Troost in de maaltijd van de Heer

We gaan verder met onze reis langs afbeeldingen van de maaltijd van de Heer met een
schilderij van de Duitse schilder Emil Nolde (1867-1959). Hij werd geboren als Emil Hansen in
het dorpje Nolde, maar noemde zich vanaf 1902 naar zijn geboorteplaats. Hij geldt als een
van de pioniers van het expressionisme. Over zijn politieke opvattingen zou meer te zeggen
zijn. Maar daar ga ik voor dit stuk maar even aan voorbij: het moet niet te lang worden.
In 1909 schilderde hij dit laatste avondmaal. Wat zien we? Een kleurig schilderij. Ook een
schilderij waarin met licht en donker wordt gespeeld.

Het licht valt op de man in het midden. Dat zal Jezus zijn – gekleed in wit en rood. Hij heeft
rood haar. Zijn handen zijn groot. Waar op heel veel andere afbeeldingen Jezus brood in zijn
handen heeft, omklemmen zijn handen hier een kelk. Zijn ogen zijn gesloten, naar boven
gericht. Bidt hij? Hij heeft een gekwelde, lijdende uitstraling. Ik moet denken aan een woord
uit de evangeliën: ‘Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan mij voorbijgaan’
(Matteüs 26:39; vgl. Markus 14:36, Lukas 22:42); en aan een spreuk uit het Johannes-
evangelie (12:27): ‘Nu ben ik doodsbang. Wat moet ik zeggen? Vader, laat dit ogenblik aan
mij voorbijgaan?’


Jezus zit aan een tafel, er ligt een groen kleedje op. Hij is omringd door zijn leerlingen –
allemaal met karakteristieke hoofden. Als je goed kijkt, kun je twaalf leerlingen
onderscheiden: zes aan de rechterzijde en zes aan de linkerzijde. Ze zitten of staan dicht om
Jezus heen. Schouder aan schouder. Ze vormen een kring. In de kring is een opening: door
die opening hebben we zicht op Jezus.

Links boven in de hoek zien we één gestalte die zich lijkt af te wenden. We zien – (je moet
wel heel goed kijken! Tip: als je op internet googelt op de zoekwoorden: emil nolde laatste
avondmaal, vind je een heleboel foto’s van dit schilderij; sommige kun je goed uitvergroten)
– alleen een oog, een opgetrokken wenkbrauw, een voorhoofd. Zou dat Judas zijn, die zich
afzondert uit de kring?

Vorige keren hebben we een paar keer een leerling gezien, die tegen Jezus aanhangt – vaak
slapend. Die leerling lijkt er hier ook te zijn: zijn hoofd steunt op Jezus’ rechter schouder; zijn
uitstraling is bedroefd. Zoekt hij troost bij Jezus? Of probeert hij steun aan Jezus te bieden?
Jezus te troosten?

De gezichten van de leerlingen bevinden zich op de bovenste helft van het schilderij. Ik kan
toch ook een tijd blijven kijken naar de onderste helft van het schilderij. We zien één leerling
op de rug. Hij is in het zwart gekleed. Is het de kleur van rouw? Zijn gezicht zien we
nauwelijks: alleen een neus en een stukje van zijn mond.

Wat zou er met hem zijn? De leerling rechts naast hem, in zijn donkerrode kleding, heeft een
arm om zijn schouder geslagen. De leerling aan zijn linkerkant (aan de andere kant van de
opening in de kring) heeft zijn arm naar hem toegeschoven. Nog weer een andere leerling
(met het ringbaardje) kijkt hem aan. Zo maken ze contact met hem.

Ik vind het een ontroerend beeld. Het bepaalt me bij de gedachte dat we in de viering van de
maaltijd van de Heer alles meenemen wat er in ons leven speelt. Je draagt het mee in je
hart, in je ziel. Het heeft invloed op jouw gedachten bij de viering van de maaltijd van de
Heer. Zo beïnvloedt het ook hoe jij de maaltijd van de Heer op dat moment ervaart.
Die gedachte roept bij mij ook de vraag op naar de vorm van de viering van de maaltijd van
de Heer. In mijn jeugd (in de gereformeerde Brugkerk in Veenendaal) bleef iedereen altijd in
de bank zitten. Schalen en bekers werden doorgegeven. In een van de vorige stukjes heb ik
al wel laten merken, dat ik graag opsta en in beweging kom. Dat opstaan herinnert me aan
de opstanding. Je aansluiten in een bonte stoet van mensen is een manier.

Maar de maaltijd vieren in een grote kring brengt de gemeenschap dichterbij. Beter gezegd:
die kring is uitdrukking van de gemeenschap. En ja, als we een keer een kring maken –
bijvoorbeeld op Witte Donderdag – dan kan ik me indenken dat iemand de arm om een
ander die verdrietig is heenslaat. Zo ontstaat er onderlinge verbinding. En dan komt er ook
troost in de viering van de maaltijd van de Heer.

ds. Dirk van Keulen