Inleiding lockfree met reacties

Hieronder volgt het verslag van het digitale koffiemoment over ‘lockfree’. Een kleine dertig mensen spraken mee over het thema op 22 februari 2021. De inleidingen, powerpoint en de reacties zijn in elkaar geschoven.

1. Opening

We openen met het lezen van Lied 485: 2 en 3. Het lied van Huub Oosterhuis gaat in vers 2 in op de geschikte tijd, het kairosmoment. Oosterhuis bewerkt daar de tekst van Prediker. Er is een tijd van lachen en van huilen. Een tijd – mag je het zo zeggen – voor de lockdown en de lockfree. In vers 3 gaat het over de manier waarop je je openstelt voor een nieuwe periode. Het gaat om loslaten ten einde nieuw leven te vinden met vrucht honderdvoud.

2. Eerste inleiding: Uniek moment
We gaan gedachten uitwisselen over de mogelijkheden voor de plaatselijke gemeente als de lockdown geleidelijk wordt opgeheven. We gaan het hebben over lockfree. Doel van dit digitale koffiemoment is lowprofile gedachten uitwisselen over dat thema. We hebben veel deelnemers, meer dan verwacht. Dus we gaan het iets meer structureren dan aanvankelijk gedacht. Ik hou twee korte inleidingen waarop enkelen uit de groep kunnen reageren.  En we hebben een korte breakout gepland waarin jullie zonder rem en zonder mute met elkaar kunnen spreken over je eigen plannen en gedachten voor de lockfree in jullie gemeente. In een agenda ziet dat er als volgt uit:

Programma
15.00 uur: Presentatie: uniek moment
15.20 uur: Breakoutrooms: ‘waar denk ik aan bij lockfree in onze gemeente?’
15.40 uur: Presentatie: keuzes van de werkgroep
16.15 uur: Einde

In mijn eerste blokje met een inleiding wil ik het hebben over het belang van het moment. Het kairosmoment van de lockfree. We krijgen als bestuurders en geestelijken in de kerk een unieke periode. Die zal ongeveer twee, drie maanden duren. Daarin kunnen we ons als kerk en als pastor opnieuw positioneren. Ik wil het unieke van het moment laten zien in mijn eerste bijdrage. En dat wil ik verduidelijken aan drie casussen. Casus 1 de Nieuwe Bijbelvertaling (uit mijn eigen leven). Casus 2 de Spaanse griep (uit de geschiedenis begin twintigste eeuw) en casus 3 – deels een herhaling van casus 2 de pestepidemie (uit de geschiedenis van de late Middeleeuwen).

Toen er in 2004 een nieuwe bijbelvertaling moest komen, was er bij het Nederlands Bijbelgenootschap een scherp besef dat het concept van ‘een nieuwe vertaling’ een weeklang bij wijze van spreken voorpaginanieuws is van de seculiere pers. Daarna kan het nog enkele maanden achtergrond zijn ergens in de bladen. En daarna is het nieuwtje er af en doet alleen de christelijke pers nog iets met het materiaal. Er is een hypergevoelig moment, een periode van afnemende gevoeligheid; en een periode waarin de wissels vastliggen. Het Bijbelgenootschap wilde daarom in die eerste hypergevoelige periode een speciaal product: een bijbeluitgave voor seculiere mensen. Dat werd de zogenaamd literaire bijbel. Deze uitvoering. Ik had als uitgever gevraagd aan Van Dale hoe je zo’n boek moest maken voor een algemeen publiek. De uitgever zei: ‘Je maakt een kloek boek. Je zorgt voor een schouderbandje met enkele quotes van literaire schrijvers, je laat die wiskundige tekens van Genesis 1:1 weg en zet groot op de rug ‘Bijbel’ of nog beter ‘De Bijbel’, want literaire mensen kopen toch maar één editie. Maar wel groot. Want dan zetten ze de uitgave op de schoorsteenmantel en als hun kinderen dan ontsporen kunnen ze naar de schoorsteenmantel wijzen en zeggen: ‘Het heeft aan ons niet gelegen, want de bronnen waren beschikbaar’. Het bijzondere van deze literaire uitgave is, dat hij een maand of negen goed heeft gelopen. Daarna was het in één keer voorbij. Mijn stelling bij de lockfree-periode is: We krijgen een aantal maanden waarin mensen opnieuw keuzes maken voor hun leefpatroon en daarna ligt het vast. Het is dus zaak die eerste weken goed te gebruiken.

