Pastores Kop van Overijssel buigen zich over Talmoed

Wat doet het met je als je stukken leest uit de Babylonische Talmoed? Die vraag kwam aan de orde in de werkgemeenschap Steenwijkerland / Zwartewaterland, waar ds. Douwe Wijmenga van de gereformeerde kerk van Vollenhove over sprak op 25 mei.

Je voelt de innige verbondenheid van alles, omdat alles wat we doen te maken heeft met God, vertelde de inleider. Er groeit nog meer waardering voor de Bijbel, omdat alles wat er staat in de uitleg van de Talmoed een bedoeling heeft, iedere letter van de Tenach heeft zijn betekenis. Douwe Wijmenga vertelde dat hij tot twee keer toe zijn permanente educatie deels heeft ingevuld met het lezen van fragmenten uit de Talmoed. Aanvankelijk dacht hij de Talmoed zelf in zijn geheel te lezen. Later begreep hij dat die doelstelling niet haalbaar is. De Engelse vertaling gekoppeld aan de Hebreeuwse en Aramese tekst is zo compact dat je niet meer dan twee bladzijden per uur leest; en ook Joodse Talmoed-studenten gaan er van uit dat je al gauw ruim zeven jaar nodig hebt om alles een keer onder ogen te hebben gehad.

De tekst is compact en associatief geschreven. Wijze rabbi’s bespreken stukjes Bijbeltekst en thema’s in soms felle bewoordingen. Discussies worden niet altijd afgerond, soms ook komt het wel tot een soort halachische wetgeving als slotconclusie. Douwe Wijmenga bezit inmiddels tig delen waarvan hij er ongeveer een kwart heeft gelezen.

Soms gaan er pagina’s voorbij zonder dat het beklijft. Soms kom je ook pareltjes tegen die je onthoudt en citeert in bijvoorbeeld een preek. Hoe mooi is een tekst van rabbi Meïr, die zegt dat ook een heiden die de Tora studeert is als een hogepriester; hij onderbouwt dat met een citaat over ‘de mens die studeert’, die gewaardeerd wordt, dus niet per se ‘de jood’.

Onderliggende gedachte bij de Talmoed is, dat God een schriftelijke en een mondelinge traditie aan Mozes heeft aangereikt. Die mondelinge teksten zijn van generatie op generatie overgeleverd, totdat de teksten ergens tussen 500 en 1000 zijn vastgelegd op schrift. De teksten zijn vaak heel praktisch. Douwe Wijmenga gaf als voorbeeld de vraag ‘hoe breed mag een fiets zijn?’; ook de Nederlandse wet geeft daarop een antwoord, dat je in de regel als burger niet kent, tenzij je je beweegt aan de rand van de wetgeving en bijvoorbeeld van plan bent een bierfiets te huren en er mee door de stad te rijden.

Soms kan een ogenschijnlijk zinloze regel toch ineens actueel zijn. Wijmenga ontdekte dat toen zijn schutting was omgewaaid en hij bij toeval juist een fragment in de Talmoed las wat daarover gaat. In de scherpe discussies van de Talmoed is altijd een milde menselijke ondertoon te vinden en hoewel de regels duidelijk zijn is er een vriendelijke benadering naar die mensen die de regels overtreden. Je blijft tenslotte een mens met alle lekken en brekken die daarbij horen.

Wie één en ander wil nakijken op internet kan bijvoorbeeld terecht bij sefaria.org

Ds. Gerwin Timmer uit St. Jansklooster opende de bijeenkomst, die in de gereformeerde kerk van St. Jansklooster plaatsvond. Hij bracht onder meer een gedicht in van Titus Brandsma, daarin staat onder meer: 

O, Jezus, als ik U aanschouw, 
dan leeft weer dat ik van U hou
en dat ook Uw hart mij bemint, 
nog wel als Uw bijzondren vrind'. 

Al vraagt dat mij meer lijdensmoed, 
Och, alle lijden is mij goed, 
Omdat ik daardoor U gelijk
En dit de weg is naar uw Rijk. 

Foto: Op de voorgrond ds. Douwe Wijmenga met één deel van de Babylonische Talmoed; verder in beeld ds. Arjen van der Spek uit Zwartsluis, voorzitter van de werkgemeenschap