
Foto: links ds. Corine Zonneberg - de Beer, rechts ds. Jurek Woller
Kerkgroei in Rotterdam
Het Noorderlicht in Rotterdam is één van de meest succesvolle pioniersplekken in Nederland. Vanuit één gemeente, vlakbij het centraal station, zijn er vijf nieuwe vestigingen geopend. Het lukt om in samenspraak met de aanwezige Protestantse gemeente van Rotterdam te werken. Dat was de reden voor de classispredikanten een tweetal predikanten uit Rotterdam uit te nodigen in het beraad van classispredikanten op 25 juni 2025 in Utrecht.
Ds. Jurek Woller is predikant van zowel de oude Oranjekerk als van de pioniersgemeente in het gebouw. Ds. Corine Zonneberg – de Beer werkt in de pioniersplek van Rotterdam Charlois, een gemeente die functioneert naast de oude wijkgemeente.
Ze vertelden hoe de pioniersplek Noorderlicht is ontstaan, de gemeente waar het allemaal mee is begonnen. De plek ontstond uit een soort van frustratie bij de pionier ds. Niels de Jong. Hij komt uit een dorp van gereformeerde bonds-signatuur. Hij wilde er belijdenis doen. Hij nodigde zijn vrienden van de voetbalvereniging uit en stelde vast dat de inkleuring van de dienst totaal niet aansloot bij de manier van leven van zijn teamgenoten. Dat moest anders, dacht Niels. Hij begon in één van de kwijnende wijken van Rotterdam opnieuw. Hij startte met vijf mensen van de Navigators in de grote Prinsenkerk, bij het station. Daar stonden 800 stoelen in de kerk, maar er kwamen niet meer dan 50 mensen.
Vooral twintigers
De start van Noorderlicht voltrok zich niet met een duidelijke visie of een omschreven strategie. Men kwam als jonge mensen simpelweg bij elkaar voor een zondagse viering. Dat was eerst één keer per maand. Het begon met 25 personen; vrienden en familie van de Navigators. Na twee jaar waren er al honderd mensen en hield men om de week erediensten. Vooral twintigers haakten aan. Niels de Jong hield de achtergronden bij. Ongeveer een derde van de nieuwkomers was intreder en herintreder; twee derde was afgestudeerd en wilde in de stad blijven wonen, deze mensen waren kerk zoekend om zo te zeggen. Uiteindelijk stapte niemand van de Prinsenkerk over naar het Noorderlicht.
De vraag kwam op hoe de groei verklaard moet worden. ‘We zien het allereerst als God werk’, zei één van de informanten. ‘We zien er Gods hand in’. Daarnaast zijn er ook sociologische factoren die een rol spelen. ‘Dat wat je bent, trekt aan’, zei een van de Rotterdamse predikanten. Je wilt bij een groep horen en geen exoot zijn, zoals je kan overkomen als je in een gemeente belandt zonder leeftijdgenoten. Mensen snapten ook dat ze bij aansluiting bij het Noorderlicht zelf iets moesten gaan doen. De twintigers en dertigers willen zelf verantwoordelijkheid dragen. Ze schuiven de zaken niet te snel door naar een predikant of een andere ambtsdrager. ‘Ze kiezen bijvoorbeeld zelf hun liederen en geven dat briefje aan de predikant’. Het muziekteam beslist.
DNA
Er werd altijd rekening gehouden met nieuwkomers. Er stond iemand bij de deur die de nieuwkomers verwelkomde. ‘Het zit in ons DNA dat we kerkelijk jargon vermijden’, werd gezegd. Niels de Jong heeft verschillende sleutels van het format benoemd. Ze krijgen verantwoordelijkheid. De prediking gaat over het gewone leven. En de prediking is met 20, 25 minuten best stevig qua tijd. De inleiders gaven toe dat de gemeente relatief bestaat uit veel hoog opgeleide, witte mensen. Cultureel is het niet zo divers, al verschilt het wel qua nieuwe gemeenten die inmiddels zijn gevormd in de Oranjekerk, Charlois, Vlaardingen, Schiedam en Capelle. In feite zijn er drie pioniersmodellen: Je kan van buiten de kerk beginnen (Spangen), je kan van binnenuit met zondagse erediensten starten als revitalisering van wat er is, of als planting naast de oude gemeente. Rotterdam koos vooral voor het derde model. Bij een revitalisering is 1+1=1,5; bij een nieuwe planting kan je toewerken naar: 1+1=3.