We denken dat de lockdown enkele weken biedt waarin we als plaatselijke gemeente de kans krijgen onze plek in de samenleving met nieuw elan in te nemen. Een kairos-periode. Een geschikte tijd waarin we ons lokaal kunnen laten zien. Een periode, waarin we mensen kunnen nodigen zich op een eigen wijze te engageren voor het kerkelijke werk.

In kerkelijk jargon zou je het een periode van evangelisatie en verkondiging, van pastoraat en diaconaat kunnen noemen. In marketing woorden gaat het om extra aandacht voor product en promotie. We krijgen een unieke kans om te laten zien waar we als plaatselijke gemeente voor staan. We brengen die elementen uit het evangelie naar voren die herkenbaar zijn voor ziel en zaligheid van mensen. En we proberen doelgroepen hernieuwd aan ons te verbinden. In het achterliggende jaar hebben zich mensen op een digitale manier aangesloten bij onze gemeenten die eerder minder betrokken waren. En omgekeerd zijn er mensen wat uit zicht geraakt die tot voor een jaar als vanzelfsprekend de diensten en activiteiten van de kerk bezochten. Deze mensen pakken in de eerste weken van de lockfree een nieuw ritme op van leven en tijdsbestedingen waarop we als kerk graag willen inspelen. 

Ik wil nog twee casussen naar voren brengen. Casus 2 gaat over de Spaanse griep. We hebben eerder in de geschiedenis te maken gehad met epidemieën die tot een einde kwamen. In de eerste wereldoorlog hadden we te maken met de Spaanse griep. De ziekte maakte tussen de 20 en 100 miljoen slachtoffers. Het is interessant te zien in hoeverre het leven na de Spaanse griep anders werd opgepakt. Matthijs Deen maakte er voor Radio 1 een documentaire over, die is uitgezonden in het programma ‘Onvoltooid Verleden Tijd’. Hij stelde vast dat er zich grote culturele veranderingen voltrokken na de Eerste Wereldoorlog en na de Spaanse griep. Hij spreekt over een culturele revolutie die hij typeert als ‘de roaring twenties’. Hij stelt tegelijk vast, dat de verwijzingen naar de Spaanse griep bij de veranderingen minimaal waren. Er was eerder een besef dat oude waarden het niet hebben gehouden en leidden tot de Eerste Wereldoorlog. De roaring twenties waren een afrekening van het oude patriarchale systeem naar een nieuwe insteek van leven. Met andere woorden: De epidemie was niet de reden voor een andere levensstijl; het versnelde de keuzes die impliciet onderhuids al aanwezig waren in de samenleving.

Het zelfde zien we bij een derde casus die ik wil inbrengen. Ik ontleen het voorbeeld opnieuw aan het werk van Matthijs Deen. Hij gaat in op de late Middeleeuwen. Er woedde in grote delen van Europa een verschrikkelijke pestepidemie. Hele samenlevingen ontwrichtten. Complete dorpen raakten ontvolkt. Er ontstonden tekorten aan personeel op diverse plaatsen. De samenleving raakte ontwricht. Er waren arbeidskrachten nodig op diverse plaatsen om het dagelijkse leven in stand te houden. De oude privileges van de adel voldeden niet langer om de samenleving in stand te houden. Het waren de gilden die arbeidskrachten leverden en producten die opkwamen. De groeiende steden ontwikkelden zich tot machtsbolwerken die de oude kastelen en landhuizen van de adel overvleugelden. We kunnen dus na het doorzetten van de pest een zelfde conclusies trekken als uit casus twee: De epidemie was niet de reden voor een andere levensstijl; het versnelde de keuzes die impliciet onderhuids al aanwezig waren in de samenleving.

