Kerkenvisie voor Flevoland

Het monumentenbeleid staat in Flevoland nog in de kinderschoenen. De gemeente Dronten bijvoorbeeld heeft wel de kerktorens in eigendom en aangewezen als monumenten die men overeind wil houden. Maar de kerkgebouwen missen een zelfde belangstelling. Onder het motto ‘we willen niemand voor de voeten lopen’ onthoudt de gemeente zich dan ook van een positiekeus in de discussie op protestants erf of de Open Hof of de Ark open moet blijven en men ontwikkelt geen beleid voor het kerkgebouw wat afgestoten wordt.

Piet Voermans van Heemschut verzorgde donderdag 21 maart een inleiding in de Bantsiliek tijdens een presentatie voor de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en het Steunpunt Archeologie en jonge Monumenten Flevoland (Samf). Doel van de bijeenkomst was het belang van kerkenvisies onder de aandacht te brengen voor de provincie Flevoland. Hij vroeg om actieve aandacht van de burgerlijke gemeente Dronten voor het kerkelijk erfgoed. ‘Kom uit die kerktorens’, zo riep hij de gemeente op, ‘en maak een kerkenvisie inclusief de koninkrijkszaal van de Jehova-getuigen en de moskee van de moslims’. ‘Ga naar de mensen toe en vraag wat ze willen. En denk aan de kinderen die uit het buitenland komen en die zich in de gebouwen herkennen. Enkele daarvan kunnen misschien een gemeentelijke status krijgen’.

Piet Voermans hield een inleiding over de kerken in Dronten. De inleiding komt op een bijzonder moment, omdat de protestantse gemeente juist heeft aangekondigd het aantal kerken in de poldergemeente te willen terugbrengen van twee naar één. Voermans pakte het verhaal overigens breder op. Hij is als bouwkundige zelf vijftig jaar geleden verhuisd van Brabant naar Dronten. Dronten gold in die tijd als het centrum van de streek. Andere dorpen werden daaromheen gedrapeerd, zoals Biddinghuizen, Swifterbant en Ketelhaven. Dronten ontstond op een kruispunt van wegen, zodat de namen van de doorlopende straten nog herinneren aan de windrichtingen Noord, Oost, Zuid, West. Als je via zo’n hoofdroute de plaats binnenreed, stuitte je al gauw op een kerktoren. Zo troffen mensen die van de noordzijde kwamen aangereden de Ludgeruskerk met de daarbij behorende toren. Alle torens werden los gebouwd van de kerk. De torens waren belangrijk in het polderlandschap; dat gold ook van de torens in Biddinghuizen en Swifterbant. Ze dienden als oriëntatie voor de mensen.

Kunstwerken

De kerk in Biddinghuizen is gebouwd in 1967. Het betreft de Voorhof, waarin hervormd, gereformeerd en rooms-katholiek vanaf het begin hebben samengewerkt. Volgende maand begint de sloop van de grote kerkzaal. De plek wordt opgevuld met een sporthal. Men is bezig twee kunstwerken veilig te stellen voor een nieuwe kerkruimte. Ook in Swifterbant voert men het gesprek over de toekomst van het kerkgebouw.

Gemeenten in Oost- en Zuid-Flevoland hebben geen echt erfgoedbeleid, zo kwam naar voren. Lange tijd heeft men ontkend dat er zoiets bestaat als cultureel erfgoed in de polder. Daarop komt men langzaam terug. Een keerpunt vormde de sloop van het barakkenkamp bij Dronten. Men besefte dat de sloop impliceerde dat men de geboortegrond van Dronten afbrak. De barakken waren de onderkomens waar de eerste kerkdiensten werden gehouden, waar de tandarts begon en waar de sportverenigingen zijn opgestart. Het gebrek aan erfgoedbeleid speelt de gemeente parten nu er opnieuw een kerk zal worden afgestoten. ‘Als je de kerk niet tot het erfgoed benoemd, zeg je in feite: Mij maakt het niets uit wat je doet’. De gemeente Dronten heeft afgelopen jaar een Monumentenmagazine uitgebracht. Daarin schrijft de wethouder: ‘Nu komt voor Dronten de tijd om mooi oud te worden’, dat is leuk gezegd, verwoordde Piet Voermans, maar dan heb je ook een actief erfgoedbeleid nodig.