Qua liturgie kiest men voor iemand die welkom heet, een gebed, drie / vier liederen, een schriftlezing met uitleg, een luisterlied, nog twee liederen, kinderen die van de nevendienst terugkomen en een zegen. De liturgie is dus minder ingevuld dan men in meer klassieke protestantse gemeenten gewend is. De beste aanvangstijd is 11 uur. Jonge gezinnen kunnen dan wat uitslapen, maar het moet ook niet te laat worden.
Lege kruiken
Ds. Niels de Jong kreeg een bijbeltekst op het hart, waarin Elisa opdraagt om lege kruiken bij elkaar te brengen, die daarna gevuld worden. Zo zag hij het beeld voor zich van klassieke kerken die weer mensen ontvangen. Steeds weer was de vraag: Staat de zittende gemeente open voor vernieuwing? Is er een uitnodiging van de oude gemeente om met een nieuwe planting vanuit het Noorderlicht te beginnen? Er is voorkeur om met iets nieuws te beginnen, omdat je anders veel gedoe krijgt over slechts kleine veranderingen. Je wilt de energie in iets anders stoppen, de opening van het evangelie. Het Noorderlicht kiest daarbij voor nieuwe gemeenten in oude kerkgebouwen en voor aansluiting bij de PKN. Dat is anders dan bijvoorbeeld Mozaïek waar men werkt vanuit sporthallen en andere publieke gebouwen. Als er een uitnodiging is, komt er een nieuwe gemeente naast de oude. Dat ziet men als de mixed ecology. Die twee gemeenten worden vervolgens huisgenoten. Soms gaan ze dingen samen doen, zoals een gezamenlijke kerstlunch. Soms ervaart men ook dat het wijzer is de werkwijze gescheiden te houden, omdat men anders over en weer vervreemdend over komt.
Niet ieder initiatief is onmiddellijk succesvol. Eén van de wijken botste met de nieuwe gemeente. Dat had ook te maken met de manier waarop het was voorbereid. De oude gemeente had te veel het idee, dat de jonge planting geld zou opleveren. Men zag de nieuwe gemeente te veel als concurrent. Nadat er enige vernieuwing was in het leiderschap, lukte het toch om meer vertrouwen te ontwikkelen. Het geld kwam in het eerste stadium vooral van de IZB.
De inleiders noemden ook twee plaatsen waar de nieuwe planting niet echt wortel schoot. Dat kwam bijvoorbeeld voor, daar waar een algemene kerkenraad te rigide de regie wilde houden. Je hebt ruimte nodig en je hebt een groep nodig die wil beginnen van ongeveer 25, 30 personen.
Ds. Jurek Woller is inmiddels voorganger van zowel de nieuwe planting als de oude gemeente. ‘Ik hou er gewoon dezelfde preek’, vertelt hij. Maar de cultuur ligt mijlenver uit elkaar. De pioniersplek heeft een sfeer van ‘als je een idee hebt, ga het maar doen’. In de wijkgemeente worden meer discussies gevoerd over veranderingen. Ook de leeftijd verschilt. In de pioniersplek is dat gemiddeld 30 jaar, in de oude wijk ligt het gemiddelde boven de zeventig jaar.
Vrijheid gunnen
De vraag werd gesteld of een dergelijke insteek op andere plekken dan het Noorderlicht mogelijk is. Jurek Woller vertelde dat hij in Engeland was geweest om dat te onderzoeken. Je zag daar dat de Alfa-insteek vanuit Londen zich verspreidde over het hele land. Vanuit provinciecentra ging het verder naar meer regionale centra. Het begon er mee, dat mensen de ruimte kregen. Het gaat om de vraag: ‘Durf je de ander vrijheid te gunnen?’
De werkers van de nieuwe plantingen hebben in Rotterdam een volwaardige plaats binnen de algemene kerkenraad. Er wordt nu gewerkt aan uitbouw van het netwerk over bredere delen van Nederland. Je hebt op een plek waar je wilt beginnen een stevig kernteam nodig en een AK die ruimte geeft. De eerste gemeente in Rotterdam heeft inmiddels zo’n honderd leden en weet met 68.000 euro opbrengst al een behoorlijk deel van de kosten te dragen. De mixed ecology vraagt een nuchtere aanpak. ‘Als iemand een kind wil laten dopen, kan je zeggen: Je hebt bij ons twee mogelijkheden’.
De bijeenkomst bij de classispredikanten werd afgerond met de constatering dat de kerkstructuur een brede toepassing moet gunnen en dat het een uitdaging is te verkennen of het concept breder in Nederland kan worden aangereikt.
Foto onder: De twee inleiders geflankeerd links door ds. Marco Luijk (Brabant/Limburg/Waalse gemeenten) en ds. Wilbert van Iperen (Veluwe, dit jaar voorzitter van het beraad van classispredikanten)
