Circulaire economie

Ik wil het met u hebben over de circulaire economie. Ik kwam het woord tegen bij een bezoek aan de IJsselcentrale bij Zwolle. De centrale is in 1955 gebouwd. Het had in mijn jeugd een magische klank. Uit de verte zag je vijf hoge schoorstenen, een paar kubussen, en je wist dat het koelwater vanuit de IJssel naar binnenging. Je kon er niet dichtbij komen. Dat was verboden. Daar lag ook een bunker voor. Het prikkelde de fantasie. Het was de periode van de koude oorlog en de bunker deed vermoeden dat de Russen stonden te popelen om de eerste parachutisten in Zwolle te laten landen. Gelukkig is het zo ver niet gekomen.

Zestig jaar later, in 2015 is de krachtcentrale helemaal buiten werking gesteld. Je kon er gewoon naar binnen. De wachterskamers zijn er nog en de camera’s en de waarschuwingsborden. Dikke muren en dikke betonnen vloeren. Het spreekt tot de verbeelding. Dat vinden de kunstenaars ook die er nu bezit van hebben genomen. Er is een hele expositie over de ‘circulaire economie’.

Dat is een deftig woord voor duurzame economie, voor recyclen. Of zoals de Zuidafrikaners zeggen voor volhoubaarheid. Je probeert producten die zijn afgeschreven als grondstof een nieuwe bestemming te geven.

Ik ben daarmee opgegroeid. Ik liep als kind veel langs de IJssel en dan nam ik van alles mee wat de vissers hadden achtergelaten. Een kapot stoeltje, een halve dobber met snoer, een vergeten thermoskan. Als ik er mee thuis kwam, zei mijn vader: ‘Wat moet je met die rommel’. Maar mijn moeder: ‘Gooi maar op het hilder, misschien komt het ooit nog eens te pas’.    

Daar gaat het dus om bij een circulaire economie. Oude kleren weer gebruiken als verpakkingsmateriaal. Een bordje zetten op meubels waarop mensen zijn uitgekeken met de tekst ‘vintage’. Bouwhout gebruiken als basis voor een nieuwe bank of een hele keuken.

Het was vooral de Harculo centrale zelf die mij aanzette tot nadenken. Hoe een gebouw wat ooit superieur in de IJsseldelta stond binnen twee generaties overbodig is. De energiemaatschappij heeft er twee grasvelden zonnecollectoren geplaatst. En een kunstenaarscollectief is bezig om op het dak groentetuintjes aan te leggen en een zwembad. Beneden heeft de kunstbiënnale een café aangelegd. Een popup. Vandaag een café. Morgen weer gewoon gras.

Is dat niet de gang van alle leven? Vandaag popup. Morgen al weer ingehaald door de tijd. Mensen met hoge zelfdunk vinden dat misschien bedreigend. Maar het geeft ook rust. Je hoeft niet krampachtig te werken alsof je er de eeuwigheid mee verdient. Je mag rusten en genieten en je verwonderen over het water van de IJssel dat altijd richting Kampen stroomt, nooit opraakt, maar vanuit het IJsselmeer verdampt, terugkeert naar de Alpen en weer naar Kampen stroomt.