De bouwkundige verhaalde hoe zijn eigen Ludgeruskerk destijds is afgestoten. De architect Johannes Sluijmer had de eerste rooms-katholieke kerk van Dronten ontworpen. Het mocht vooral niet te duur zijn, hoewel de helft van de kosten werd gedragen door de rijksoverheid. Het resulteerde in een gebouw dat deed denken aan een Twentse textielfabriek. Niemand had er een gevoel bij, althans zo leek het aanvankelijk. Het was er koud en tochtig. En toen de gemeente Dronten de binnenstad wilde uitbouwen voor winkelcentra was er een handige projectontwikkelaar Bramer, die de grond van de rooms-katholieke parochie overnam voor een miljoenenbedrag, waarvan de parochie een paar honderd meter verder op een nieuw kerkgebouw neerzette, dat beter aansloot bij de eisen van de tijd.

De Ludgeruskerk was in 1964 de eerste kerk die verrees op Oostelijk-Flevoland. Het was ook de eerste kerk die weer werd afgebroken in 1999.

Kwalificatie

Jorien Kranendijk van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, hield een inleiding op de kerkenvisie. Ze legde uit dat de rijksoverheid geld beschikbaar stelt voor iedere gemeente die een kerkenvisie maakt, waarin men een strategie ontwikkelt voor het beleid ten aanzien van de kerkgebouwen. Kleine gemeenten kunnen 25.000 euro daarvoor krijgen en dat kan oplopen tot 75.000 euro voor grote gemeenten. Ze houdt de inleiding in alle provincies en onderkende dat de situatie in Flevoland afwijkt van wat je in andere provincies tegenkomt. Het erfgoed is minder gekwalificeerd. Het is pas van deze generatie dat men zich realiseert hoe belangrijk het is ook de kerkgebouwen in Flevoland vanuit een historische waardering te bekijken.

Jorien Kranendijk vertelde verder dat men een project opzet om met twintigers naar de kerken te kijken. De twintigers zijn over het algemeen weer meer maatschappijbewust dan de ouderen. Ze vormen een potentiële groep die geschikt is om zich met een kerkenvisie bezig te houden. Je moet alleen als ouderen daarvoor geen kader vooraf willen opleggen. Enkele kerkbesturen experimenteren hiermee, zo vertelde ze. Desgevraagd gaf ze aan dat er vijf plaatsen voor het experiment zijn en dat inmiddels Deventer, Egmond, Doesburg en een Friese plaats in het experiment participeren. Men verwacht er op termijn meer resultaat aan te kunnen ontlenen en is voornemens er dan een landelijke bijeenkomst over te organiseren.

Ze vertelde van andere projecten waarin men met de kerkenvisie in het algemeen heeft geoefend. Er worden mensen uit diverse disciplines bij elkaar gezet. Er ontstaan nieuwe verbindingen, zo zei ze. Je moet eerst elkaars taal leren verstaan. De overheid denkt aan kerken als aan vastgoed. De kerken denken meer in termen van de eredienst. Het is fundamenteel dat je elkaar leert begrijpen. Je kunt afspraken maken om elkaar bijvoorbeeld jaarlijks te ontmoeten.

Op de vraag van de classispredikant of Flevoland mogelijk om een eigen inkleuring vraagt, gelet op de ontwikkelingen in Oostelijk Flevoland waar men kerken afstoot en de ontwikkelingen in Almere, die juist een groei ziet van de bevolking en dus van de speurtocht naar huisvesting, antwoordde ze bevestigend. In sommige plaatsen kan de kerkenvisie worden meegenomen in de leefbaarheidsvisie, aldus Jorien Kranendijk. Voor Flevoland is het belangrijk dat er een waarderingssystematiek wordt gehanteerd voor de gebouwen.

