Kerkenraden staan open voor meer structuur

Driekwart van de kerkenraden kan zich vinden in een vaste afgevaardigde uit eigen kring naar de ring, het streekverband van kerkelijke gemeenten wat sinds 2018 toen de nieuwe structuur van kracht werd, maar moeizaam van de grond komt. Liefst 81 procent van de kerkenraden kan zich vinden in initiatieven die de classis zou kunnen ondernemen om meer structuur aan te brengen in de streekontmoetingen.  

Dat blijkt uit een enquête die het breed-moderamen heeft laten uitvoeren onder alle kerkenraden, waarvan Johan Kuiper (tweede scriba) de resultaten heeft verwerkt ten dienste van de classicale vergadering die op 8 november 2022 bij elkaar komt. Het gaat tijdens die vergadering onder meer over de ringen in de protestantse kerk van Overijssel-Flevoland.

Bij de start in 2018 van de classis-nieuwe-vorm, kwamen er elf classes, waaronder de classis Overijssel-Flevoland, die ongeveer de omvang heeft van wat destijds de Provinciale Kerkvergadering omvatte (hervormd) en de Particuliere Synode (gereformeerd). De oude classes, acht in getal voor Overijssel-Flevoland, kregen de status van ‘ring’. De bedoeling was, dat kerkenraden elkaar zouden ontmoeten zonder de last van allerlei bestuurlijke maatregelen die in de nieuwe classis aan de orde zouden komen.

Het is tot nu toe niet gelukt om de ringen classis breed spontaan van de grond te krijgen. Er zijn positieve ervaringen, zoals enkele bijeenkomsten in de ring Flevoland; er zijn ringen met een herkenbare structuur zoals de ring Ommen. Maar er zijn ook ringen die nog nooit bij elkaar geweest zijn, zoals de ring Kampen. Bij sommige ringen ontbreekt er een contactadres. En dat maakt communicatie en structurering lastig. De hopelijk achter ons liggende coronacrisis heeft er geen goed aan gedaan. En enkele ringen hebben besloten zich op te delen in kleinere streekverbanden. De oorspronkelijke ring Deventer is bijvoorbeeld verder gegaan in drie kleinere werkverbanden, waarin gelijkgestemde kerkenraden samen op trekken en gezamenlijke activiteiten opzetten, zoals de ring Klein-Salland.

De classis spreekt 8 november verder over een enquête die het breed-moderamen heeft laten uitgaan. Daarin verkent het breed moderamen het draagvlak om vanuit de classicale structuur meer frame aan de ringen te geven. Zo’n 76 procent van de kerkenraden is genegen één vaste afgevaardigde te sturen, zodat de wisselingen worden beperkt. Ongeveer 81 procent vindt het prima als de classis meer structuur aanreikt; en 77 procent vindt ook dat de classis thema’s mag aanbieden waarmee alle ringen aan de slag gaan; 80 procent wil best af en toe gastheer zijn voor een ontmoeting van ringen.

Naast de voor gestructureerde enquête konden mensen ook open vragen invullen. Kerkenraden geven aan last te hebben van de onduidelijke structuur, druk te zijn met eigen zaken en in het algemeen terughoudend te staan ten opzichte van extra werk. Ringen die in kleiner verband zijn gaan werken vragen om verder als kleiner streekverband te mogen doorgaan.

Voor de kerncijfers van het onderzoek, zoals geagendeerd in de classis: klik hier. 

Foto: percentage dat open staat voor meer structuur: 81 procent