Wat de viering met slachtoffers van MH17 betekende

De eerste zitting van het MH17-proces maandag 9 maart is voor de Amersfoortse Courant aanleiding om terug te kijken op de speciale gebedssamenkomst die op 23 juli 2014 in de Joriskerk in Amersfoort is gehouden. Ik was in die tijd algemeen secretaris van de Raad van Kerken en organisator van de samenkomst. Reden voor Johan Hardeman, journalist van de AC, om mij te vragen naar de Joriskerk terug te komen en met 'manager' externe betrekkingen Annet van Goor van de Joriskerk herinneringen op te halen.

Het waren bijzondere dagen in de zomer van 2014. Het verkeersvliegtuig was even na twaalven van Schiphol opgestegen en 18 minuten over drie boven Oekraïne van de radar verdwenen. Het stortte neer. Ik kreeg de berichten in de loop van donderdag door en mij was wel direct duidelijk dat er talloze landgenoten bij de ramp met het vliegtuig betrokken moesten zijn. Ik had contact met de voorzitter van de Raad. Die aarzelde. Eerst maar verdere berichten afwachten. Ik murmde nog wat door en kreeg contact met Arjan Lock van de Evangelische Omroep. Hij had ook wel in de gaten dat de impact van de ramp enorm zou zijn.

De hele vrijdag gebruikten we om draagvlak te krijgen voor een landelijke viering. We stemden af met de overheid, met de verschillende kerken, zochten een kerkgebouw, verkenden – het was midden in de zomer – mogelijkheden om techniek en muziek te krijgen. We waren er de hele vrijdag druk mee. Pas op maandagochtend kwam er zoiets als een kernteam bij elkaar. Arjan Lock was er bij, Reinder van Dijk en Geert Jan Blanken, allen van de omroep. Henk van Hout, Arjan Plaisier en ik waren er vanuit de kerken. We maakten een verfijnd draaiboek. En daarna ging het snel. Uiteindelijk werd de solidariteitsdienst al op woensdag om 19.00 uur ’s avonds gehouden.

Het is bijzonder om de verschillende versies van het draaiboek terug te lezen. Er was onzekerheid over het aantal bezoekers. De burgemeester van Amersfoort dacht mee en met de EO stelden we grote schermen op op het plein voor de kerk, zodat we grote toeloop zouden kunnen opvangen in de buitenlucht. Het eerste concept-persbericht nodigde de mensen nog hartelijk uit. De laatste versie sprak over ‘een beperkt aantal plaatsen in de kerk’.

In de liturgie was direct duidelijk dat nabestaanden recht gedaan moest worden. Dus zochten we naar iemand die vanuit die groep het woord zou kunnen voeren. In het weekend kreeg ik bij de NOS een lijst onder ogen met zeker zestig plaatsen waar inzittenden van het vliegtuig vandaan kwamen. Ik ging domweg bellen naar voorgangers om te proberen met nabestaanden in contact te komen. Uiteindelijk meldde zich iemand uit de omgeving van Utrecht. Het was spannend om met de betrokken vrouw de goede toon te vinden. Aan de ene kant mocht er verdriet zijn en woede. Aan de andere kant was het niet de bedoeling om met de camera’s op de persoon gericht te blijven hangen in de emotie. De waardigheid stond voorop.

We wilden een christelijke viering die open is qua sfeer voor alle mensen. We hadden ons lesje geleerd bij het ongeluk met het Turkse verkeersvliegtuig bij de Polderbaan in Amsterdam. De overheid nam toen het voortouw en de ambtenaren lieten geen ruimte voor gebed of religieuze uitingen, omdat seculiere mensen er zich aan zouden kunnen storen. Achteraf bleek toen dat die verkrampte houding van de ambtenaren vervreemdend werkte naar veel islamitische nabestaanden. We namen ons voor onbevangen te bidden en te zingen, maar wel steeds open voor mensen die seculier in het leven staan.
We hadden qua schriftlezing gekeken op het rooster. Het verhaal van de zaaier was aan de orde. Dat was al te makaber. We kozen uit Romeinen 8, de woorden van Paulus: ‘Ik ben er van verzekerd dat noch dood noch leven ons zal kunnen scheiden van de liefde van God….’. Ik kreeg de opdracht om de toon ingetogen te houden.

