Foto: Jan Peter Balkenende, voormalig premier, te gast bij classispredikanten en scriba generale synode

Balkenende wijst op kerkelijke bijdrage aan narratief voor Europa



We hebben als Europeanen een gezamenlijke narratief nodig; woorden waarmee we onze identiteit aanduiden. Jan Peter Balkenende sprak daarover 15 mei met classispredikanten en scriba van de Protestantse Kerk in Nederland. Zijn bijdrage paste bij een jaarthema van de classispredikanten en scriba: ‘Kerk in het publieke domein’. Balkenende heeft er recent een Engelstalig boek over geschreven met de ethicus Govert Buijs getiteld ‘Capitalism reconnected’.


Met de vertegenwoordigers van de kerk sprak hij over de urgentie. Hij keek terug op de ontwikkelingen in Nederland. In de vorige eeuw is er een goede sociale wetgeving gekomen. De staat speelde daar een belangrijke rol in en nam een deel van de taken van het maatschappelijk middenveld over. De verzorgingsstaat ontwikkelde zich. In de jaren zeventig en tachtig kwam er een tegenbeweging. De zichtbaarheid van de staat in allerlei sociale regelingen werd geproblematiseerd. De samenleving ging overhellen naar een neoliberale filosofie. 


Het Angelsaksische model kwam tegenover het Rijnlandse model te staan. In het Rijnlandse model werken overheid en sociale partners samen en zoekt men naar positieve doelen op lange termijn. In het Angelsaksische model richt men zich steeds meer op de aandeelhouders en zoekt men naar effecten op korte termijn. Het Angelsaksische model kreeg de overhand. Het oogt sexy. Het maakt op korte termijn resultaten zichtbaar. Maar de bankcrisis in 2008 en 2009 maakte duidelijk dat het gelddenken was doorgeslagen. Van diverse kanten kwam er kritiek, waarin Balkenende zich herkende. De één noemde het ‘progressive capitalism’, de ander ‘conscious capitalism’ en Balkenende en Buijs spreken dus van ‘capitalism reconnected’. In alle gevallen wil men paal en perk stellen aan het ongebreidelde marktdenken.  De economie heeft te lang op zichzelf gestaan, het winstdenken was te dominant. Het hart telde ten onrechte niet mee.

Balkenende noemde drie zaken die de criticasters weer in beeld brengen:
1) in plaats van de korte termijn de blik op de resultaten op lange termijn.
2) de noodzaak om niet alleen naar shareholders te kijken, maar ook op de stakeholders.
3) een betere verhouding tussen bijvoorbeeld economie en ecologie, oog ook voor moraliteit, kortom: een meer holistische benadering.

Maatvoering

Mensen dreigen buiten beeld te geraken en dat moet anders. Juist op dat punt kan Europa een leidende rol spelen in de wereld. China en de VS vechten onderling om leiderschap op aarde. Rusland is in een hopeloze crisis verzeild geraakt met Oekraïne. Europa dreigt wat buiten beeld te geraken, maar heeft juist met het Rijnlandse model een goede maatvoering om verschillende componenten in balans te brengen. Er is oog voor innovatie, blik op de rechtsgemeenschap en er zijn inclusieve instituties, die in landen als Rusland ondenkbaar zijn. De public society kan een goede rol spelen om juist een moreel perspectief in de samenleving te brengen.

Voor Balkenende zijn er vier morele perspectieven die vervolgens een rol zouden moeten spelen:
1) de menselijke waardigheid;
2) de inclusiviteit (solidariteit);
3) de duurzaamheid;
4) de co-creatie uit verschillende sectoren.

Balkenende wees er op dat de grondlegger van economisch denken, Adam Smith, niet eerst over economie is gaan schrijven, maar daaraan voorafgaand een boek uitbracht over moraliteit. Hem stond nooit een ongebonden kapitalisme voor ogen. Balkende pleit in de huidige samenleving voor aansluiting bij ‘social development goals’, zoals ze door internationele instituties onder woorden zijn gebracht. Dat vraagt een andere manier van monitoren van de samenleving; andere indicatoren. Het vraagt ook om een andere focus van instituties. Je komt uit bij een multi-actor-approach.


