en Ethiek als bijvakken….. Met Simon Schoon maakte ik een reis naar Israel en laafde ik me aan de heilige plekken en de real life kennismaking met ‘echte joden’.

 

Mijn eerste gemeente was in Saksenland: Haaksbergen en Buurse….

Gelukkig hadden ze er al een traditie waarin mijn kennis en enthousiasme voor ‘Mozes’ en ‘de profeten’ in vruchtbare aarde viel. Het ‘tegoed’ van het Oude Testament hebben mijn Saksische gemeenteleden vaak mogen smaken…

En toch veranderde er iets in mijn denken in die jaren, ook door gesprekken met Joodse denkers op studiedagen en in de gemeente. Ik bleef me bewust van de afschuwelijke gevolgen van het anti-judaisme/anti-semitisme waar de kerk mede verantwoordelijk voor is. Maar besefte ook dat het ‘verjoodsen’ van Jezus en/of de christelijke geloofsleer daar geen oplossing voor is en dat onze Joodse broeders en zusters daar ook niet per se op zitten te wachten. De moeizame gesprekken met de evangelicale groep in Haaksbergen in die tijd werkten ook mee aan mijn herbezinning in Saksenland…. Zij organiseerden een sportweek voor jongeren die en passant werden bekeerd tot een radicaal soort christendom met als doel hen in te zetten voor een reis naar Israel met als doel het bekeren van de Joden. Het einde der tijden hing daarvan af, Jezus’ wederkomst kon alleen gebeuren als zijn volksgenoten zich massaal naar hem toe zouden wenden. Tot op de dag van vandaag krijg ik ‘jeuk’ van christenen die met dit doel in hun achterhoofd Joden ‘knuffelen’ of de Joodse Staat verheerlijken.

 

In de gewone praktijk van de kerkelijke gemeente ontkwam ik er niet aan om me te gaan verdiepen in de eigenheid van die verhalen van en over Jezus en het tegoed van het Nieuwe Testament. Het antwoord van mijn leermeesters in Kampen voldeed niet: Jezus is de man die namens God ervoor zorgde dat vanaf toen ook niet-joden deel konden krijgen aan het heil van de God van Israel’ of aan ‘het volk van God’. (zonder dat te kunnen of willen vervangen gelukkig). Ik verhuisde naar het randje van de Veluwe en liet Saksen en de Mozes als ‘de belangrijkste persoon van de hele Schrift’ daar achter…. Mozes in Saksenland was prima, maar in Schaarsbergen werd hij een van de geloofsgetuigen van Israels God, die ook de God is van Christenen en ja, ook van moslims. Ik vond de materie inmiddels dermate ingewikkeld dat ik ervoor zorgde dat ik op Israelzondag een vrije zondag had, het is nog nooit iemand opgevallen in Schaarsbergen denk ik….. Het thema verdween naar de achtergrond. Zoals Maarten het verwoordde: er zijn tijden dat ik in verlegenheid zwijg over Israel….

Toen werd ik – inmiddels voorzitter van op Goed Gerucht – gevraagd om met een delegatie vanuit de PKN naar Israel te gaan met – opnieuw – Simon Schoon, alleen nu geflankeerd door Meta Floor van Sabeel die de feitelijke reisleider was. De delegatie bestond uit kopstukken uit de Gereformeerde Bond, het Charismatisch Werkverband en het Confessioneel Gereformeerd Beraad als ik het goed heb. Ik vertegenwoordigde in mijn eentje de ‘linkse vleugel’ van de kerk.

Deze reis was totaal anders dan de eerste reis.

 

Meta liet ons kennismaken met het leven van Palestijnen in de verdrukking door de Israëlische politiek, door een muur dwars door het land, nederzettingen op gebied dat hen ook volgens internationaal recht toebehoorde en vernedering en uitsluiting. Goddank lag het accent van de reis op ontmoetingen met Joodse, Christelijke en Islamitische mensen die overtuigd waren van de gelijkwaardigheid en gelijke rechten van zowel joden als Palestijnen en die zich hartstochtelijk inzetten voor afbreken van fysieke en symbolische muren en vreedzame oplossingen.

De discussie over de plaats van ‘Israel’ (wat je daaronder dan ook mag verstaan) in kerk en theologie die we tussen de programma onderdelen voerden waren echter slepend en slopend. Ik verzuchtte inwendig dat als de onverzettelijkheid en onmogelijkheid om nader tot elkaar te komen binnen de Protestantse kerk al zo groot waren ik wel begreep dat het tussen Joden en Palestijnen moeilijk of zelfs onmogelijk was elkaar als gelijken of zelfs vrienden te ontmoeten…

Na terugkomst heb ik mijn ervaringen in diverse preken, gespreksgroepen en ook een gemeenteavond gedeeld en kwam tot de conclusie dat het letterlijk ‘preken voor eigen parochie’ was. Men was het roerend met me eens, gemotiveerd om de initiatieven van geweldloos verzet en trialoog te ondersteunen en verder voelden we ons vooral machteloos en in toenemende mate opnieuw sprakeloos….

 

Mijn derde gemeente kwam in zicht. Nu in het rivierengebied, waar in mijn theologie en predikantschap als pionier alles weer behoorlijk begint te stromen. Inmiddels toegetreden tot de denktank/schrijversclub ‘Relivant’ schreef ik mee aan ‘Liberaal Christendom’ en inderdaad, daar staat geen apart hoofdstuk in over ‘Israel’. Jan Offringa schreef daarover later op de site een stuk waarin ik veel herkende, maar waar ik hier en daar ook een beetje ongemakkelijk van werd. Maar verhelderend was het wel en de discussies die daarop volgden waren ook weer leerzaam. Misschien is Mozes inmiddels volwassen geworden en heeft hij ook in het rivierengebied geen mandje meer nodig om zijn hoofd symbolisch boven water te houden.

 

Verheugd heb ik de lezing van Maarten tot me genomen.

Voortaan zeg ik als men me vraagt naar mijn positie in de discussie rond ‘kerk en Israel’: Ik probeer het niet over Israel te hebben, maar dankbaar door te geven wat ik van Israel heb ontvangen.

En als ik er dan in slaag om op zo’n prachtige manier de verhalen van Israel te duiden zoals hij dat doet en als ik dan ooit weer een beroep zou aannemen in Saksenland… dan weet ik zeker dat Mozes en ik samen goede tijden zullen hebben in Saksenland en dat ik me op advies van mijn leermeester Barthe Wabeke van harte zal vasthouden aan Mozes, de profeten en Jezus van Nazaret, die door ons de Christus wordt genoemd.

Foto van het onderlinge gesprek, Wilma zet net het kopje koffie aan haar lippen