Foto: een goed gevulde zaal in Hoogeveen

Veel herkenning bij stagnerend beroepingswerk


Liefst 27 beroepingscommissies hadden zich opgegeven voor de themamiddag over het beroepingswerk in Hoogeveen. In het informele marktgedeelte van 26 september wisselden ze onderlinge ervaringen uit. Dat gaf herkenning. ‘Ik vind het leuk om betrokken mensen te spreken’, zei iemand, ‘ik merk dat het wel goed gaat komen met het koninkrijk van God’.

Uit Overijssel-Flevoland meldden zich diverse beroepingscommissies bij het evenement dat georganiseerd was door het bureau mobiliteit van de PKN in samenwerking met drie noordelijke classes. Dronten, was er, en Hengelo. En er waren aanmeldingen uit: Daarlerveen, Wijhe, Denekamp, Rutten, Vroomshoop en Staphorst De Rank.

Alleen de herkenning was al een verademing. Een enkele beroepingscommissie was al meer dan twee jaar bezig. En dan geldt: gedeelte smart is halve smart. Nader onderzoek wijst uit dat in de regio Groningen-Drenthe zo’n veertig procent van de vacatures langer aanhoudt; in Overijssel-Flevoland is dat twintig procent. In de wandelgangen klonken er verschillende argumenten waarom pastores wegblijven: ‘Mensen hebben een partner die werk moet hebben en dat kunnen we niet bieden’, ‘Mensen vinden het moeilijk te verkassen, omdat ze zich schuldig voelen over de corona-tijd waarin ze weinig zichtbaar waren’, ‘Mensen willen niet naar onze woonplaats komen, omdat er te weinig voorzieningen zijn’, ‘Mensen vinden dat wij te ver weg wonen van de Randstad’.

Het mobiliteitsbureau dat de ontmoeting van beroepingscommissies en pastores organiseerde, kreeg allerlei suggesties om het beroepingswerk te optimaliseren. Zo is iedere beroepingscommissie verplicht een lijstje op te vragen van mogelijk geschikte predikanten. Bij nader onderzoek merken beroepingscommissies dat veel mensen onmiddellijk weer afvallen, omdat ze niet willen verkassen. Moet je die mensen dan wel op een lijstje zetten? 

Twee predikanten hadden te voren aangegeven dat ze twijfels hebben bij het beroepingswerk, omdat ze zelf leeftijdsdiscriminatie ervaren. Navraag in de wandelgangen leverde een afwachtende houding op bij nogal wat beroepingscommissies. ‘Wij moeten de profielschets als uitgangspunt nemen’, suggereerde de één. ‘Als we iemand van boven de zestig beroepen, kunnen we de beroepingscommissie wel in stand houden, want dan ben je binnen een paar jaar weer aan de beurt’. Ik (KvdK) bracht er tegenin, dat je heel goed een zestigplusser kunt beroepen, omdat nu eenmaal meer dan de helft van de predikanten in die leeftijdscategorie valt. Je weet ook zeker dat ze na een paar jaar weggaan, en bij proponenten kan je vermoeden dat ze ook niet veel langer blijven. En zestigplussers blijken in de praktijk mobieler dan veertigers en vijftigers die meer verplichtingen hebben naar hun privésituatie.

Enkele beroepingscommissies klaagden over het ontbreken van een goede gids waarin alle namen, adresgegevens en curriculum van predikanten en pastores is te vinden. ‘Men is er mee opgehouden zo’n gids te maken toen er te veel fouten in bleken te zitten’, zei een official. ‘Men beroept zich op de AVG’, zei een ander. Toch was men het er eigenlijk wel over eens dat een gids met namen en rugnummers vanzelfsprekend zou moeten zijn. Een official wist te vertellen dat men bij communicatie van de PKN werkt aan zo’n digitale versie van een gids. Maar het is niet duidelijk wanneer die verschijnt. ‘Wij kunnen zo’n gids goed gebruiken voor het beroepingswerk, maar ook voor het benaderen van mensen op ons preekrooster’, zei een bezoeker.

Een kerkelijk werker vroeg zich af of het mobiliteitsbureau ook werkt voor de pastores in bredere zin. Het mobiliteitsbureau vertelde desgevraagd dat daar ook mensen voor zijn en dat kerkelijk werkers die willen muteren zich kunnen melden. 

Ds. Giel Schormans sloot de bijeenkomst af. Hij stelde aan het einde een gewetensvraag: ‘Wie van u bidt wel eens of uw kind of kleinkind dominee zou kunnen worden?’ Er klonk gekuch en geschuifel in de zaal, toen hij de vraag stelde. Schormans benoemde het belang van de campagne die is ingezet om theologie te gaan studeren. Jurjen de Groot, directeur van de Dienstenorganisatie, heeft het personeel laten weten dat er ook aanvullend budget is om mensen die theologie willen studeren te ondersteunen. Ds. Annemiek Boonstra benadrukte desgevraagd dat er financiën beschikbaar zijn voor werkgemeenschappen die zich verder willen kwalificeren in de permanente educatie.

Een delegatie uit Vroomshoop 

Een delegatie uit Hengelo 

Een delegatie uit Daarlerveen 

Een delegatie uit Dronten 

Een logo mee