De maaltijd van de Heer in Ravenna

 

In de vorige nummers van ons kerkblad schreef ik over de maaltijd van de Heer. Op het moment dat ik dit stukje schrijf ben ik bezig met mijn nascholingsproject daarover. Lezend in de drie dikke boeken dringt tot me door hoeveel we in de loop van de eeuwen zijn kwijtgeraakt.

De zwaarte, die sommigen nu ervaren in de viering van het avondmaal was er vroeger niet. Dat werd me duidelijk toen ik las over afbeeldingen van het laatste avondmaal van Jezus met zijn leerlingen. Zulke afbeeldingen kunnen we vinden vanaf het eind van de vijfde eeuw. Een van de oudste is een mozaïek in de basiliek van Sant’Apollinare Nuovo in Ravenna (Noordoosten van Italië).

De mozaïek werd omstreeks het jaar 500 aangebracht in een van de zijmuren van de kerk, precies ter hoogte van wat wij nu noemen: het liturgisch centrum. Wat zien we?


Een groepje mannen dicht tegen elkaar aan om een halfronde tafel. Op de tafel ligt een kleed, versierd met franje. Helemaal links, met de nimbus om zijn hoofd, is Jezus. Hij maakt een zegenend gebaar. Het is geen toeval dat hij die plek heeft: het is de ereplaats.

Wanneer we gaan tellen ontdekken we dat alle twaalf leerlingen aanwezig zijn. Men denkt dat degene helemaal rechts Judas moet voorstellen. Hij is er dus gewoon bij. De mannen zitten niet aan tafel. Nee, ze liggen aan, zoals dat zo mooi heet.

 

Op de tafel zien we op een bord twee vissen liggen. Daaromheen zeven piramide-achtige broodjes. In die zeven broden en twee vissen worden twee bijbelverhalen samengenomen. De zeven broden komen uit het verhaal over de spijziging van de vierduizend (Mt. 15:32-38; Mk. 8:1-9). De twee vissen komen uit het verhaal over de spijziging van de vijfduizend (Mt. 14:15-21; Mk. 6:35-44; Lk. 9:12-17).

Op de andere muur in de kerk, precies tegenover deze afbeelding van het laatste avondmaal, zijn twee andere mozaïeken aangebracht. Op de ene zien we de bruiloft te Kana: water wordt wijn. Op de andere het verhaal over de wonderbare spijziging: de vermeerdering en de uitdeling van brood en vis.

 

Hoe de gemeente van Sant’Apollinare Nuovo de maaltijd van de Heer vierde weten we niet. Bleven ze op hun plaats zitten? Zaten ze aan een tafel? Of lagen ze aan? Of liepen de gemeenteleden naar voren? Of vormden ze een kring?

De mozaïeken in de kerk laten wel zien hoe de gemeenteleden omstreeks het jaar 500 de viering van de maaltijd van de Heer beleefden. Het was voor hen net zoiets als de verhalen over de wonderbare spijziging en de bruiloft te Kana. Niks geen zwaarte dus. Want als je de maaltijd van de Heer zo beleeft, kun je alleen maar vrolijk en dankbaar zijn. Vrolijk en dankbaar omdat het koninkrijk van God nabij is.

 

Was de gemeente van Sant’Apollinare Nuovo de enige die de maaltijd van de Heer zo beleefde? Het antwoord is zeker: nee!

Dat weten we dankzij een andere mozaïek. Deze bevindt zich in de vloer van een kerk in Tabgha, een plaatsje aan het meer van Tiberias. Deze mozaïek is ook heel oud, waarschijnlijk nog enkele tientallen jaren ouder dan de mozaïeken in Ravenna.

 

In de vloer bij het altaar is een mand met vier ronde broodjes te zien: twee hele en twee halve. De broodjes zijn met een kruis versierd: het is dus avondmaalsbrood. Links en rechts naast de mand zien we twee vissen. Ook hier diezelfde associatie van de maaltijd van de Heer met de verhalen over de wonderbare spijziging.


Dergelijke associaties zijn wij in de protestantse geloofstraditie kwijtgeraakt. Dat vind ik jammer. Daarom schrijf ik er nu over in het kerkblad. Door te beseffen waar de gemeente van Ravenna aan dacht bij de viering van de maaltijd van de Heer kunnen wij onze eigen beleving van het avondmaal verruimen. En ook wat lichter maken.