Dorpskerkbeweging relevant voor regio Overijssel-Flevoland

De dorpskerkbeweging is voor Overijssel-Flevoland relevant. Dat bleek wel, toen de preses ds. Hans van Solkema het onderwerp als bezinning in het breed-moderamen op 8 maart 2019 als bezinning aan de orde stelde. De beweging geeft een soort van ‘empowerment’, een besef van krachtige identiteit bij kerken die onder de categorie resorteren.

Waar je tot voor enkele jaren ten allen tijde de stenen van de kerk ondergeschikt behoorde te achten aan het pastoraat, is het tij gekeerd. Met de opkomst van de dorpskerkbeweging mag je in het publiek zeggen, dat de stenen er toe doen. Mensen ontlenen bemoediging en saamhorigheid aan de gezamenlijke gebedsplaats. Zelfs mensen die geen specifieke binding met een geloofsgemeenschap hebben, vinden het belangrijk dat er een kerk is in het midden van het dorp. De kerk vertegenwoordigt cultuur, gezamenlijkheid en geeft gezicht aan de manier waarop men het eigen centrum graag ziet.

Het gesprek in het breed-moderamen ging ook in op de schuurpunten van de dorpskerk. De beweging wil het gebouw een multifunctionele betekenis geven. Maar staat dat verlangen niet op gespannen voet met de christocentrische opdracht van de geloofsgemeenschap? Verdraagt de algemene invalshoek zich met de verkondiging en de eredienst? In die zin is de dorpskerkbeweging theologisch niet neutraal. Het accent verschuift in de dorpskerkbeweging van de christologie naar de pneumatologie en van geloof in specifieke zin naar de betekenis van het leven in meer algemene zin.

Enkele leden van het moderamen bezochten kort voor het breed-moderamen een bijeenkomst van provinciale geledingen over de kerkvisies. De landelijke overheid stelt zo’n 25.000 tot 75.000 euro per burgerlijke gemeente beschikbaar om tot een inventarisatie te komen van het cultureel religieus erfgoed. Doel daarvan is om diverse partijen in gesprek te brengen en te komen tot een waardering van religieuze gebouwen in een gemeente. Bij sluitingen en veranderingen kan men dan in gezamenlijkheid een strategie hanteren die recht doet aan het verlangen belangrijk erfgoed voor een volgende generatie veilig te stellen. De dorpskerkbeweging sluit hier naadloos op aan. Beide zoeken naar een bestendige plek voor de dorpskerk binnen de geografische leefgemeenschap.

Het breed-moderamen besloot het thema van de dorpskerkbeweging in een volgende classicale vergadering in bezinnende context aan de orde te stellen. Al eerder is kerkelijke gemeenten gewezen op de mogelijkheid bij de gemeente aan te dringen op het formuleren van een kerkenvisie. Een soortgelijk schrijven, zo werd nu besloten, gaat naar de wethouders van de diverse gemeenten om het thema constructief op te pakken. 

Formele besluiten waren er verder natuurlijk ook in het breed-moderamen. Het ging over diverse gemeenten met uitdagingen op het gebied van: aanstellingen van parttimers en de daarbij behorende werkplannen, noodzaak vacaturegelden te betalen, scholingsplannen, beroepingstrajecten, lopende visitaties, de mogelijkheid als plaatselijke gereformeerde kerk (of hervormde gemeente) de titelatuur ‘protestantse gemeente’ te krijgen etc.

Bijzonder was het ontspannende moment bij de koffie. Ds. Hans van Solkema had daags voor het breed-moderamen een kookgroep thuis ontvangen van zo’n zeventien mensen. De groep richt zich op recepten die een symbolische betekenis hebben. De laatste sessie sloot aan bij het begin van de vastentijd, afsluitend bij de viering van het carnaval. In de klooster bakt men dan een soort bollen, die als ondergrond dienen voor de lastige periode van de vasten die aanbreekt. Om de ondergrond voldoende kilo’s mee te geven is er een goede laag bruine basterdsuiker toegevoegd aan de bol. Alle leden van het breed-moderamen lieten de gedachten aan afslanking varen en deden zich tegoed aan de stevige niet al te uitbundige lekkernij. De officiële naam van de bol is 'nonnevot', genoemd naar de strik die de zusters op hun achterste (Limburgs: vot) droegen. 

Foto: de bewuste nonnevot wacht op ds. Liekele Hoekstra; achter Liekele is Rikus Snel uit Heino zichtbaar, die vanuit het classicale college voor de behandeling van beheerszaken deelneemt aan de vergaderingen van het breed-moderamen. Het woord 'nonnevot' is genoemd naar de strik die de kloosterzusters in Sittard op hun achterste (in het Limburgs: vot) droegen.