Pleidooi voor andere waarden in de samenleving

Europa heeft een nieuwe ideologie nodig. Een wij-concept. Niet gebaseerd op voortdurende groei. Daar kan je niet oneindig mee doorgaan. Maar gebaseerd op empathie. De Duitse socioloog prof. dr. Helmut Rosa sprak voor de Europese Kerkenconferentie op 16 juni over twee versies van Europa. De ene versie van ongebreidelde economische groei heeft zijn langste tijd gehad. Rosa spreekt over dynamische stabilisatie. Een nieuwe versie is nodig. Rosa spreekt van een samenleving gebaseerd op resonantie.

De oude samenleving verlangt voortdurend naar meer. Alle waarden worden uitgedrukt in groei. Om groei te realiseren is er stabiliteit nodig in de samenleving. Er is geen einde aan het verlangen uit te breiden, er is voortdurend acceleratie. Maar waarom zouden we als Duitsland nog meer auto’s moeten produceren? Welk nut dient dat? Waarom zou ik ieder jaar een nieuwe handy moeten kopen? De voedselindustrie voegt stoffen toe aan het voedsel, waardoor het waarschuwingssysteem van de maag naar de hersenen gehinderd wordt, zodat mensen geen verzadigingsgevoel krijgen. Wat voor samenleving is dat?

Je raakt burn-out in zo’n samenleving. En er ontstaat agressie. Je moet steeds harder lopen. Schuldgevoelens over dat wat je niet bereikt nemen toe. Je hebt nooit je to-do-lijstje afgewerkt. En dat creëert gevoelens van schuld. Er komt agressie naar onszelf. Maar ook naar de natuur. En sociale verhoudingen komen onder druk. Mensen beginnen elkaar te haten.

We zouden ook een weg kunnen zoeken weg van de vervreemding. Oudere generaties lieten zich leiden door de hoop dat ze hun kinderen een beter leven konden bieden. De hoop concentreert zich nu eerder op de gedachte dat je je kinderen een zeker bestaan gunt. Met alle overspannen groeiverwachtingen zijn we onze toekomst kwijtgeraakt. De verwachtingen komen niet uit. Maar we zijn ook ons verleden kwijt, omdat we ons daarin nog wel lieten leiden door die ambities.

Bij resonantie gaat het om affectie voor andere mensen; het gaat om emoties, waarin je je verbindt met anderen. En je laat je transformeren, er komen nieuwe gedachten op; het is als de geboorte van een nieuw gedachtegoed. Je kan dergelijke maieutische processen niet afdwingen; in zekere zin zijn ze oncontroleerbaar. Ze laten zich niet voorspellen. Je kan elementen wel herkennen en ruimte bieden.

Rosa ziet de resonantie groeien tussen mensen, tussen materialen, in mensen zelf en ook in verticale verhoudingen. Bij dat laatste denkt hij aan de stimulerende rol van religie, van kunst, van de natuur, van geschiedenis ook. We hebben religies nodig, meent Rosa, niet in de zin van de dynamische stabilisatie, maar juist in het ontwikkelen van de hoop dat de wereld anders invulling kan krijgen. Kerken hebben daarvoor al gebouwen, die je als vanzelf uit de sfeer van de warenhuizen in de context van contemplatie en gebed brengen.

Rosa kreeg tijdens de CEC-ontmoeting verschillende reacties. Prof. dr. Petr Kratochvil, een Tsjechische hoogleraar, waarschuwde de kerken niet al te rooskleurig af te schilderen. Kerken kunnen vindplaatsen van hoop zijn, maar ze kunnen ook de statusquo bevestigen. Rosa erkende dat hij niet per se de kerken afschilderde zoals ze nu zijn, maar dat hij de potentie van de kerken onder woorden wil brengen.

Het vraagt een scherp onderscheidend vermogen. Donald Tromp roept immers ook dat hij de situatie van arbeiders wil veranderen. Maar hij zegt dan: ‘Ik ben jullie stem’ en hij zegt niet: ‘Ik kom naast je staan om jullie sterker te maken’.