Foto: Shadi Haddad

Multicultureel Bijbellezen


Intercultureel bijbellezen is in Nederland bekend sinds Hans de Wit promoveerde in 2004 promoveerde op een analyse van het verhaal van de vrouw bij de bron uit Johannes 4. Hij liet zien hoe mensen uit verschillende culturen aankijken tegen de vrouw bij de bron. Zijn studie was aanleiding om onder meer het Centrum voor Contextueel Bijbellezen op te richten aan de Vrije Universiteit. In Overijssel-Flevoland was er tijdens de coronacrisis een oefening door samen met voorgangers in Zuid-Afrika te spreken over het lijdensverhaal in het evangelie van Johannes. Tijdens het inspiratiefestival van Terschelling brachten Shadi Haddad en Michael Willy Patawala een ervaring 2.0.

Shadi Haddad kwam zes jaar geleden vanuit Syrië naar Nederland. Niet veel later volgden zijn vrouw Yara en hun kinderen. Hij werkt als specialist migrantenkerken bij de Protestantse Kerk in Nederland.  Voor zijn verhaal, klik hier.  
Michael Willy Patawala kwam enkele jaren geleden vanuit de Molukken naar Nederland. Hij werkt als predikant bij de Molukse Evangelische Kerk.

De groep werd aanvankelijk in tweeën gedeeld. De ene groep moest in twee minuten argumenten noemen waarom witte kerken geen contact met migrantenkerken moesten zoeken. De discussie duurde enkele minuten. Daarna werden de rollen omgewisseld.

Michael zette de toon in de ontmoeting door mensen te vragen een lied te zingen en ondertussen rond te lopen. Het lied klonk in het Nederlands en daarna werd er gezongen in het Bahasa. Aan het eind vroeg de jonge dominee de bezoekers in groepjes te gaan staan, eerst van zes, na een tweede zangronde in groepjes van vijf. Daarmee waren er gemixte subgroepen ontstaan. In de subgroepen werd er gesproken over het verhaal van de barmhartige Samaritaan.

Daaraan voorafgaand gaf Shadi een toelichting op de clashing of cultures. Hij vertelde hoe hij naar Nederland kwam als vluchteling uit Syrië. Hij kreeg vanuit het azc een plastic creditcard. Maar eenmaal in Amsterdam gekomen, bleek de kaart niet te werken om terug te komen. Hij vroeg de buschauffeur of hij gratis mee mocht. Dat werd geweigerd. Een man achter hem bood aan zijn reis te betalen. ‘Ik was in mijn cultuur gewend dat je zo’n aanbod eerst afslaat en als de ander dan nog een keer aanbiedt, zeg je ja. Dus dat deed ik ook hier. ‘Nee, u hoeft niet te betalen’, zei ik tegen de man. En tot mijn schrik liep hij toen gewoon door. Ik kon nog niet terug naar het azc. Dat was mijn eerste kennismaking met de Nederlandse cultuur die anders in elkaar zit dan de Syrische’.

Shadi liet een bijbelfragment zien uit Galaten 3: 26-28, waar Paulus uitlegt dat hij geen onderscheid maakt tussen Jood en Griek. Hij toonde tekst van de visienota van de PKN. En hij vertelde dat er inmiddels zo’n 1,3 miljoen christelijke migranten in Nederland wonen. Het is een hele kunst om die nieuwe migranten in contact te brengen met de van ouds aanwezige kerken in Nederland. Maar hoe mooi is het als samen een kerkgebouw kunt gebruiken, zodat het gebouw minder leeg staat. En dat je bereid bent te accepteren dat niet altijd de borden en de lepels op dezelfde plaats liggen. Of dat er even een geur van kruiden hangt in de kerkruimte.

Shadi stak de spade nog dieper in de grond toen hij vroeg hoe verschillende culturen naar Jezus kijken. Hij liet beelden zien van Afrikaanse iconen waar Jezus is afgebeeld als zwarte man en beelden van Indonesië waarin Jezus weer andere looks heeft. ‘Je kunt niet verwachten dat mensen die de slavernij hebben meegemaakt, Jezus afbeelden met blauwe ogen en blond haar’. En hij toonde kort achter elkaar kerken van over de hele wereld die zingen. Na de sprankelende beelden uit Afrika en de latin-sound uit Latijns-Amerika stak de kerkdienst in een Nederlandse Bondsgemeente er schril bij af.

Het werd persoonlijk toen Shadi vertelde over de relatieve welvaart die hij meemaakte in Syrië voor 2011. Hij las het verhaal uit Lukas 16: 19-31, over de rijke man en de arme Lazarus, en hij voelde zich de rijke man die ook goed wilde zorgen voor de arme Lazarus. Maar de oorlog vanaf 15 maart 2011 veranderde alles. Hij verloor zijn werk, zijn huis, familieleden, hij moest in het leger en vluchtte. Hij kwam in Nederland en ineens was hij Lazarus. Het perspectief van bijbellezen was veranderd. Soortgelijke ervaringen kan je opdoen bij andere bijbelverhalen, zoals de vlucht uit Egypte (Mat. 2: 13-15).

In de workshop ging het verder over het verhaal van de barmhartige Samaritaan. De vragen werden gesteld: Wie ben jij in dit verhaal? En kan je ook een andere bril opzetten? Er werd in groepjes over gepraat. Eén groep herkende zich in de priester en in de verteller, maar realiseerde zich dat ze op een bepaalde manier bij een perspectiefwissel ook zouden moeten kunnen kijken als de gewonde man aan de kant van de weg. Een andere groep vertelde dat men lang had gesproken over de vraag ‘wat geeft mijn leven zin?’ Weer een andere groep refereerde aan een ervaring in Indonesië waar het best ingewikkeld is iemand naar een ziekenhuis te brengen, want er zijn geen verzekeringen en als aanbrenger van iemand werd je ook geacht te betalen.

Shadi vertelde dat hij kinderen op school in Syrië het verhaal had verteld en gevraagd had met wie men zich identificeerde. Een wat recalcitrant kind kon niet kiezen voor de Samaritaan of voor de gewonde. ‘Met wie wil je jezelf dan vergelijken?’ ‘Met de ezel die de gewonde man draagt’, had hij gezegd. En toen Shadi het verhaal aan zijn vader had verteld, had deze gereageerd: ‘De Samaritaan doet veel goed, maar hij doet te weinig. Hij brengt de gewonde naar een herberg. Waarom kon hij de gewonde man niet gewoon in huis opnemen?’

Als moraal van de ontmoeting werd verwoord: Eerst is er altijd een ontmoeting met andere mensen. Daarom is het goed te weten waar migrantenkerken te vinden zijn. En dan is er de vraag of je bereid bent te leren, te accepteren en te waarderen dat er in Nederland veel diversiteit is.