Minimumbasis kleine gemeenten

Kleine krimpende gemeenten moeten op het goede moment samenwerking zoeken met andere gemeenten. Als je te lang wacht, is de infrastructuur verdampt, zijn alle financiële middelen uitgeput en is de spirit uit de gemeente.

Het breed-moderamen van de classis Overijssel-Flevoland sprak vrijdag 4 september over de kleine gemeenten. Het onderwerp kwam aan de orde, omdat er enkele kleine gemeenten geagendeerd stonden vanwege de noodzaak het pastoraat voor de komende tijd te regelen en vanwege de noodzaak toestemming te krijgen voor beroepingswerk. Er was daarnaast een lijst gemaakt van kleine gemeenten. Hoe lang kan je als betreffende gemeente veinzen dat je alle taken van kerkzijn kunt blijven invullen? Hoe lang kan je een gezonde samenstelling houden van de kerkenraad? Het breed-moderamen besloot de volgende keer verder te willen nadenken over het thema om op termijn met de classis te spreken over criteria die voor gemeentezijn moeten worden toegepast.

Je ziet in landelijke documenten trouwens steeds meer van dergelijke criteria opduiken. Het breed-moderamen stemde in met een ontvangen tekst van het generaal college voor de behandeling van beheerszaken waarin staat hoe men een gemeente opheft, op het moment dat besloten is tot beëindiging van een gemeente. Het breed-moderamen erkent dat er zo’n situatie kan ontstaan, maar wil vooral verder denken over het traject daarvoor. Het heeft de voorkeur om zo’n gemeente die knel zit eerder te verbinden aan een andere gemeente, een samenwerking aan te gaan, en te proberen in een woonkern een gebouw met een infrastructuur te handhaven.

Er zijn vanuit andere classes verdere toepassingen beschikbaar over huisgemeenten en over streekpredikanten. Dergelijke stukken wil het breed-moderamen bij de bezinning betrekken. In Overijssel-Flevoland zijn diverse regio’s waarin kerkenraden zelf zich realiseren dat er op termijn bindende afspraken met buurgemeenten nodig zijn. Je kan denken aan de Noordoostpolder (tiendorpenoverleg), de IJsselstreek (ring Klein-Salland), Oost-Twente en de kleine ring van Twente; eigenlijk zijn er in iedere ring wel kwetsbare gemeenten aanwijsbaar.

Nieuw seizoen

Het breed-moderamen sprak over de start van een nieuw seizoen. Nagenoeg alle gemeenten hebben inmiddels weer fysieke kerkdiensten opgestart. In een rondgang langs de diverse gemeenten bleek dat zo’n twintig procent al rond 1 juni was begonnen, zestig procent startte in juli en nu in september voegen zich de laatste gemeenten bij de rij van kerkdiensthoudende gemeenten met live-bezoek.

Eén van de predikanten vertelde dat men in de kerkenraad nadenkt over het vasthouden van resultaten uit de coronatijd. Men had bij de digitale kerkdiensten meer bezoekers dan er ’s zondags in de kerk komen. Men probeert contact te onderhouden met deze mensen. Men heeft daarom ‘gewoon’ een boekje uitgebracht voor het winterwerk, waarin wellicht aanbod zit wat bij de nieuwe doelgroep past. Het boekje wordt huis-aan-huis verspreid. En men wil inzetten op een digitaal programma, waarmee je het onderlinge contact kunt bevorderen. Een soort groepsgemeenschap in Whatsapp.

Een andere predikant vertelde dat men de kerkdiensten in de diverse kerkgebouwen heeft uitgebreid. Daardoor kan men meer bezoekers ontvangen. Een plek waar dat lastig ligt, heeft tot een splitsing moeten besluiten en belegt bewust meer diensten: de ene dienst de even huisnummers, de andere dienst de oneven huisnummers.

In een gereformeerde bondsgemeente breidt men het aantal diensten uit van twee naar drie. Het complete winterwerk is weer in de steigers gezet. Iemand vulde vanuit een andere gemeente aan: ‘Dat doen wij ook, en afhankelijk van de inschrijving zien we dan welke bijzondere maatregelen we aanvullend moeten nemen om coronaveilig bij elkaar te kunnen komen’.

Weer een andere gemeente heeft de luxe van een royaal bos bij de kerk. Dat kan worden ingezet om een startevenement te organiseren waarin je coronaveilig uiteindelijk wel 250 mensen een plek kunt geven.

Het breed-moderamen stemde in met een beleidslijn waarbij er af en toe plenaire digitale vergaderingen worden aangeboden vanuit de classis om vertegenwoordigers van de kerkenraden onderling met elkaar in contact te brengen. Verder rekent men er op dat het thema over de aanpassingen die nodig zijn rond corona in de aanwezige overlegstructuren een plek krijgen, variërend van kerkenraad en werkgemeenschap tot ringverbanden. 

Preekconsent

Zoals te doen gebruikelijk kwamen er veel plaatsen voorbij met casuïstische vragen. Het ging onder meer over een werkplan van een predikant, lopende bemiddelingen, beroepingswerk. Het ging ook over personen: over het aflopen van een periode waarvoor geen herverkiezing mogelijk is en over gewenste kandidaten voor de classicale vergadering. Het breed-moderamen sprak ook met een delegatie uit één van de gemeenten over de mogelijkheden een concrete predikant te beroepen in een bestaande vacature.

Er waren enkele aanvragen voor financiële ondersteuning vanuit aanwezige regionale fondsen. Het breed-moderamen reageerde terughoudend op de voorliggende stukken. Er werden vragen gesteld bij het belang van aanvragen voor de concrete gemeenten en bij de hoogte van de kosten die in de begroting werden genoemd.

Een bijzonder moment was de overhandiging van een preekconsent aan kerkelijk werker Gert Timmer voor de gemeente Welsum. Timmer vertelde over zijn opleiding en over zijn ervaring in de kerk. Hij heeft een aanstelling in Heerde en daar komt nu Welsum bij. De preses benadrukte het belang van de voortgang van het kerkelijk werk in het IJsseldorp.

Foto: Ds. Hans van Solkema overhandigt kerkelijk werker Gert Timmer het preekconsent voor Welsum