Foto: gemeenten worden aangeslagen op alle inkomsten, ook uit 'dood geld' (archieffoto)

Aanslag gemeenten gaat veranderen


Er komt een andere methode om het quotum te berekenen en de bijdrage voor het solidariteitsfonds. Gemeenten met vermogen gaan meer betalen. Vanuit de opbrengsten van levend geld kan de bijdrage bescheidener worden. In juni komen de percentages vast te staan. En dan weet iedere gemeente hoe groot de afdrachten naar de landelijke kerk zullen zijn.

De kleine synode van de Protestantse Kerk heeft op 15 maart ingestemd met deze veranderingen. De invoering van het nieuwe systeem bestaat eigenlijk uit twee stappen: de eerste stap is nu gemaakt en gaat over de methodiek; het is de bedoeling dat er in juni percentages aan de gekozen methodiek worden gehangen en dan kan iedere gemeente en iedere diaconie uitrekenen wat de consequenties zijn voor de eigen situatie.

Er is bewust voor deze twee stappen gekozen. Daardoor kan er eerst onbevangen worden gekeken of de methodiek eerlijk is. Als je direct cijfertjes koppelt aan de methodiek, gaat iedereen direct aan het rekenen en zal men al gauw geneigd zijn op basis van het (vermeende) eigen belang een beoordeling te geven. Door eerst te kijken naar de onderliggende filosofie, kan je daarin zuiverder zijn. De kleine synode die de plannen 15 maart kreeg voorgelegd is unaniem akkoord gegaan met de systematiek.

Of dat in juni ook zo zal zijn als de cijfers er bij komen zal blijken. Duidelijk is al wel, dat de totale lastendruk op gemeenten en diaconieën niet groter wordt, de landelijke kerk en de solidariteit tussen plaatsen wordt niet duurder, om zo te zeggen. Tegelijk is duidelijk dat twee derde van de gemeenten minder gaat betalen en een derde meer. Dat kan spannend zijn voor gemeenten, want als je meer moet gaan betalen, moet je linksom of rechtsom meer geld overmaken. Je kan dat hinderlijk vinden, je kan ook zeggen: We hebben jarenlang mazzel gehad dat we al die jaren met een deel van onze inkomsten onder de radar zijn gebleven.

Voor Overijssel en Flevoland kan je vermoeden dat gemeenten in Flevoland over het algemeen minder gaan betalen. Zij hebben geen bezittingen verzameld, geen fors vermogen. Gemeenten op het oude land met veel reserves kunnen de rekening wel eens zien stijgen.

Op dit moment zijn de opbrengsten van de landelijke kerk nog voor 86 procent gebaseerd op de inkomsten van levend geld; dat zal gaan naar 59 procent.

Ook de regeling van de Solidariteitskas wordt aangepast. De bijdrage wordt in de nieuwe regeling berekend op basis van een promillage van het totale vermogen. In de huidige situatie betalen gemeenten een vast jaarlijks bedrag van 5 euro per belijdend lid.

Omdat het aantal belijdende leden van de Protestantse Kerk al jaren krimpt en de behoefte aan onderlinge solidariteit en ondersteuning toeneemt, wordt in de nieuwe regeling de bijdrage per gemeente berekend op basis van een promillage van het totale vermogen. 

In de nieuwe situatie gaan gemeenten en diaconieën aan de Solidariteitskas bijdragen. Hierdoor kunnen diaconieën ook subsidie ontvangen uit de Solidariteitskas voor lokale diaconale projecten. Wanneer een gemeente of diaconie zelf al aantoonbaar solidair is met andere gemeenten of diaconieën, kan zij een korting of vrijstelling op de afdracht aan de Solidariteitskas ontvangen. Dus als er diaconieën zijn die bijdragen aan de opbouw van kerkelijk leven in Almere, kan zoiets in mindering komen op andere heffingen.

Uit de verplichte financiële bijdragen van protestantse gemeenten wordt het landelijke werk van de kerk betaald, waaronder het synodewerk, gemeenteopbouw, de begeleiding, scholing en nascholing van predikanten en kerkelijk werkers, het jeugdwerk, oecumene, en de ondersteunende activiteiten die het kerkenwerk mogelijk maken, zoals juridische zaken, financiën en de ondersteuning van gemeenten door het mobiliteitsbureau. De classis Overijssel-Flevoland heeft tot nu toe geen eigen omslag gevraagd van deelnemende gemeenten, maar ontvangt de dekking van de kosten eveneens uit het quotum.