Op de vraag vanuit de Protestantse Kerk hoe andere kerken naar het eigen kerkbezit kijken, reageerde pastoor Victor Maagd uit de Noordoostpolder. Hij legde uit dat de rooms-katholieke kerk drie bestuurslagen heeft: die van de paus, die van de bisschop en die van de lokale priester. Dat is eenvoudig in vergelijking tot de meer gelaagde protestantse structuur. Het maakt het mogelijk het principe van de solidariteit in te bouwen. Rijke parochies kunnen makkelijker arme parochies bijspringen. De rooms-katholieke kerk ziet het gebouw als gewijd. Een gedeeltelijke wijding kent men niet. Vanuit het geheel van de kerk is de richtlijn dat men een gebouw als geheel kan afstoten, mits het niet een gokhal wordt, of een gebouw voor de wapenindustrie en de drugshandel, of een horeca-aangelegenheid. Meestal krijgt een kerk een woonfunctie (Espel) of het wordt een museum of het krijgt een herbestemming bij een andere levensbeschouwing, zoals de Bantsiliek.

Iconen van Almere 

In een plenair gesprek met de circa 25 aanwezigen werd het eigene van de situatie in Flevoland verder tegen het licht gehouden. De bezoekers, vooral afkomstig uit de wereld van historische verenigingen en erfgoed, hopen op meer historisch besef bij de bestuurders. Positief ingestelde mensen herkenden voorzichtig een cultuuromslag. In Almere, waar de middelen royaler zijn, gelet op het inwoneraantal, loopt het project ‘Iconen van Almere’. Men brengt in beeld wat na veertig jaar bouwen aan Almere historische waarde heeft. De bewoners mochten reageren in een enquête. Voor velen hoort de kerk van Almere-Haven, de Goede Rede, zeker bij het historisch erfgoed van de stad. In Lelystad krijgt het cultuurbeleid onder meer vorm via het werkeiland. Daarna zal men kijken, zo vertelde een aanwezige ambtenaar, wat er nog meer beeldbepalend is voor de stad.

De vergadering drong aan op verder advies rond de energiekosten van kerken. ‘Is daarin steun te verwachten?’, wilde één van de aanwezigen weten. Jorien Kranendijk gaf aan dat veel kerken weliswaar een energiescan doen, maar het komt daarna moeilijk tot het nemen van maatregelen. Ze verwacht dat het project rond duurzaamheid daarin met verdere suggesties kan komen. De Groene Kerken denken daarin mee. Een aanwezige kerkrentmeester uit Bant vertelde hoe men in Bant de energievragen oppakt. Men heeft ventilatoren in de kerk geplaatst, wat al gauw 10 tot 15 procent reductie oplevert. De vraag naar zonnepanelen ligt lastiger, omdat deze niet vanaf de ringweg zichtbaar mogen zijn. Van isoleren verwacht men niets, omdat de kosten te hoog zijn. Goede ervaringen heeft men met een beheerder die vanuit het huis de verwarming kan aansturen. Dat voorkomt hoge temperaturen waarmee je geconfronteerd kunt worden als de knoppen alleen in de kerk te vinden zijn en er iemand vertrekt die onvoldoende op de hoogte is van de stand van de verwarming, of er simpelweg niet aan denkt.

René Westerveld van de gemeente Ooststellingwerf vertelde over de ervaringen met een kerkenplan in zijn Friese gemeente. Het gaat om een gemeente met 45.000 inwoners, 13 dorpjes, 26 kerken waarvan 8 rijksmonumenten en 9 beeldbepalende gebouwen in een dorp. De kerkbesturen ontmoeten elkaar jaarlijks, zodat de planologische dienst van de gemeente kan inspelen op de actuele stand van zaken.

Foto boven: links Piet Voermans
Foto onder: Jorien Kranendijk
Foto voorpagina: Vincent Maagd