Kerk levert miljoenenprestatie

Het vrijwilligerswerk van levensbeschouwelijke organisaties is zo’n 195 tot 220 miljoen euro waard op jaarbasis. Qua marktwaarde mag je zelfs uitgaan van zo’n 330-365 miljoen euro. Dat blijkt uit een onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut. Het getal komt beduidend hoger uit dan de schattingen gemaakt in een onderzoek uit 2008, toen werd uitgegaan van een waarde van zo’n 110-133 miljoen euro.

Het Verwey-Jonker Instituut heeft de resultaten via de website naar buiten gebracht. Gemiddeld besteden vrijwilligers per levensbeschouwelijke organisatie in Rotterdam circa 27.000 uur per jaar aan maatschappelijke activiteiten. Het maatschappelijk rendement per kerk ligt op zo’n 590.000 euro per jaar.

Het onderzoek laat zien dat 39 procent van de levensbeschouwelijke organisaties samenwerkt met andere levensbeschouwelijke organisaties; 19 procent werkt samen met scholen; 17 procent met buurtteams; 16 procent met maatschappelijk werk en 13 procent met de gemeente. De samenwerking is veelal incidenteel of betreft een verwijsfunctie. Structurele samenwerking komt minder voor.

Kerken hebben een laagdrempelige presentatie voor veel mensen. Mensen komen relatief eerder in beeld bij een kerk dan bij andere instituties. Er worden ook minder voorwaarden vooraf gesteld. ‘Levensbeschouwelijke organisaties hebben een belangrijke plek aan het begin en aan het einde van de zorgketen’, aldus het Verwey-Jonker Instituut. Overigens worden kerken lang niet altijd als belangrijke partner erkend. Slechts 18 procent van de 176 levensbeschouwelijke orgnisaties geeft aan dat ze voldoende erkenning ontvangen van de gemeentelijke overheid. Een belangrijke aanbeveling van het Verwey-Jonker Instituut is dan ook dat levensbeschouwelijke en niet-levensbeschouwelijke organisaties meer het onderlinge contact gaan zoeken en samenwerken.

Het Verwey-Jonker Instituut verzamelde informatie bij 176 Rotterdamse levensbeschouwelijke organisaties. Men ging in gesprek met vrijwilligers en beroepskrachten en pleegde literatuurstudie om de conclusies in een perspectief te plaatsen. De participanten verschilden qua omvang; er zijn organisaties met minder dan 100 leden tot organisaties met meer dan 1500 leden. Ruim de helft van de levensbeschouwelijke organisaties telt 1 tot 5 beroepskrachten.

Het overgrote deel van de levensbeschouwelijke organisaties biedt informele hulp, zorg of onderlinge steun aan leden van de eigen gemeenschap, omdat er zich in die gemeenschap veel mensen in kwetsbare posities bevinden. Ook houden velen zich bezig met gemeenschapsopbouw en empowerment van de eigen groep en van andere achtergestelde groepen en met de ondersteuning van individuele Rotterdammers die buiten het blikveld van de formele instituties vallen.

De financiering van de verschillende functies van levensbeschouwelijke organisaties komt in de meeste gevallen van de eigen leden, bezoekers en deelnemers. Ook geeft ongeveer 39% van de organisaties aan dat ze inkomsten verkrijgen van giften uit verschillende fondsen. 17% van de kerken en religieuze organisaties geeft aan financiering van de gemeente Rotterdam te ontvangen voor maatschappelijke projecten, waarbij onderling grote verschillen waarneembaar zijn.

Vrijwilligers besteden naar verhouding 28% van al hun uren aan sociale en culturele activiteiten gericht op ontmoeting. Het gaat daarbij om activiteiten, diensten/ bijeenkomsten en ontmoetingen die zich richten op het bevorderen van de samenwerking binnen en tussen groepen met verschillende (culturele, religieuze) achtergronden.

Vrijwilligers besteden daarnaast naar verhouding 25% van al hun uren aan activiteiten op het gebied van informele zorg en ondersteuning. Daarbij gaat het met name om het ondersteunen van mensen tijdens bepaalde perioden of ingrijpende gebeurtenissen in het leven. Ook zetten kerken en religieuze organisaties zich in voor het bestrijden van armoede en voorkomen dan wel oplossen van schulden, voornamelijk door middel van het bieden van praktische begeleiding.

Levensbeschouwelijke organisaties kunnen hun sociaal-maatschappelijke rol alleen vervullen als de continuïteit van de inzet vanuit de betrokken gemeenschap(pen) bij de activiteiten geborgd is. Dat vraagt om bestuurlijke en coördinerende taken (intern en extern). Vrijwilligers steken hier ongeveer 18% van hun tijd in. Een deel van deze activiteiten wordt ook door betaalde krachten uitgevoerd.

Ook de religieuze/levensbeschouwelijke activiteiten zijn vaak verbonden met de maatschappelijke rol. Vrijwilligers besteden ongeveer 29% van al hun uren aan religieuze activiteiten, waarvan 6% aan educatie, 19% aan bijeenkomsten en 4% aan externe communicatie en missionaire activiteiten.

Het is redelijk te veronderstellen dat de cijfers van Rotterdam representatief zijn voor de grote plaatsen in de classis Overijssel-Flevoland. Wel is het goed daarbij de proporties van inwoneraantal in de gaten te houden. Rotterdam heeft 624.000 inwoners; Almere 212.000; Enschede 159.000; en Zwolle 124.000. Oftewel: Als de marktwaarde van het levensbeschouwelijke werk in Rotterdam 350 miljoen marktwaarde vertegenwoordigt, moet je bij plaatsen als Almere, Enschede en Zwolle denken in de grootte van 119 miljoen euro, 89 miljoen en 70 miljoen. Reken je de andere kant op, over 17,28 miljoen Nederlanders, dan kom je bij een bedrag van ongeveer 10 miljard euro. 

Foto: archief, koffieschenken in kerk van Steenwijkerwold