Emeritus uit IJsselmuiden spreekt waardering uit voor jonge collegae

De vragen van mensen zijn anders geworden. Eén generatie geleden waren vragen belangrijk in een gereformeerde bondsgemeente als: hoe weet ik dat ik uitverkoren ben? Hoe gaat de toe-eigening van heil? Die vragen leven vandaag de dag minder. Vandaag benadrukken mensen in de Gereformeerde Bond dat de Heiland ook voor hen is gekomen. En ze denken na over vragen als: Hoe werkt God? Hoe merk ik Hem in mijn leven? Hoe werkt Hij in de geschiedenis? Wat betekent het lijden in de wereld? Waarom is het christelijk geloof uniek?

Dat vertelt ds. Hans van der Velden, emeritus-predikant uit IJsselmuiden-Grafhorst en inspirerend lid van de werkgemeenschap in de regio-Kampen, in een gesprek met de Waarheidsvriend, het blad van de Gereformeerde Bond. De redactie van de Waarheidsvriend publiceert een reeks gesprekken met emeriti en bevraagt hen op nieuwe ontwikkelingen en op consistente lijnen binnen het belijden. Deze week plaatst men een gesprek van Piet Vergunst, de hoofdredacteur, met ds. Hans van der Velden over vier pagina’s.

Ds. Hans van der Velden is zelf zoon van een dominee, een klassieke Gereformeerde Bondsdominee, zoals hij zelf zegt. Zijn vader had een hoge ambtsopvatting, hij nam zijn roeping serieus. Hij preekte uit drie punten en de toepassing die volgde was onderscheidenlijk, met aandacht voor de noodzaak van persoonlijke bekering en het werk van de Heilige Geest, voor het verder geleid worden als je een gelovige mag zijn.

De IJsselmuider emeritus vertelt dat hij veel van zijn vader heeft geleerd. Hij nam de grondige voorbereiding over van de preken, de trouw in het bezoeken van mensen. Hij zegt daar ook vreugde aan te hebben beleefd, meer dan aan de vergaderingen en het uitzetten van beleid. Hij is 25 jaar predikant geweest en dat is naar de maatstaven van het mobiliteitsbureau best lang. ‘Een goede uitleg van de Schrift heeft me in die 25 jaar op de been gehouden’, vertelt Hans van der Velden in de Waarheidsvriend. ‘Voor een goede exegese ben je theoloog, bijbelwetenschapper. Daarvoor ken je de grondtalen, het Hebreeuws en het Grieks. Als je ergens lang predikant bent, kan er een verzadigingspunt komen. Juist omdat ik niet uitgepreekt wilde raken, wilde ik teksten bepreken waarvan mensen ophoren, besteedde ik veel tijd aan de voorbereiding. Toen ik in 2005 met emeritaat ging, zeiden de mensen inderdaad dat ik niet uitgepreekt was, ook dat ik nooit aan groepsvorming gedaan heb’.

Piet Vergunst vraagt uit de aard van de serie artikelen naar een indruk van jonge predikanten. Hans van der Velden is zeer mild over hen. ‘Als ik vandaag kijk naar de jongere predikanten in IJsselmuiden en omgeving, dan zijn ze gewoner in hun taal, wellicht wat minder dogmatisch in hun verwoording. Ik vind het knap hoe jonge predikanten in deze tijd het Evangelie proberen uit te dragen. Goedkoop is het om te zeggen dat de prediking vervlakt. Ga er maar aanstaan in deze tijd…! Ik ben geen dominee geweest die allerlei gemeenten gediend heeft en overal bekend was, maar als ik zie naar deze regio, dan heb ik veel bewondering voor de predikanten. Ik bid elke dag voor hen, dat ze het volhouden, dat ze de vertaalslag mogen maken zonder iets af te doen aan het Evangelie van zonde en genade, van verlorenheid en redding, van verzoening in Christus. Ze voelen wellicht wat meer de tijdgeest aan dan ik in mijn tijd. Ja, ik heb diepe bewondering voor jonge dominees, door de Heere in deze tijd geroepen. In de werkgemeenschap zie ik dat ze ervoor gaan om mensen tot Christus te brengen. Ze zeggen het op een andere manier dan ik, maar ze zeggen het wel’.


Voor abonnementen en contact: info@gereformeerdebond.nl