Ziekte van predikant 

Wat moeten we doen als kerkenraad wanneer onze predikant ziek wordt? Die vraag komt met enige regelmaat bij de classis binnen. Het gaat om uitzonderlijke situaties, waar je niet op de automatische piloot kunt varen. Wat doe je wel, wat doe je niet? Belangrijk is dat de communicatie goed wordt afgestemd. In principe is er één officieel contactpunt: de scriba van de (wijk)kerkenraad. En er is een protocol, wat helpt de goede stappen te nemen.

Het protocol is een hulpmiddel. Soms lukt het een predikant om meer te doen dan wat er in het protocol staat, meer te overleggen bijvoorbeeld. Soms ook is de ziekte verweven met werkdruk of vraagt de ziekte om enige afstand van het werk; dan biedt het protocol een veilige afscherming om als predikant ziek te mogen zijn en even de boel de boel te laten.

Als classis vinden we het fijn, om te worden geïnformeerd over ziekten die een maand of langer duren. Dat is overigens geen vereiste van het protocol. Als een ziekte vele maanden duurt en richting het jaar gaat (waarin de arbeidsvoorwaarden veranderen) probeert de classispredikant langs te komen bij de predikant en het moderamen. Het bezoek is pastoraal en ordenend bedoelt. De classispredikant verduidelijkt het protocol en gaat in op vragen die in de loop van een ziekteverlof kunnen ontstaan. Het staat de patiënt vrij om zo’n bezoek van de classispredikant af te wijzen of er juist zelf om te vragen. De formele begeleiding komt van de arbo-arts. Hij of zij loopt inhoudelijk mee met de patiënt.

Enkele communicatieve onderdelen van het protocol zetten we hier op rij. Voor een compleet overzicht verwijzen we naar de website van de Protestantse Kerk, waar een meer uitgewerkte versie te vinden is. We houden hieronder vooral het perspectief aan van de scriba van de kerkenraad, omdat we daar als classis de meeste vragen over krijgen.

Stappen rond de ziekte van de predikant

1. De predikant meldt arbeidsongeschiktheid als gevolg van ziekte op de eerste dag bij de scriba van de (wijk)kerkenraad. De meldingsplicht geldt ook tijdens vakantie- en educatieverlof, in welk geval de predikant de ziekte aantoont door een verklaring van een geconsulteerde arts. De predikant geeft bij ziekmelding aan de scriba voor zover mogelijk informatie over:
a. de beperkingen als gevolg van de ziekte
b. de verwachte duur van de ziekte
c. de te nemen maatregelen met het oog op de voortgang van het werk en de vervanging van de predikant.

Je merkt soms in de praktijk dat diverse kerkenraadsleden een verantwoordelijkheid voelen om het contact met de predikant te onderhouden. In procedurele zin is het echter de scriba van de kerkenraad die dat doet. Het protocol schrijft niet voor, dat kerkenraad en gemeente geïnformeerd worden over de situatie. In persoonlijke contacten van de classispredikant adviseren we om wel gepast (dus niet te veel detail, maar wel in hoofdlijnen) iedereen te informeren, natuurlijk in lijn met het overleg dat de scriba voert met de predikant.


2. De scriba van de (wijk)kerkenraad legt de datum van de eerste ziektedag schriftelijk vast en meldt de ziekte uiterlijk twee weken na het begin aan:
a. de Arbodienst
b. (indien van toepassing) de scriba van de algemene kerkenraad
c. het college van kerkrentmeesters met het oog op de rechtspositionele aspecten van de ziekte

3. Op het moment dat de ziekte één week duurt, maakt de scriba een afspraak met de predikant over het onderhouden van contact (o.m. frequentie, wijze en plaats van contact). Met het oog op de reïntegratie informeert de scriba, indien de gezondheid van de predikant dit toelaat, in de periodieke contacten de predikant over de ontwikkelingen in de gemeente.

4. Als de predikant veertien dagen aaneengesloten ziek is geweest, roept de arbodienst de predikant op voor een consult bij de bedrijfsarts. Bij een derde ziekmelding binnen drie maanden roept de arbodienst de predikant direct op. De bedrijfsarts maakt in het eerste verzuimjaar gemiddeld om de zes weken een vervolgafspraak en in het tweede verzuimjaar om de drie maanden. Als de situatie daar aanleiding toe geeft, kan een lagere frequentie worden afgesproken en kunnen de consulten ook telefonisch plaatsvinden.

5. De scriba is gerechtigd, na melding aan de predikant, met de bedrijfsarts te overleggen over de bevordering van de werkhervatting door de predikant. De bedrijfsarts stelt de predikant op de hoogte van de uitkomst van dit overleg.

6. Op het moment dat de ziekteperiode dertig dagen duurt, meldt de scriba de ziekte van de predikant bij de werkgemeenschap van predikanten met het oog op de door deze vergadering eventueel te nemen maatregelen voor vervanging van de zieke predikant (ord. 4-12). Niet vereist maar wel op prijs gesteld: aan de scriba van de classis met c.c. aan de classispredikant.

7. Als de ziekteperiode tien maanden heeft geduurd, meldt de arbodienst ter signalering de datum van de eerste ziektedag bij de Beheercommissie centrale kas predikantstraktementen, opdat deze commissie de gemeente kan informeren over de rechtspositionele gevolgen van langdurige ziekte.

8. Op het moment dat de ziekteperiode twaalf maanden duurt, geeft de scriba een melding aan het college van kerkrentmeesters en de Beheercommissie centrale kas predikantstraktementen met het oog op de verlaging van het traktement en de bijdrage aan de centrale kas predikantstraktementen als bedoeld in artikel 24 van de generale regeling rechtspositie predikanten.

9. Indien de kerkenraad van oordeel is dat de predikant de ambtelijke werkzaamheden deels of geheel kan hervatten, legt de scriba dit oordeel, na melding aan de predikant, voor aan de bedrijfsarts. De bedrijfsarts stelt predikant en scriba op de hoogte van zijn oordeel.

10. Indien de bedrijfsarts adviseert tot gehele of gedeeltelijke werkhervatting van de predikant, is de kerkenraad gehouden de voorwaarden te scheppen die nodig zijn voor de opvolging van het advies, ook waar het duidt op de wijze waarop het werk hervat kan worden (denk aan: werktijden, aanpassingen, welke taken wel, welke taken niet, inschakeling werkbegeleiding e.d.).

11. De scriba legt de datum van de gedeeltelijke of gehele werkhervatting schriftelijk vast en meldt die direct aan:
a. (indien van toepassing) de scriba van de algemene kerkenraad
b. het college van kerkrentmeesters
c. de werkgemeenschap van predikanten, indien de ziekte daar al gemeld was
d. het breed moderamen van de classicale vergadering, indien de ziekte daar al gemeld was
e. de beheercommissie centrale kas predikantstraktementen, indien de ziekte daar al gemeld was

De scriba bevestigt schriftelijk aan de predikant de datum van gedeeltelijke of gehele werkhervatting.

Voor het complete protocol van de Protestantse Kerk, klik op de zoekmachine van google de trefwoorden: 'verzuimprotocol' en 'PKN' in en er komt een pdf in beeld, waarop je kunt doorklikken.