Hier stop ik en peil ik of er mensen zijn die willen reageren: ………

Opmerking bij presentatie 1: Het verhaal gaat uit van een kairosmoment voor iedereen. Is dat realistisch? Mensen beleven de lockdown heel verschillend. Je hebt bijvoorbeeld ook gemeenten waar geen slachtoffers zijn gevallen en groepen die minder van het coronavirus hebben gemerkt?
Reactie: Daar heb je wel gelijk aan. Het maakt een groot verschil vanuit welke ervaringen je spreekt. Er zijn veel verschillende bubbels, contexten. In die zin verschilt onze samenleving van 2021 van bijvoorbeeld die van begin jaren 20 en die van de late Middeleeuwen. Toch willen we proberen in het vervolg van deze ontmoeting enkele grote gemene delers te vinden van waaruit je naar het kerkelijke leven kunt kijken.

3. Breakoutrooms


Ik zou jullie willen uitnodigen om nu  naar een breakoutroom te gaan. Johan heeft jullie ingedeeld. Jullie krijgen ruim een kwartier. Daarin zullen zo’n zes mensen aan het woord komen. Dus je hebt pakweg twee minuten per persoon om een ronde te maken en om dan nog even met elkaar door te praten.

Vraag: Hoe zou ik in onze gemeente willen reageren op de lockfree?

Reacties vanuit de groepen:
* We merkten dat de situatie per plaats verschilt en dat je moet zoeken naar maatwerk.
* Ook bij ons verschilden de reacties. Sommigen zaten op de lijn: we moeten het bejaardenbezoekwerk inhalen. Anderen haalden bouwplannen van de kerk hernieuwd uit de kast. En weer anderen realiseerden zich het verschil in bezoek bij de streaming ten opzichte van de fysieke kerkgang.
* We hebben geleidelijk moeten afschalen en zullen vermoedelijk geleidelijk opschalen. We krijgen de kans om te zoeken naar maatschappelijke relevantie. Dat is een kans en een verantwoordelijkheid die we moeten pakken, ook diaconaal.
* We zien een wezenlijk verschil tussen een gewone kerkdienst en een dienst online. Het verschil zit ‘m in het besef van de gemeenschap, het gemeenschappelijk koffiedrinken na afloop.
* Je zou publieke aandacht willen van mensen als de deuren van de kerk weer opengaan. Misschien kunnen we de wijkteams inschakelen of in iedere straat een knabbel- en babbelmoment organiseren.
* Is de pandemie inderdaad een kairosmoment of is het slechts een rimpeling in de tijd?  Is de pandemie inderdaad een versnelling van iets wat er al gaande is? We moeten niet leven in ‘voor en na de ramp’. Iemand ziet geen kairosmoment, maar een lange termijn van geleidelijk aan steeds iets meer mogen/kunnen. Er zal een overgangsperiode zijn. Iemand anders zegt: beleven we nu niet al een kairosmoment
* (Hoe) Moet je de digitale kerkgangers meenemen als we in lockfree komen?
* Ik zie nieuwe ruimte. Mensen delen veilig en anoniem persoonlijke dingen via de mentimeter. Dat gebeurt in een fysieke dienst niet. Daar moeten we (of: wil ik) dus wat mee.
* Het meest is opgevallen dat mensen het zingen missen. Muziek is belangrijk in de dienst! We moeten zangdiensten organiseren, misschien wel met alle kerken samen.
* We moeten niet terug naar anderhalfuurs-kerkdiensten. Huidige (korte) kerkdienst is goed.


Tweede presentatie: Keuzes van de werkgroep


Ik zou in dit laatste deel enkele ervaringen willen doorgeven die we hebben opgedaan met een interclassicale c.q. landelijke werkgroep die in gesprek is over de invulling van de ruimte die weer gaat komen. Het zal uiteindelijk leiden tot een handreiking met aandachtspunten waar je als gemeente en als kerkenraad over in gesprek kunt gaan. Maar wellicht help ik de beeldvorming als ik iets van de gesprekken aanreik die we onderling hebben gevoerd.

