Lutherse waardepapieren


In onze classis zijn slechts twee zelfstandige lutherse gemeenten,
die van Kampen en Zwolle. In het grote verband van de classis zie je die gauw over het hoofd. Dat is jammer, want je loopt dan een risico: je gaat denken dat protestants hetzelfde is als hervormd / gereformeerd, en dat is niet zo. Dat wordt overduidelijk uit het boek Nederlandse Lutheranen en hun omgang met de Augsburgse Confessie van dr. Martin L. van Wijngaarden, predikant van de Abdijkerk Loosduinen te Den Haag en fellow aan het Amsterdam Centre for History and Heritage of Protestantism voor het Luthers erfgoed, dat op 8 mei in het Luther Museum te Amsterdam is gepresenteerd.

In 2004 vond de vereniging van de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Evangelisch-Lutherse Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden tot de Protestantse Kerk in Nederland plaats. In artikel I-4 van de kerkorde wordt met betrekking tot het belijden van de kerk gesteld dat het in gemeenschap met de belijdenis van het voorgeslacht geschiedt. In dat kader wordt gesproken over de Onveranderde Augsburgse Confessie en de catechismus van Luther. Daardoor weet de kerk zich verbonden met de lutherse traditie.

Scriba dr. René de Reuver van de generale synode noemde de Augsburgse Confessie een van de ‘waardepapieren’ van onze kerk. Hij deed die uitspraak tijdens het symposium ter gelegenheid van de presentatie van Nederlandse Lutheranen en hun omgang met de Augsburgse Confessie.

‘Waardepapieren’, dat is een mooie kwalificatie voor belijdenisgeschriften. Maar de aanduiding kan wel misverstand oproepen. Alsof het om documenten gaat die in een kluis bewaard worden, maar waar verder niets mee gedaan wordt. Zo bedoelde De Reuver het beslist niet. Het gaat om stukken die van waarde zijn, in het gebruik ervan. Ze zijn van grote betekenis voor de gezamenlijke protestantse spiritualiteit, aldus De Reuver. De Augsburgse Confessie en de catechismus van Luther, in 2004 ingebracht als lutherse identitymarkers, weerspiegelen namelijk iets van het oecumenische gehalte van onze kerk, iets van ‘samen met alle heiligen’. De Reuver ging ook nog in op het instrumentele karakter van de confessie in de lutherse traditie. Hij bedoelde daar mee dat ze niet bedoeld is als ‘een stok om te slaan’ (O. Noordmans), ze staat in dienst van het ‘sola Scriptura’. De Schrift is de Heer, de confessie is de knecht.

Het boek van Van Wijngaarden: in een aantal vensters biedt de auteur eerst een blik op allerlei voorwerpen (boeken, gravures) uit de zeventiende en achttiende eeuw, die inzicht geven in het belijden in het spoor van de Augsburgse Confessie. Hij vertelt over een graveur die eigen bijbelteksten bij het belijdenisgeschrift op de markt heeft gebracht, over een publicatie van een behoorlijk dissidente predikant, over een gesprek inzake nieuwe theologische ontwikkelingen in een trekschuit, over een diaconaal actieve familie. Vervolgens verlegt hij de focus door stil te staan bij tal van teksten die een beeld geven van de lutherse traditie in de negentiende en de twintigste eeuw, tot en met de kerkenfusie in 2004. De gang door de tijd toont dat binnen de Nederlandse lutherse traditie al vroeg aanzetten te vinden zijn van wat nu liberaal christendom heet. Het aardige van het boek van Van Wijngaarden is, dat het geen beschrijving van allerlei institutionele processen en leerstellige discussies biedt, maar een geschiedenis van luthers denken en leven in de praktijk.

Over ‘aanzetten (…) van wat nu liberaal christendom heet’ gesproken dat werd tijdens het symposium ook aan de orde gesteld door dr. Jo Spaans, die een lezing hield over de verlichte lutherse predikant Philippus Ludovicus Statius Muller uit de achttiende eeuw. Hij moest niets hebben van confessionele haarkloverijen, hij rekende zichzelf tot de ‘Raisonnabele [redelijke] Bibliaanen’. Een geestverwant vond hij in de gereformeerde predikant Antonius van der Os. Tijdens het symposium ging prof.dr. Mirjam van Veen terug naar de zestiende eeuw. Zij benadrukte dat vooraanstaande gereformeerden – ze noemde Petrus Datheen en Johannes à Lasco – zich positief over de Augsbugse Confessie uitgelaten hebben. Uit overtuiging, hoewel het gangbare beeld is dat calvinisten en lutheranen een nogal moeizame verhouding hadden. Calvinisten werd van lutherse zijde wel hypocrisie verweten, en wel vanwege hun politieke pragmatisme. In de lutherse landen waar godsdienstvrede heerste, konden zij daar namelijk voordeel van hebben

Terug naar het boek van Van Wijngaarden: Nederlandse Lutheranen en hun omgang met de Augsbugse Confessie geeft uitstekend weer wat luthers behelst, in woord en beeld. Een aanrader!

 

ds. Jan Dirk Wassenaar, eerste scriba

Martin L. van Wijngaarden, Nederlandse Lutheranen en hun omgang met de Augsburgse Confessie; Academische Uitgeverij Eburon, Utrecht, 2024; 211 p.; ISBN 9789463014946; € 25,00.