Geld ligt klaar om kerkenvisie te maken

De landelijke overheid heeft tussen de 25.000 en 75.000 euro beschikbaar gesteld aan iedere gemeente om tot een beschrijving te komen van wat er aan kerkelijk erfgoed binnen de gemeentegrenzen is te vinden. Tijdens een bijeenkomst van het Steunpunt Cultureel Erfgoed Overijssel samen met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed werd donderdag 7 maart in de Annakerk in Kampen uit de doeken gedaan hoe een gemeente tot een kerkenvisie kan komen.

Jorien Kranendijk van de Rijksdienst maakt een ronde langs alle provincies om over het initiatief te spreken. Ze noemde het belangrijk als burgerlijke overheid in een vroeg stadium over de toekomst van de kerken na te denken, zodat je niet overvallen wordt door ontwikkelingen. Religieus erfgoed is in de regel een emotioneel beladen onderwerp, omdat mensen diep verwortelde gevoelens koesteren bij hun kerkgebouw. Er is een inventarisatie gemaakt van kerken. Er zijn er meer dan 6000 in Nederland, mogelijk nog oplopend (als de inventarisatie zich verder verfijnt tot 7000). De verwachting is dat tussen de 30 en 80 procent daarvan uiteindelijk zijn huidige religieuze functie verliest. Het impliceert dat zeker 1800 kerkgebouwen een andere bestemming gaan krijgen; daaronder zijn vele rijksmonumenten.

De operatie om tot herbestemming te komen, tot ombouw of tot afbraak, wordt vanuit de hele wereld met argusogen gevolgd, vertelde Jorien Kranendijk. Vele andere landen staan voor soortgelijke operaties, maar ‘Nederland loopt wel voorop in het doordenken van het hergebruik’.

De landelijke overheid heeft inmiddels geld beschikbaar gesteld om actief beleid te maken en strategieën te ontwerpen voor het behoud van het religieus erfgoed. Kerkenvisies helpen daarbij. Kern van een kerkenvisie is het aangaan van een dialoog tussen gemeenten, kerkeigenaren, erfgoedorganisaties en burgerorganisaties over de toekomst van de kerkgebouwen in de gemeente. Doel is vanuit het gesprek te komen tot gezamenlijke en strategische keuzes te komen over de omgang met het totale kerkenbestand.

Bij het totale kerkenbestand gaat het dus niet alleen om protestantse kerken, maar ook om kerkgebouwen van andere denominaties. Gemeenten krijgen 25.000 euro als er zich tot 19 kerkgebouwen binnen hun gemeentegrenzen bevinden; 50.000 euro als het gaat om 20 tot 39 kerkgebouwen en 75.000 euro als er meer dan 40 kerkgebouwen te vinden zijn. De wethouder van de burgerlijke gemeente moet het geld opvragen. Het is niet erg als een deel van de kerkelijke gemeenten niet wil participeren in het initiatief. Het aanjaaggeld is bedoeld als een uitkering. Het hoeft niet te worden terugbetaald. De overheid vertrouwd er op dat het formuleren van een plan uiteindelijk leidt tot deelname van nieuwe participanten, indien er vervolgstappen gewenst zijn. De infrastructuur is met de eerste planning al enigszins gevormd.

In de lokale werkgroep die de inventarisatie maakt voor de wethouder, komen diverse organisaties bij elkaar, waaronder de kerken. Dat maakt het voor protestantse gemeenten interessant om mee te doen. Ze krijgen in de deelname automatisch een netwerk waar ze in moeilijke dagen op kunnen terugvallen.

De deelnemers hebben verschillende belangen om mee te doen met de kerkenvisie. Kerkgenootschappen zullen participeren omdat ze de zorg willen delen en deskundigheid kunnen verbreden. De burgerlijke overheid is betrokken, omdat ze kerken ziet als wezenlijke monumenten in het stadsbeeld en omdat ze bij problemen vroeg of laat wordt ingeschakeld. Jorien pleitte voor een speciale ambtenaar bij de gemeente die de contacten met de kerken in portefeuille heeft. Dat geeft de meest soepele interactie. Ergoedorganisaties en burgerorganisaties doen mee vanuit eigen interesses.

Er is geen standaardrecept voor hoe een kerkenvisie er moet uitzien. Sommige gemeenten zullen ver gaan in het beschrijven van het toekomstperspectief van elk der gebouwen. Anderen zullen meer op de procesgang een beschrijving maken, in de zin van: wat doen we bij ingrijpende veranderingen bij één van de kerkgebouwen; weer anderen volstaan met het opstarten van een kwartaaloverleg van kerken.

De bijeenkomst vond plaats in de Annakerk in Kampen. Het gaat om een voormalige doopsgezinde kerk. De kerk is een tijdlang eigendom geweest van de pianist Jan Vayne. Het is in de verkoop gegaan en uiteindelijk heeft een gefortuneerde Kampenaar de kerk gekocht en betrokken bij het beheer van de naburige Nieuwe Kerk. De Annakerk kan nu worden ingezet voor kleinschalige avonddiensten van de Nederlands-Gereformeerde Nieuwe Kerk en net als voorheen voor huwelijksplechtigheden en meer officiële congressen, zoals die rond de kerkenvisie.

Foto's:
Boven bezoekers van het congres
Onder links Bart Buijs (directeur Het Oversticht) en rechts Jorien Kranendijk