Judas en de maaltijd van de Heer (1)

 

We vervolgen onze reis langs oude afbeeldingen van de maaltijd van de Heer. Vorige maand keken we in een handschrift met de naam: Codex purpurensis Rossanensis (uit ca. het jaar 550-575). We zagen we hoe de leerlingen het brood uit Jezus’ hand ontvingen. En we zagen dat het er wel op leek, dat ze er dansend naartoe gingen.

Vorige maand zinspeelde ik ook al op de bladzijde die in dat handschrift voorafgaat. Het is de moeite waard om daar ook een keer aandachtig naar te kijken.

Er is op deze bladzijde van alles te zien. Bovenaan zien we twee tekeningen. Rechts zien we de voetwassing door Jezus; links zien we de laatste maaltijd van Jezus met zijn leerlingen.

De combinatie is niet zo vreemd. Degene die de tekeningen heeft gemaakt, was goed bekend met het Johannesevangelie. In Johannes 13 lezen we dat kort voor het Pesachfeest Jezus een maaltijd houdt met zijn leerlingen. Tijdens die maaltijd wast Jezus de voeten van zijn vrienden – een verhaal dat alleen in het Johannesevangelie voorkomt. Zo wordt begrijpelijk waarom deze twee afbeeldingen naast elkaar staan. De illustrator heeft de maaltijd waarover Johannes schrijft in zijn gedachten ook verbonden met de verhalen over het laatste avondmaal van Jezus met zijn leerlingen, zoals we die kennen uit de andere evangeliën.

 

De tekening links boven verbeeldt dus de laatste maaltijd van Jezus met zijn leerlingen. We herkennen de half ronde vorm van de tafel, die we bijvoorbeeld eerder ook zagen op de mozaïek uit Ravenna. Helemaal links met de ronde nimbus om zijn hoofd zien we Jezus. Hij ligt aan, zoals dat in de bijbel heet. Rondom de tafel zien we de twaalf leerlingen. Aan de leerling het meest rechts zien we dat ook zij aanliggen.


Onder de tafel – zou je het de sokkel kunnen noemen? – zien we drie zwarte vogels afgebeeld. Ze hebben rode poten en een rode snavel. Wanneer je de afbeelding vergroot, kun je zien, dat ze alle drie een halsbandje hebben. Ik heb gezocht naar de betekenis van deze vogels (even moest ik denken aan de kwartels uit Exodus 16:13), maar heb die nog niet gevonden.


Op tafel zien we dit keer geen vissen. Als we heel goed kijken, zien we links- en rechtsvoor (dus voor Jezus en die aanliggende leerling) een broodje liggen in de vorm van een halve maan (bijna moet ik denken aan zo’n pretzel uit Duitsland – al ziet die er toch ook weer anders uit). Hadden broden in de streek waar dit manuscript is gemaakt toen de vorm van een halve maan?

 

Heel opvallend is midden op de tafel een grote schaal. Een van de leerlingen in het midden reikt met zijn hand naar de schaal. Dat is Judas.


Hier wordt het moment afgebeeld, waarop Jezus zegt, dat één van zijn leerlingen hem zal uitleveren of verraden (de evangeliën gebruiken verschillende woorden!). Wie zal dat doen?, vragen de leerlingen, ik toch niet? ‘Hij die samen met mij zijn brood in de kom doopte’ (Mat. 26:23) – ‘Het is een van jullie twaalf, die met mij uit dezelfde kom eet’ (Mk. 14:20) – ‘Degene aan wie ik het stuk brood geef dat ik nu in de schaal doop’ (Joh. 13:26) – bij Lukas komt de kom of de schaal niet voor.


Boven de afbeelding staat een tekst in Griekse letters: ‘Ik verzeker jullie: een van jullie zal mij uitleveren’ (Mat. 26:21 of Mk. 14:18). Zo is deze afbeelding een heel oud voorbeeld hoe de figuur van Judas een bijzondere plaats kan krijgen op afbeeldingen van de laatste maaltijd van Jezus met zijn leerlingen.

 

Onder de tekening zien we weer vier figuren met daaronder teksten. De eerste, de tweede en de derde persoon is telkens dezelfde: David (zijn naam staat telkens in Griekse letters boven zijn hoofd). En daaronder drie citaten uit Psalmen:

–   Psalm 23:2B: en voert mij naar vredig water.

–   Psalm 41:10B: op wie ik vertrouwde, die at van mijn brood, heeft zich tegen mij gekeerd.

–   Psalm 41:7B-8A: maar zijn hart is vol kwade gedachten; staat hij buiten, hij spreekt ze uit. Wie mij haten hopen het ergste voor mij.


Over het woord uit Psalm 23 kun je wel even nadenken. Heeft het betrekking op de voetwassing? Zouden ze in de gemeente waarin dit handschrift is gemaakt elkaars voeten hebben gewassen? En daarbij hebben gedacht aan vredig water? De beide andere psalmwoorden, die dus Jezus in de mond worden gelegd (!), hebben betrekking op de tekening waarop Judas naar de schaal reikt.


De figuur meest rechts is de profeet Zefanja (ook zijn naam staat in Griekse letters boven zijn hoofd). De tekst eronder luidt: Wees stil voor God de Heer. De Heer zal een offermaaltijd houden (Zef. 1:7). Dat roept de vraag op: beleefde de gemeente waarbinnen dit handschrift werd gemaakt de maaltijd van de Heer als een offermaaltijd? Dat is een gedachte die heel oud is, maar theologisch ook omstreden.