Dertigers en veertigers

Het magazine Woord @ Weg gaat in het oktober-nummer in op de dertigers en veertigers. Ze ontbreken op veel plaatsen in de kerk. Ledenstatistiek laat zien dat de groep ondervertegenwoordigd is in de kerk. Wat betekent dat voor de toekomst van de kerk? Woord & Weg spreekt vier mensen uit de kerk. Drie komen er uit de classis Overijssel-Flevoland, namelijk ds. Thea de Ruijter uit Dronten, ds. Johan Meijer uit Borne en Dorothée Berensen-Peppink, werkzaam in de gemeente Zeewolde voor de groep 25 tot 40 jaar.

Thea de Ruijter uit Dronten

Thea de Ruijter (Dronten): “Ik ben aangesteld met de opdracht ‘extra aandacht voor dertigers’, in de hoop dat zij naar de kerk komen. Maar in mijn ogen is op zondag in de kerk zitten niet het doel. Ik heb een andere taak: open interesse naar mensen in die leeftijdsfase, binnen en buiten de kerk.

We hebben hier meerdere doopdiensten per jaar. Mensen zeggen weleens: hun ouders zien we verder nooit. Dat komt omdat de kerk niet hun wereld is, maar ze vinden de doop wel waardevol. In dat spanningsveld werk ik en ontwikkel ik activiteiten. Zo bezoek ik alle baby’s. Dan heb je contact met de ouders over dit live event, de geboorte. Soms volgt een traject naar de doop toe. Op een gegeven moment vraag ik dan of ze aan willen haken bij een kring. Ik ben hier nu vijf jaar en heb veel dertigers kunnen betrekken. Ik verbind hen ook aan elkaar in een kring, ze vinden graag herkenning bij leeftijdsgenoten.

Ik ben meer bezig met de toekomst van de dertigers zelf dan met de toekomst van de kerk. In een gespreksgroep van jonge ouders merk ik dat zij bezig zijn met het bepalen van hun eigen positie in wat zij van huis uit hebben meegekregen en hoe dat te integreren in hun leven. Daar kan de kerk behulpzaam in zijn. Ik zie het als een kans wat je als kerk aan deze generatie kunt geven. Dat geef je dan uit handen, want de kerk van de toekomst gaat er heel anders uitzien.”

Johan Meijer uit Borne 

Johan Meijer (Borne): “Op een reünie van mijn basisschool vertelden een paar vroegere klasgenoten dat ze niets hadden gehoord van de kerk toen ze ziek waren of in scheiding lagen. Dat raakte me diep. Wat doen we verkeerd? Maken we wel goed contact?

Als veertiger heb ik veel contact met mijn generatie in mijn gemeente. Er is, uit een jaarlijkse ontmoetingsdag, een zelfstandig netwerk ontstaan van generatiegenoten. Facebook speelt daarin een belangrijke rol, net als het meeleven met elkaar. Verder hangt het ook samen met mijn persoon. Ik ben heel open, maak makkelijk contact. Daarnaast word ik gezien als iemand die staat in het ambt. Als zo’n persoon oog heeft voor jouw verhaal, dan blijkt dat meer te betekenen dan aandacht van een willekeurige generatiegenoot. De geloofsdimensie komt erin mee.

Maar of de kerk daarin mee komt? Mijn generatiegenoten zijn er eerlijk over. ‘Ik ben bezig met het geloof, word geïnspireerd door wat je zegt, maar de kerkdienst is mijn vorm niet.’ Overigens hoor ik die geluiden ook weleens van anderen. Het koffiedrinken na de dienst wordt in deze tijd van online diensten nog het meest gemist. Daar vindt de verbinding plaats. Ik weet niet wat dat betekent voor de toekomst van de kerk. De fysieke kerkdienst moet blijven bestaan om de lofzang en de verkondiging gaande te houden. Ook als het voor een kleine groep mensen is. Maar daarnaast vindt kerk plaats in allerlei andere vormen. Luister naar wat mensen nodig hebben en houd persoonlijk contact.”

Dorothée Berensen-Peppink uit Zeewolde

Dorothée Berensen-Peppink (Zeewolde): “Deze vraag wordt veel gesteld. Er klinkt teleurstelling en zorg in door. En ik proef er het verlangen in dat dertigers en veertigers zich weer thuis voelen in de kerk. Zijn we misschien op een bepaalde manier al aan die terugloop gewend geraakt? Ik hoop en bid dat dat besef ons back to basics, terug bij Jezus brengt.

Hoop voor de toekomst van de kerk heb ik als we van jong tot oud in gesprek gaan over de vraag door wie we ons laten bezielen en binden. Ik geloof in de kerk als plek waar díe vraag centraal staat, en waar mensen gezien worden. Dat kan door te werken aan een cultuur waarin ruimte is voor kwetsbaarheid, waarin je met andere generaties kunt delen wat je lastig vindt in het leven en hoe je ermee om moet gaan, een plek voor twijfel en geloof.

Mijn ervaring is dat wanneer je de mens achter de vrijwilliger ziet, er vaak ook ruimte en zin komt om vorm te geven aan creatieve ideeën die leven voor de kerk. De kerk zou een plek moeten zijn die de verbinding maakt tussen de 2% van de zondagochtend en de 98% van de drukke werkweek. Dat betekent echt ruimte maken voor verandering. Er zijn hoopvolle initiatieven als ‘Samenrondetafel’ en de pioniersplek Christelijk Spiritueel Centrum. Uniek blijft dat de kerk een plek is waar generaties elkaar van hart tot hart kunnen ontmoeten.”

Voor meer informatie over Woord & Weg; Klik hier.