Foto: René de Reuver, scriba generale synode en Jan Peter Balkenende praten nog even na in een koffiepauze

Eigen verantwoordelijkheid

Vaak laten denkers zich nog meenemen in een tweeslag tussen staat of markt. De mensen zijn dan of burger of consument. Maar er is ook nog zoiets als een eigen verantwoordelijkheid en een eigen inbreng van mensen in het geheel van het leven en samenleven.


Balkenende roept in zijn boek met Buijs op te onderkennen dat er twee soorten Europa zijn. Er is een Europa waarop je kritiek mag hebben. Een Europa dat deel heeft genomen aan slavernij en een eenzijdige marktbenadering zonder duurzaamheidscriteria in te bouwen. Maar er is ook een Europa 2, wat je als bakermat mag zien van sociale wetgeving, van humaniteit en van burgerrechten.

Natuurlijk wilden de classispredikanten en de scriba meer weten over de positie van de kerk in de visie van Balkenende. De voormalige premier van Nederland vertelde hoe hij van huis uit opgroeide met besef van verantwoordelijkheid. Het is juist dat woord, wat de kerken hoog in het vaandel hebben, al vanaf de oprichting van de Wereldraad van Kerken, als het gaat over een ‘responsable society’. Balkenende citeerde Ruppert die hem aansprak op de term christelijk-sociaal. Hij noemde vier perspectieven:

1) de eeuwigheidsbestemming van de mens;
2) de verantwoordelijkheid van ieder mens;
3) de kracht van samenwerking;
4) de afwegingen die je maakt omwille van de gerechtigheid.

Balkenende leerde in zijn periode dat hij werkzaam was als hoogleraar christelijk-sociaal denken aan de VU met dat soort begrippen te werken en van nazorg meer in termen van ‘voorzorg’ te opereren; en dan komt weer de eerder genoemde verantwoordelijkheid van burgers om de hoek kijken.

De kerk kan een bijdrage leveren aan dat bewustzijn van mensen. Balkenende sprak waardering uit voor predikanten en theologen die hij in zijn leven heeft ontmoet die hem tot nadenken stemden. Kerken mogen grijzer worden, als je een kerk bezoekt, wil je toch graag iets meenemen, iets wat mensen drijft. De voormalige premier maakte een vergelijking met Abraham Kuyper. Toen hij niet werd herkozen als premier, maakte Kuyper een reis ‘om de oude wereldzee’. Hij merkte op hoezeer mensen van andere religies hun gepassioneerdheid zichtbaar maakten en verwoordden.

Hoop

Maak je de inspiratie dan niet te zeer tot een persoonlijk beginsel en mag je ook iets van instituties verwachten, wilden enkele gesprekspartners weten. En is er bij zo’n benadering een speciale bijdrage die je van de religie mag verwachten? Zou je kunnen zeggen dat Balkenende’s pleidooi voor ‘sdg’ ('social development goals’) een soort veralgemenisering is van het evangelie, bedoeld om bredere lagen van de bevolking te kunnen aanspreken?

Balkenende sprak het niet tegen en sprak hoop uit dat er een kentering gaande is. Hoop is daarbij iets anders van ‘optimisme’ legde hij uit. Het lijkt er op dat we in de overgang naar een nieuwe tijd zijn beland. Er zijn tekenen van nieuw moreel verlangen. Je merkt het bij jonge mensen, legde hij uit. Hij verwees daarbij naar colleges en inspraakmomenten die ten grondslag liggen aan het boek ‘Reconnected Capitalism’. Het zijn jonge economen, die zich in het debat roeren. En je ziet dat niet alleen individuen vanuit de kerk zich roeren, maar aan een encycliek als Laudato Si’ kan je aflezen dat er ook vanuit de kerk een bijdrage is aan duurzame doelen en hernieuwde oriëntatie op wat samenleven mag zijn. 

Foto onder: Als moderator van het gesprek vertelt Klaas van der Kamp over de inbreng van politici in de verschillende synoden die er geweest zijn, zo was prof. Diepenhorst en zo waren vader en zoon De Gaay Fortman gewaardeerde gasten van de gereformeerde synode