Als de classis mislukt...

Als de classicale vergadering mislukt, mislukt de Verenigde Protestantse Kerk in Nederland’. Met dat citaat van Leen van Drimmelen en Barend Wallet uit 1996 opent het nieuwe nummer van Confessioneel Credo. Het focusnummer van 9 maart is in zijn geheel gewijd aan de classicale vergadering. Een slecht functionerende classis, zo werd gesteld, draagt het risico in zich dat het congregationalisme op lokaal niveau sterker zou worden en dat de functionarissen bovenplaatselijk een te grote invloed zouden krijgen. Hoe is één en ander nu gelopen, nu de PKN inmiddels bijna twintig jaar bestaat?

Dr. Jan Dirk Wassenaar geeft in het nummer een terugblik op de geschiedenis van de classes. Prof. dr. Leon van den Broeke schetst de positie van de classis in de nota Kerk2025. In het derde artikel gaat ds. Wilbert Dekker, preses van de classis Overijssel-Flevoland, in op de rol van het breed moderamen. Zijns inziens bestaat het gevaar dat het ‘bestuur’ opgezogen wordt door alles wat geregeld meot worden en dat het niet aan werkelijk, geestelijke leiding toekomt. In het vierde artikel beantwoordt ds. Klaas van der Kamp de vraag hoe het met de ringen gaat. In het vijfde artikel bespreekt dr. Wilbert van Iperen, classispredikant van de Veluwe, de functie van de classispredikant. In het laatste artikel gaat dr. mr. Klaas-Willem de Jong in op de toekomst van de classis.

Iets meer over een enkel artikel. Om te beginnen bij het perspectief van Klaas-Willem de Jong. Hij analyseert drie scenario’s: die van Kerk2025 (de huidige situatie); die van schaalverkleining en die van schaalvergroting. En hij koppelt dat aan twee kerntaken van de classis zoals hij die ziet: het stimuleren van onderlinge ontmoeting en het toezien op de gemeenten. Als je overgaat tot schaalverkleining krijg je meer onderlinge ontmoeting. Je legt dan wel weer een grotere bestuurlijke claim op de plaatselijke kerkenraad; deels zou je dat kunnen ondervangen door het breed moderamen en de classispredikant uit de huidige structuur te handhaven, meent De Jong.

Ook de optie van schaalvergroting noemt De Jong, al geeft hij zelf al aan dat de betrokkenheid van mensen dan nog minder wordt. Wel vindt hij dat je serieus moet kijken of je mogelijkheden ziet tot nog verder professionaliseren. Dat kan door nog meer de mensen vanuit Utrecht te detacheren in de regio. Wel is dan de vraag relevant: Wie bestuurt de kerk; de professionals of de ambtsdragers? Zelf kiest De Jong voor de huidige situatie of voor schaalverkleining.

Dr. Jan Dirk Wassenaar schetst de historie van de classis. De territoriale indeling dateert al van de zestiende eeuw. Het gaat daarbij niet om ontmoetingen van predikanten, maar om ontmoetingen waar de gemeenten elkaar treffen. Doel was ook de kerkelijke eenheid zichtbaar te maken: gemeenten moeten niet op zichzelf staan, maar in onderlinge verbondenheid zichtbaar zijn. Wassenaar laat zien hoe de classis door de eeuwen heen is gebleven; tot in de nieuwe kerkorde van 2004, waarbij enerzijds de hervormde classis een plek kreeg met het ontmoetende karakter en anderzijds de gerefomeerde die meer bestuurlijk is opgezet.

Leiding

Ds. Wilbert Dekker, preses van de classis Overijssel-Flevoland, gaat in op het geestelijk leidinggeven in de classis. Hij maakt onderscheid tussen leidinggeven en managen. ‘De leider stelt het doel voor ogen, en engageert de medewerkers om zich daaraan te committeren’. Hij ziet om zich heen nog vaak een instelling het werk goed te willen doen, om daarmee uit de tentakels van Bezwaren en Geschillen te blijven. Hij pleit er daarentegen voor de goede dingen te willen doen. Daarvoor moet je visionair kijken. Leidinggeven wil zeggen: anderen verbinden aan de visie, aan het grote visioen.

Ds. Klaas van der Kamp, classispredikant van de classis Overijssel-Flevoland, legt uit in het blad welke plek de ringen kunnen hebben. Hij vertelt dat men in Overijssel-Flevoland meer structuur is gaan aanreiken voor de ringen: een vaste voorzitter, een vaste secretaris, een vaste afgevaardigde per kerkenraad. Tachtig procent van de kerkenraden in Overijssel-Flevoland vindt het prettig als er zo’n startpakket wordt aangereikt.

Wie het tijdschrift in zijn geheel wil lezen, kan hier klikken.

 Foto: vrije associatie (eigen archief)