We dachten hardop na wat er na de overdenking moest komen. Misschien een tere dwarsfluit, opperde ik. Of een kwetsbare harp. We zouden Iris Kroes kunnen vragen, suggereerde Arjan Lock, die onlangs de Voice heeft gewonnen. Ze kwam. Ze zong heel sereen ‘I still cry’. Het was muisstil. Naar mijn smaak de goede toon. Achteraf hebben we dat op internet kunnen checken. Iemand stuurde een reactie die onder de YouTube-versie van I still cry kwam te staan: ‘Every no wand then, mostly when we absorb tragedy, we open up and hear an angel. Most of the time we are too self absorbed to ever notice’. Een ander schreef: ‘It is a beautifull song. Youve got a beautifull voice Isa Kroes! I lost a friend of mine at MH17. And it makes me cry when i hear this song’. We konden zien dat er 213.392 mensen de YouTube-versie hebben bekeken en er 1,5K duimpjes waren. Op 10 november zou de overheid onder leiding van Mark Rutte en koning Willem-Alexander en koningin Máxima een nationale herdenking houden in de Rai. Daar zong Marco Borsato het lied ‘Voor altijd’. Het zou 123.042 mensen opleveren die de YouTube-versie beluisterden. Daaruit kun je aflezen hoe belangrijk het was dat de kerken zes dagen na de ramp op donderdag op woensdag al een landelijke gebedssamenkomst belegden. De mensen hadden behoefte om hun gevoelens van verdriet te uiten en samen te delen.

Woensdag 23 juli was niet alleen het moment van de gebedsbijeenkomst in de Joriskerk, het was ook de dag dat de eerste veertig mensen in kisten aankwamen op Eindhoven Airport. Met militaire eer werden ze over de snelweg naar Hilversum gereden waar verder onderzoek zou worden gepleegd. Op de weg stonden duizenden mensen die de laatste eer bewezen toen de auto’s passeerden. Die woensdagavond werd duidelijk dat overheid en kerk elkaar konden aanvullen. De overheid had eerder al aangegeven dat men de dag als dag van nationale rouw beschouwde. Sander van Walsum, journalist voor de Volkskrant, schreef dat de viering langs de snelweg en de viering in de kerk elkaar aanvulden. ‘Langs de snelwegen, de aders van een overvol land, was opeens een spontane massadienst gaande. Een eredienst waarin God ontbrak. De door kerk belegde herdenkingsdienst in de Amersfoortse Sint Joriskerk sloot meer aan bij de oude rituelen. Hier was troost ingebed in bijbelse teksten en richtten de sprekers zich in hun twijfel en woede tot God. Deze bijeenkomst had zeker niet het karakter van een religieuze tegenhanger van het seculiere rouwvertoon. Ze ging er eerder naadloos in op’.

Het complementaire karakter kwam ook naar voren in het feit dat Nederland 1 live de rouwstoet uitzond en Nederland 2 de gebedssamenkomst. Het was de enige keer in mijn leven dat CNN de dienst waarin ik de meditatie verzorgde direct wereldwijd verspreidde. En ook CNN bracht in een gesplitst beeld tegelijk elementen van de rouwstoet in beeld.

We realiseerden ons als kerken dat we maar zo een overschot aan mannen in beeld zouden kunnen brengen. Er zijn nu eenmaal veel mannen die leiding geven in religieuze bewegingen. Ik was zelfs nog gebeld door rabbijn Soetendorp die aanbood dat hij als Haagse rabbi de meditatie wel wilde verzorgen, een voorstel waar we niet op zijn ingegaan, omdat we inmiddels wisten dat het aantal joodse mensen aan boord beperkt moest zijn en er relatief veel mensen waren met een westerse en deels christelijke achtergrond. We hadden er voor gezorgd dat de Indonesische domina Nienke Atmadja bij de voorbeden werd betrokken en we hadden ds. Jannie Nijwening van de doopsgezinde gemeente uit Den Haag gevraagd als liturge en dus als gezicht van de samenkomst te willen fungeren. Ze kreeg op dinsdag pas haar briefing. Haar woorden, nadat het lied ‘als alles duister is’ had geklonken en er kaarsen waren aangestoken, maakten diepe indruk. Ze begon met: ‘Kerken zijn gebouwd omdat we weten dat mensen kwetsbaar zijn; dat er dingen zijn te groot voor ons. Te groot om alleen te dragen’.