Het ging allereerst over de vraag of de lockfree ineens zal plaatsvinden, of wellicht eerder fasegewijs. Dat laatste is het meest aannemelijk. Het impliceert dat je niet in één keer een klaroenstoot kunt geven, maar je doelen ultiem moet vaststellen en dan in etappes daarnaar toe kunt werken. We hebben als werkgroep daar een schema bij gemaakt. Ik laat dat even zien:

Inhoud Lockdown / beperkt / lockfree


*
Eredienst: vieren en gedenken                                  Werkgroep   / publiciteit / vieren

* Eredienst: wel/niet gevaccineerd                                …..                   ….        …..

* Eredienst: livestreamen                                             …..                   …..        …..

* Pastoraat: Omzien naar elkaar                                   etc.               etc.           etc.

* Pastoraat: Roofbouw vrijwilligers

* Diaconaat: Financieel klem

* Missionair: meekijkers

* Vorming: persoonlijk / geloofsgesprek

* Vorming: theologie maakbaarheid

* Gemeenteopbouw: visie kerkzijn

* Gemeenteopbouw: financiën 

Routekaart

Je ziet verschillende onderdelen van het werk. Van ‘Eredienst’ tot ‘Pastoraat’. En bij elk onderdeel wordt als het ware een diagram ingevuld op drie plaatsen: wat doe je bij de lockdown? Wat doe je bij beperkte ruimte? Wat doe je bij een lockfree? Je kunt plaatselijk dan met een uitwerking komen. Je kunt het integrale thema opsplitsen en diakenen, kerkrentmeesters, publiciteitsouderling, missionaire ouderling, predikant elk om een eigen uitwerking per segment vragen.

Een tweede vraag ging over het thema: Ga je op de oude voet verder, of kies je er voor om op een nieuwe manier kerk te zijn. Een voorbeeld van vernieuwing bieden twee schrijvers van vrijgemaakte en christelijke gereformeerde huize. Ze kiezen voor de titel Herkerken.

De schrijvers, Remmelt Meijer en Peter Wierenga willen dat de kerk anders vorm krijgt. Meer in kleine groep. Minder uit op massa-ontmoeting. Als interregionale werkgroep hebben we gezegd: We gaan als werkgroep niet integraal op die lijn van verandering zitten. Het is aan het agogische proces in kerkenraden zelf of men structureel online-vieringen wil houden, of men op een andere manier kerkzijn wil invullen. We proberen de goede vragen aan te reiken die de plaatselijke bezinning kunnen dienen.

Een andere vraag ging over de verschillende niveaus van kerkzijn. Hoe kan je land, regio en plaatselijk vlak goed op elkaar laten aansluiten. Uiteindelijk hebben we er als werkgroep voor gekozen om ons te beperken tot het plaatselijk vlak, een handreiking voor plaatselijke gemeenten om het gesprek intern te voeren. Daarin verschuift dus onze insteek van marketing naar agogiek. Als je aan marketing denkt, denk je aan alle niveaus. Dan zou je bijvoorbeeld een advies op drie niveaus kunnen aanreiken. Ik geef een voorbeeld:

Als plaatselijke gemeente:
1. Organiseer een dankdienst.
2. Koop advertentieruimte.
3. Pas de website aan.
4. Handhaaf het beamerteam.
etc.

Als classis:
1. Ga digitaal in gesprek.
2. Activeer de ringen.
etc.

Als generale synode:
1. Overweeg een landelijke viering.
2. Overweeg een verklaring.


Marketing of agogisch?

