Oorzaak van stijging traktementskosten

De afdrachten voor een predikant vanuit de plaatselijke gemeente stijgen. Het gaat in 2022 om een toename van zes procent. Kerkrentmeesters hadden de nota niet verwacht. Reden voor het bestuur van het kerkelijk bureau Salland om te vragen om een gesprek. Meer dan 50 kerkrentmeesters laten hun jaarrekeningen en begrotingen uitwerken door het kerkelijk bureau.
Hans Runherd, beleidsadviseur traktementen van de landelijke dienstenorganisatie en Klaas van der Kamp, classispredikant van Overijssel-Flevoland gingen het gesprek aan op donderdag 2 december.

Lars Kramer van de kerkrentmeesters in Dronten formuleerde de vragen die er bij verschillende kerkrentmeesters leven. Er zijn vragen bij de hoogte van de stijging, maar meer nog kijkt men naar het moment waarop de aanpassingen worden doorgevoerd. Zou je in de tijd van corona de gemeenten niet moeten ontzien, omdat de inkomsten onder druk staan? Als er al wijzigingen nodig zijn, had je wellicht de beschikbaarheidsbijdrage van gemeenten in zijn algemeenheid kunnen verhogen of andere alternatieven kunnen overwegen, zo stelde het bestuur voor.

Hans Runherd legde uit, dat de stijging vooral te maken heeft met het traktement van de predikanten. De predikantstraktementen volgen de CAO van het rijk. In de begroting 2021 was er in verband met de verwachte economische gevolgen van de coronacrisis van uitgegaan dat er in de jaren 2020 en 2021 geen stijgingen zouden plaatsvinden. In de praktijk hebben zich in deze jaren inmiddels wel stijgingen voorgedaan en wordt er opnieuw een stijging verwacht in 2022. In de begroting 2022 moesten dus drie jaar traktementsstijging verwerkt worden. Vandaar dat men om deze reden op zo’n 4.000 euro verhoging komt per predikant. Een totaalpakket van 93.000 euro (inclusief de premies voor de pensioenen en sociale verzekeringen) per predikantsinvulling lijkt veel, maar is in verhouding tot vergelijkbare beroepsgroepen redelijk.


Een andere aanpassing heeft te maken met de vacaturebijdrage. Tot voor kort moesten vacante gemeenten zo’n 7.000 euro per jaar betalen als ze een fulltime vacature hadden. Dat gaf veel onbegrip. Waarom zou je een bedrag betalen als er geen direct zichtbare prestatie tegenover staat? Verschillende gemeenten die er mee te maken kregen, stapten naar het college voor bezwaren en geschillen en vochten het bedrag aan. Ze kregen ongelijk. Maar alleen al het feit dat er zoiets was als een vacaturebijdrage gaf onbegrip, misverstanden en ontevredenheid. Daarom heeft de synode de vacaturegelden voor vacante gemeenten afgeschaft en het gat in de kosten van de afdeling predikantstraktementen en - pensioenen opgevangen door verhoging van de bezettingsbijdrage per predikant met ongeveer 1.200 euro.

Situaties

In het gesprek kwamen diverse situaties van gemeenten voorbij. Er is een gemeente die langere tijd vacant is geweest, steeds de vacaturebijdrage heeft betaald en nu recent een nieuwe predikant heeft gevonden; en juist op dat moment wordt de vacaturebijdrage afgeschaft en ondergebracht bij de bezettingsbijdrage. Er werd uitgelegd dat een gemeente op korte termijn soms pech kan hebben, maar dat op lange termijn de verschillen verwaarloosbaar zijn. Onder de nieuwe regeling zijn gemeente goedkoper uit in vacaturetijd en iets duurder in de periode dat er een predikant is. De lasten worden voor een gemeente door de tijd heen dus iets anders verdeeld.

Er kwamen enkele kleine gemeenten voorbij, die geen beroepingsprocedure kunnen overwegen omdat ze te klein zijn. Er zijn 160 van die gemeenten. Deze gemeenten betaalden voorheen de beschikbaarheidsbijdrage van ongeveer 1.000 euro per jaar en gaan onder de nieuwe regeling alleen nog de basisbijdrage van ongeveer 350 euro per jaar betalen.

Profijtbeginsel

Uiteindelijk zet zich in de kerken het profijtbeginsel door. Je betaalt voor datgene waar je rendement van geniet. In 2005 is die weg al ingeslagen, toen de verschillende systemen van hervormden, gereformeerden en lutheranen in elkaar geschoven moest worden. De hervormde kerk werkte tot op dat moment meer vanuit het idee van solidariteit. Je betaalde bijvoorbeeld 16 procent aan heffing over inkomsten over vermogen en ook over levend geld droeg je een bijdrage af. Dat geld kwam in de pot voor de predikantstraktementen. In 2005 is het idee dat 'rijke' gemeenten meebetalen voor de 'arme' gemeenten al los gelaten.

En met de meest recente keuzes van de kleine synode is het profijtbeginsel verder doorgezet. Het kan impliceren dat een gemeente enige tijd vacant blijft om weer wat te sparen. Dat heeft nadelen, maar geeft in ieder geval het gevoel aan gemeenten dat men zelf financiële verantwoordelijkheid draagt voor concreet werk in de eigen gemeente.


Zestig per jaar

Het gesprek ging in op de ontwikkelingen op lange termijn. Mede door de stijgingen zijn er gemeenten die versneld de vraag aan de orde moeten stellen of ze een vacature kunnen blijven invullen. Sommige gemeenten moeten om financiële redenen een invulling zoeken met een kerkelijk werker. Anderen zijn gedwongen meer samenwerking te zoeken met een andere gemeente of een vacature niet meer in te vullen. Runherd vertelde dat de totale predikantsformatie de laatste jaren met 60 fte per jaar slinkt. Er is sprake van een ingrijpende veranderingen in de kerken, mede ingegeven door de secularisatie.


Het gesprek werd gevoerd door Wout Limburg, voorzitter van het kerkelijk bureau Salland en kerkrentmeester in IJsselmuiden-Hoeksteen, Lars Kramer, van het kerkelijk bureau Salland en lid van de kerkrentmeesters in Dronten, Willem de Vries, verbonden aan het kerkelijk bureau Salland en kerkrentmeester in IJsselmuiden-Hoeksteen, Ton Kempenaar (college van kerkrentmeesters in Dronten), Harmjan Holtland (Kerkelijk bureau Salland), Hans Runherd en Klaas van der Kamp.


Foto: een impressie van de vergadering, v.l.n.r. Harmjan Holtland, Ton Kempenaar, Lars Kramer, Wout Limburg, Willem de Vries, Hans Runherd