Toen de viering uiteindelijk was afgelopen, en alles tot een afronding was gebracht, liep ik de donkere nacht in van Amersfoort naar het Centraal Station. De mensen groetten me onderweg. Ze herkenden het gezicht en misschien ook wel het bescheiden boordje dat ik had gedragen op suggestie van Arjan Lock. ‘Liever een priesterboordje dan een hele zwarte toga’. Ik was onzeker over het geheel. En toen er vanuit een kroeg gezwaaid werd, ging ik naar binnen en vroeg de mensen of ze de viering hadden gezien. Ze knikten. Ik vroeg of het waardig was geweest. Ze knikten opnieuw en spraken een passend woord. Toen vroeg ik wat ze van mijn bijdrage vonden, de meditatie. Toen zei één van de mensen in de bar: ‘Dat weten we niet, we hebben het geluid weggedraaid’. Ik realiseerde me op dat moment dat het niet de woorden waren op zich, maar dat het de verbondenheid was in beelden waar mensen zich gekend in voelden.

Hieronder bij wijze van supplement de overdenking, die ik destijds heb uitgesproken. De eerste versie was 1100 woorden. Uiteindelijk is het teruggebracht tot deze ruim 500 woorden.

Lieve mensen verbonden in verdriet,

In New York is een herinneringsplek ingericht voor de slachtoffers van de ramp op 9 september. Ik stond er laatst en verwonderde me over de Amerikanen. Er was een mevrouw met de bekende Stars and Stripes in het haar. Even verderop gaf een man uitleg aan zijn kinderen: ‘We Americans, we never give up’… Het trof me.

Was het niet wat over de top? Iemand legde het me later uit: ‘Je stapt onschuldig in een vliegtuig, en dan … ineens houdt alles op. Je kunt het niet rijmen en daarom overschreeuw je je kwetsbaarheid en boosheid’. 

Die neiging heb ik nu. Hoe bestaat het? Mensen, zoals u en ik, mensen op weg naar een lezing, op weg naar een vakantiebestemming, ze zijn zo maar ineens weggerukt. Baby’s nog. Een kind in een rood jurkje. Een broer, een zus, opa, oma, zoon, dochter, partner, tante, oom, collega, vriendin… Hoe bestaat het?

Bij deze situatie lezen we uit de Bijbel. Tekst van Paulus. Het is alsof hij zich overschreeuwt. ‘Ik ben er van overtuigd dat noch dood noch leven ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die hij ons geeft in Christus Jezus’. Er zijn mensen die proberen de begrippen dood, leven, hoogte, diepte concreet in te vullen. Maar ze lopen vast. Het is onmogelijk. Paulus schrijft geen analyse met waarheden. In waarheden kan je niet wonen. Hij is met iets anders bezig.

Hij bemoedigt de mensen in Rome. In plaats van ‘ik ben overtuigd’ kan je ook lezen ‘Ik vertrouw er op’, zo staat het bijvoorbeeld in een Hebreeuwse vertaling. In plaats van het verstand komt het gevoel. In plaats van een afstandelijke waarheid gaat het over een relatie. Paulus beschrijft zijn band met God. Hij leeft, hij teert op Gods sympathie.

Het was in mijn kinderjaren. Ik mocht met mijn ouders naar het vuurwerk. Het zal bevrijdingsdag geweest zijn. Ik was jong. Ik snapte het niet. Ik herinner me alleen de angst voor vuur en geweld. Ik kroop weg in de holte van mijn moeder tussen nek en schouder. Moeders regelmatige ademhaling gaf me rust. Ik schuilde bij haar.  

Zo schuilen u en ik vandaag hier in de kerk en thuis bij elkaar, op deze dag van nationale rouw. .. Nu boosheid en droefenis ons raken. We zijn verbonden in het verdriet… Ik verlang er naar op dit moment ook God te voelen, de relatie die ik met Hem heb. Zijn ademhaling.  

‘Ik vertrouw dat noch dood noch leven ons zal kunnen scheiden van de liefde van God …’. We lezen nauwkeurig: het is niet mijn liefde die de doorslag geeft. De liefde komt van Zijn kant. Iemand die liefheeft, zoekt de geliefde steeds weer op. Zo zoekt God ons. Wellicht herkennen we Hem. Om te helpen maakt Paulus het nog concreter: ‘De liefde van God wordt ons gegeven in Jezus Christus’. Dichterbij kan Hij niet komen. Als mens, die de dood in ogen zag. Die één is met slachtoffers van wie het leven een kruis is geworden.  

‘Voorzeker, alleen de dood zal scheiding maken tussen mij en u’, zegt Ruth tegen Nöomi, ergens in het Oude Testament. Liefde en dood bieden tegen elkaar op. Paulus tilt het verder. Uiteindelijk is de liefde sterker. Liefde blijft.

Dat geloof ik.   


Foto: Links Annet van Goor, rechts Johan Hardeman in de Joriskerk in Amersfoort