Marketing stemt alle onderdelen van een organisatie onderling af, brengt ze in een verband, en geeft praktische opdrachten. ‘Organiseer een dankdienst’, ‘pas de website aan’. Iemand weet precies wat hij of zij moet doen. De werkgroep voelt als nadeel, dat zoiets erg top-down overkomt. En een nadeel is, dat je van uniformiteit van plaatselijke gemeenten uitgaat. Maar de praktijk is divers. De ene gemeente zal enige herkerking willen. De andere gemeente wil zo snel mogelijk het jeugdwerk en de eredienst in de oude vormen herstellen. De ene gemeente wil werk maken van de mensen die online zijn aangehaakt en die vroeger niet in de kerk kwamen. De ander wil de agenda minder door dat gegeven laten bepalen.

Uiteindelijk is gekozen voor een meer agogische weg, dus minder marketing. Met een focus op het plaatselijke niveau. De inhoudsopgave van een handreiking ziet er als volgt uit:

Ook hier vind je de thema’s plaatselijk terug. Ik noem als voorbeeld ‘Eredienst’. Het is de bedoeling in de handreiking dan een uitwerking te maken van de plaats van de ‘online-viering’. En zo worden er enkele thema’s aan de orde gesteld en volgt er steeds een uitwerkende tekst. De teksten kan je gebruiken om het gesprek over een onderwerp in eigen kring aan de orde te stellen.

Ik ben van plan jullie nog een mail hierover te sturen met de vraag of je thema’s mist of wilt schrappen bij deze handleiding. Voor nu volstaat de intentie.

Ik bied graag weer ruimte om er vragen bij te stellen of opmerkingen te maken.

Opmerkingen bij presentatie 2:

* Ik wil een compliment maken. Ik vind de opzet verhelderend. Mijn vraag: Wanneer komt de brochure beschikbaar?
Reactie: het projectplan gaat uit van beschikbaar rond pasen, zeg 1 april.

* Ik zou graag iets meer willen dan alleen de brochure. Ik ben ook geïnteresseerd in de uitwerking van de marketingfilosofie.
Reactie: de groep die verantwoordelijkheid draagt voor de brochure kiest voor de uitwerking van de inhoudsopgave. Ik kan bij het aanreiken van de schriftelijke versie van deze ontmoeting wel wat woorden aan de marketing wijden als pleister op de wonde.

* Ik zou de classis het advies willen geven om het middel van de digitalisering blijvend in te zetten.
Reactie: Waarvan acte.

* Welke invalshoek acht je het belangrijkste van alle? Waar ligt de grootste uitdaging?
Reactie: vanuit het gemeentelijke niveau gedacht heb ik de indruk dat het thema ‘gemeenschap’ het sterkste leeft. Men is zich ook bewust van andere zaken, bijvoorbeeld de noodzaak alert te zijn als diakenen vanwege de terugslag die sommige mensen maatschappelijk zullen ervaren in hun beroep en hun inkomen. Een overzicht van de kerkelijke financiën en de inkomsten van kerkbalans 2021 heb ik op dit moment nog niet, maar dat lijkt me ook een aandachtspunt. Hoe dan ook, ik zou ‘gemeenschap’ als het centrale thema kiezen. Herken je dat?
Vragensteller: Ja, dat herken ik wel. Misschien dat ik het woord ‘verbondenheid’ zou kiezen. Maar dat ligt in elkaars verlengde.

* Ik meen dat je bij een kleine dertig deelnemers nog niet tevreden kunt zijn. Het is een thema wat iedereen raakt. Dus er zouden veel meer mensen werk moeten maken van een strategie bij lockfree.
Reactie: Ik ben wel tevreden. Deze ontmoeting is niet opgezet als onderdeel van een campagne, moet je weten We hadden het thema slechts summier aangekondigd in een flits en zagen een soort informele koffie-ontmoeting voor ons. Dat op zo’n aanbod al zoveel los komt, zegt iets over de betrokkenheid van mensen bij het thema lockfree.

* Ik wil even wat rechtzetten. Wij hebben veertig begrafenissen gehad in het achterliggende jaar. Dat zijn voor een deel coronaslachtoffers, maar niet allen.
Reactie: Waarvan acte.

5. Afsluiting


Ik wil afsluiten en lees nog een keer Gezang 845: 3. Dank voor de aandacht.