De maaltijd van de Heer (vervolg)

 

In het vorige nummer van ons kerkblad schreef ik een stukje over de maaltijd van de Heer. Ik sloot dat af met een oude afbeelding. Daarbij schreef ik dat de afbeelding niet tot mijn favorieten behoort; en ik zei het zelfs sterker: ik vind het een afschuwelijk beeld.

 

Afgelopen weken is me meer dan eens gevraagd wat ik zo afschuwelijk aan de afbeelding vind. Wat is er mis mee? Bij nader inzien had ik dat er beter gelijk bij kunnen vermelden. Daarom nu een kleine toelichting bij het schilderij.

 

Het is gemaakt omstreeks het jaar 1425, waarschijnlijk in de omgeving van de Duitse plaats Keulen. Wie de schilder is weten we niet.

We zien een ronde tafel. Die ronde vorm is uitdrukking van gemeenschap: de tafelgenoten horen bij elkaar. Dertien personen zijn er verzameld voor wat in het bijbelverhaal meestal het laatste avondmaal wordt genoemd. Twaalf van de dertien hebben een nimbus om het hoofd: een ronde kring, die aangeeft dat we met een ‘heilig’ iemand te maken hebben. Eén heeft met rode streepjes een kruisvorm in de nimbus. Daarmee is ieder misverstand uitgesloten: dat is Jezus.

 

Heel opvallend op het schilderij is de ene persoon die geen nimbus om het hoofd heeft. Hij lijkt een ietwat afgezonderde plaats aan tafel te hebben. Ook zal het geen toeval zijn, dat zijn plaats recht tegenover Jezus is. Zo hoeven we er niet lang over na te denken wie dat is: Judas. Het lijkt alsof hij volop aan het woord is, terwijl hij tegelijkertijd met de handen gebaren maakt.


Judas is gekleed in een helder geel gewaad met een riem om zijn middel. Aan de riem hangt zichtbaar een geldbuidel. Dat Judas in het geel is gekleed komen we vaker tegen op schilderijen uit diezelfde tijd en regio. De kleur geel is geen toeval, maar heeft een betekenis: geel staat bij Judas voor haat. Judas zou vervuld zijn van haat jegens Jezus. Daarom heeft hij ook een plaats recht tegenover Jezus.

Heel opvallend is ook zijn lichaamshouding. Judas kijkt zijn tafelgenoten niet aan. Zijn hoofd hangt helemaal achterover. Zijn neus steekt als hoogste punt omhoog. Die neus heeft typisch joodse trekken. Hoewel alle tafelgenoten tot het joodse volk behoorden, heeft niemand anders zo’n neus.

 

Het ontbreken van een nimbus, de ietwat afgezonderde plaats in de kring recht tegenover Jezus, het gele gewaad en de geldbuidel maken zichtbaar hoe negatief er tegen Judas werd aangekeken. Die negatieve kijk was wijdverbreid in de Middeleeuwen. Een ander treffend voorbeeld daarvan vinden we in De goddelijke komedie van Dante (1265-1321). Daarin komen we Judas tegen op het allerdiepste punt van de hel: daar bevindt zich Lucifer, de vorst van de duivels; en Judas wordt fijngemalen tussen de kaken van Lucifer, terwijl alleen zijn benen nog naar buiten steken.

 

De opvallend omhoog gestoken neus van Judas op het schilderij laat tevens zien dat de schilder er antisemitische ideeën op nahield. Ook daarin stond hij zeker niet alleen. In die tijd hoefde er maar weinig te gebeuren of dat antisemitisme leidde tot uitbarstingen van geweld. Pogroms waren aan de orde van de dag. Waar die antisemitische ideeën later in de geschiedenis toe hebben geleid hoef ik jullie niet te vertellen.

Zo snappen jullie nu wel, waarom ik dit een afschuwelijk schilderij vind.