Foto: Prof. dr. Riemer Roukema uit Zwolle spreekt een afscheidsrede uit in de Pieterkerk in Utrecht

Aantrekkingskracht van christelijk geloof in vroege kerk


Welke motieven hadden mensen in de tweede tot de vijfde eeuw om christen te worden? Hoe kan het dat zo’n marginale groep als die van de christenen zich zo heeft kunnen handhaven en uitbreiden? Over die prikkelende vragen sprak prof. dr. Riemer Roukema op 23 juni 2023 in Utrecht  bij zijn afscheid als onderzoekshoogleraar Nieuwe Testament van de Protestantse Theologische Universiteit.

De groep van christenen was marginaal in het begin van onze christelijke jaartelling, legde Roukema uit, die in Zwolle woont en jaren getrouwd was met de in 2021 overleden ds. Lily Burggraaff. De volgelingen werden bespot en vervolgd. De voorgangers werden door geletterde mensen kundig weerlegd. De ideeën over bijvoorbeeld een opstanding uit de doden waren dan ook wel erg tegendraads en riepen op tot tegenspraak. Toch sloten steeds meer mensen zich aan bij de christelijke kerk.

Riemer Roukema legde uit, dat het lastig is om een betrouwbaar beeld te krijgen van de motieven om christen te worden in de eerste eeuwen. Er waren wel boeken waarin dit aan de orde komt, maar de meeste daarvan zijn verloren gegaan. En wat we weten komt uit de pen van de bovenlaag van geletterde christenen, terwijl het christendom juist de meeste aanhang genoot onder de ongeletterden. Vrouwen komen eigenlijk in het geheel niet aan het woord. Roukema besprak vervolgens enkele christelijke theologen en analyseerde hun persoonlijke motieven om tot het geloof toe te treden. Hij koppelde daaraan enkele meer algemene interpretaties.

Justinus

De eerste theoloog die over zijn persoonlijke keuzes schrijft is Justinus de Martelaar, een theoloog die leefde in Nabloes en die gestorven is in 165 na Christus. Hij was een echte Godzoeker en vertelt over zijn zoektocht in gesprek met de Jood Trypho. Hij vond dat de Griekse filosofen niet op alle vragen over God en de menselijke ziel een bevredigend antwoord konden geven. Zelfs Plato niet. Hun discussies gingen onder meer over de vraag of de ziel sterfelijk of onsterfelijk is. De antwoorden die de Joodse profeten gaven zijn ouder en meer to the point. Hij herkende in het doopwater water van leven. Er groeide in Justinus een verlangen naar de profeten en naar de vrienden van Christus. En hij dit als vorm van wijsheid, waar hij aanvankelijk naar op zoek was.

Een andere theoloog die zich verantwoord over het persoonlijk geloof is Tatianus de Assyriër. Weer een andere is Clemens van Alexandrië. Ook hij vond rust bij het gedachtengoed van een leraar uit Sicilië, die de bloemen op het veld van profeten en apostelen langsging en daaruit een zuivere kennis opzoog.  Gregorius de Wonderdoener en Cyprianus van Carthago geven ook een inkijkje in hun persoonlijke motieven om christen te worden. Cyprianus, bisschop van Carthago, schrijft over een bekering in zijn leven met de woorden: ‘Omdat ik geen hoop had op een verandering ten goede, was ik toegeeflijk tegenover mijn wandaden, alsof die nu eenmaal onlosmakelijk bij mij hoorden. Maar toen werd door middel van het levenwekkende water de schandvlek van mijn vroegere leven afgewassen. Van boven stroomde in mijn gereinigde hart een zuiver licht naar binnen. Dankzij de Geest die uit de hemel werd uitgegoten herstelde die tweede geboorte mij tot een nieuw mens’.

Er zijn geen primaire bronnen van vrouwen die tot geloof komen. Dat is jammer, want iemand als Celsus spot juist dat het christelijk geloof een overtuiging is van kinderen en vrouwen. Wel kan je uit secundaire literatuur afleiden hoe zij de stap in het geloof zouden kunnen hebben beleefd. Er is bijvoorbeeld een verhaal over een zekere Thecia die Paulus hoorde preken over seksuele onthouding en opstanding uit de doden en die daaruit afleidde dat ze wilde afzien van een voorgenomen huwelijk en zich toewijdde aan het christelijk geloof.

Verzorging zieken

In de meer secundaire bronnen kan je ook het motief vinden dat mensen zich lieten overtuigen van de kracht van het christelijk geloof door het getuigenis van de martelaren. ‘Het bloed der martelaren is het zaad der kerk’, citeerde Roukema een bekende uitspraak. Tegelijk stelde de hoogleraar hierbij vragen, want van Tertullianus is bekend dat er ook veel christenen zijn die met het mes op de keel hun instemming hebben gegeven aan de Romeinse goden. De christenen die geen martelaar wilden zijn, vormden ‘een reusachtig probleem in de kerk’, aldus Roukema. Een ander motief om christen te worden was de liefde die mensen onder christenen gewaar werden, onder meer in het verzorgen van de zieken.

Roukema concludeert dat ontmoetingen en gesprekken met mensen vaak motief zijn geweest in de vroege kerk om zich bij de kerk aan te sluiten. ‘In vergelijking met de Griekse filosofen waren de ouderdom en de relatieve eenvoud van de boeken van Mozes en de Israëlitische profeten een aanbeveling’. De profeten wijzen op Christus en formuleren op een wijze die als betrouwbare filosofie wordt herkend. Een ander motief vind je bij Thecia, die kiest voor een leven van onthouding boven het vooruitzicht van een gearrangeerd huwelijk. De eenvoudige mensen, die niet geïnteresseerd waren in filosofie, zullen zich vooral hebben laten aanspreken door de christelijke zorg aan zieken en kwetsbaren.

Laudatio

Prof. dr. Annette Merz, voorzitter van de leerstoel Nieuwe Testament van de PTHU (Protestantse Theologische Universiteit) sprak na de afscheidsrede van Roukema een zogenaamde laudatio uit (een woord van waardering). Een lange universitaire loopbaan van meer dan 20 jaar kwam in formele zin daarmee tot een einde. De emeritus kondigde zelf al aan dat hij blijft studeren en publiceren en ook als voorganger van de Waalse gemeente in Zwolle blijft werken. Riemer Roukema kreeg een bundel aangeboden met 24 artikelen over de opstanding, teksten aansluitend bij 1 Korintiërs 15.

Na de toespraak nam dr. Gert van Klinken liefhebbers mee op een kleine rondleiding door Utrecht. Vlakbij de Pieterkerk is onder meer het nieuwe pand van de PTHU te vinden op het Janskerkhof 12, waar de colleges vanaf 1 september 2023 plaatsvinden. 

Als je bij het gebouw van 'Kampen 2' staat aan de Plompetorengracht (de vrijgemaakte universiteit) zie je in de verte het nieuwe gebouw van 'Kampen 1', de PTHU aan het Janskerkhof; ben ik al te vrijmoedig als ik de twee universiteiten verder naar elkaar zie toe bewegen? 

Een ander pauzeprogramma na de rede van Riemer Roukema vormde de mogelijkheid om Gregoriaans te zingen met Hanna Rijken

De plechtigheid werd afgesloten met een receptie; op de foto drukt dr. Henk van der Sar, voormalig directeur van Kampen 1, de hand van Riemer Roukema