Kerkenvisie in Noordoostpolder gestart

De burgerlijke gemeente Noordoostpolder heeft de kick-off voor het maken van een kerkenvisie gegeven. Op dinsdag 25 januari kwamen dertig mensen uit verschillende kerken digitaal bij elkaar, aangevuld met mensen van de gemeente en mensen van bureau Coup, die het proces in de Noordoostpolder begeleidt.

René van den Belt, zelf ooit opgegroeid in de hervormde kerk van Ens, stelde enkele meerkeuzevragen tijdens de bijeenkomst, waardoor er zicht kwam op de omvang van het aantal kerkgebouwen in de gemeente; het gaat om de tien dorpen plus de centrale locatie Emmeloord, zoals bekend is gemeente Urk een aparte, zelfstandige gemeente. In totaal zijn er 49 kerkgebouwen in de gemeente Noordoostpolder, 15 daarvan hebben inmiddels een herbestemming gevonden, tot nu toe is er slechts één kerk afgebroken, dat was een kerk in Marknesse.

Heleen Agterhuis van bureau Coup, vertelde hoe men in de Noordoostpolder de kerkenvisie verder wil aanpakken. Het is de bedoeling om na deze aftrap één-op-één-gesprekken te voeren met kerkbestuurders en om in een vervolgfase ook andere geledingen bij de gesprekken te betrekken, zoals dorpsbelangen en wijkverenigingen. Men denkt over ongeveer een jaar een behoorlijk plaatje te kunnen intekenen. Agterhuis sprak de verwachting uit dat men met een kerkenvisie een pro-actieve modus kan vinden, doordat men tijdig nadenkt over de betekenis van kerkgebouwen.

Appartementen

Heleen Agterhuis gaf als voorbeeld de situatie in Enkhuizen, waar Coup eerder een kerkenvisie begeleidde. Men bracht de actuele situatie in beeld met 19 kerkgebouwen en de situatie in 2040. De verwachting is dat er dan nog 1 kerk, 1 moskee en 1 kerk met nevenfuncties zal zijn. Men realiseerde zich in Enkhuizen dat er beleid nodig is wil men voorkomen dat alle kerken die worden afgestoten eindigen als appartementencomplex. Je kan bij een verbouwing van binnen weliswaar de buitenkant enigszins in takt houden, maar je brengt wel onomkeerbare veranderingen aan in het interieur. Je kunt nooit meer op de oorspronkelijke architectuur en indrukken terugvallen. Een kerkenvisie kan je bij de vraag brengen: Willen we dat op die manier? ‘Je krijgt een spiegel voorgehouden’.

De reacties uit de groep maakten duidelijk dat kerkbestuurders in het algemeen positieve mogelijkheden zien met de introductie van een kerkenvisie. Aanvankelijk wilde de gemeente zo’n visie niet laten opstellen, maar een gezamenlijk amendement van ChristenUnie, SGP en D66 heeft de gemeente alsnog overstag gehaald.

Meer ruimte

De Christelijk-Gereformeerde Kerk in Emmeloord bracht naar voren dat men naar concrete resultaten uitziet. De gemeente is tien jaar geleden in De Hoeksteen gaan kerken, een gebouw overgenomen van de protestantse gemeente. Toen had men 500 leden. Inmiddels telt de CGK 700 leden en ziet men uit naar meer ruimte.

De Protestantse Kerk in Bant stelde de vraag aan de orde naar het eigenaarschap. Men vraagt zich af of men zelf als kerkelijke gemeente in staat zal zijn in de toekomst het brede gebruik van de Bantsiliek en het groot onderhoud in goede banen te leiden. Men zou zich kunnen voorstellen dat er vanuit de breedte van de dorpsgemeenschap verantwoordelijkheid voor ontwikkelingen worden genomen.

De Protestantse kerk in Marknesse noemde het belangrijk dorpsbelangen bij de gesprekken over een kerkenvisie te betrekken. De gemeente Emmeloord heeft in het verleden de oren wat eenzijdig laten hangen naar dorpsbelangen en de keus om een sporthal uit te breiden, waar men zich ook zou kunnen voorstellen dat alle belangen bij elkaar komen en dat daarbij ook de kerkelijke ruimte een bredere rol zou kunnen krijgen. ‘We kijken wel eens met jaloezie naar Bant’.

De Nederlands-Gereformeerde Kerk in Marknesse vertelde dat men vergaande fusieplannen heeft met de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt ter plaatse. Die situatie nodigt uit om ook de vraag naar het kerkgebouw bij het gesprek te betrekken.

De Rooms-Katholieke Kerk is van plan om in opdracht van het bisdom een beleidsplan te maken in de loop van het jaar. Daarbij wordt ook de vitaliteit van de kerkelijke gemeenschap gemeten. Men let op zaken als kerkgang en sacramentsdeelname. Natuurlijk spelen ook de financiën een rol. Dat moet leiden tot een inventarisatie waarbij men verder zicht krijgt op de toekomst van de vijf kerkgebouwen die men heeft.

Bewustwording

Op de vraag of er uitputtend zicht is op de staat van onderhoud van de gebouwen, moest men het antwoord schuldig blijven. De gemeente vermoedt dat er wel actuele beschrijvingen zijn van het ene rijksmonument (Nagele) en de vijf gemeentelijke monumenten, maar dat het meerjarenonderhoud voor andere kerkgebouwen niet uitputtend in beeld is.

Wethouder Wiemer Haagsma deed ook mee met de digitale ontmoeting. Hij vatte het gesprek samen met vier trefwoorden die hij meenam uit de sessie: 1. Het belang van bewustwording; 2. Kennis over de actuele situatie; 3. Besef van de ziel die een gebouw is voor een gemeenschap; 4. Mogelijkheden om kerk en mfc qua gedachtengoed te integreren. 


Klaas van der Kamp, classispredikant van Flevoland en voorzitter van de kring van kerken, hield een inleiding tijdens het webinar over het karakter van de kerken in de Noordoostpolder. Hieronder een uitgeschreven versie van zijn tekst. 


Kerken met het karakter van de Noordoostpolder


In de jaren negentig hield ik me als scriba van de Provinciale Kerkvergadering van Flevoland voor het eerst bezig met keuzes tussen kerkgebouwen. We zaten midden in de periode van Samen op Weg. Hervormden en gereformeerden moesten vaak kiezen met welk gebouw ze verder wilden gaan.  

Ik herinner me een van de tien dorpen. Men maakte een lijstje met voordelen waarom de eigen kerk open zou moeten blijven. Iemand had een lange lijst gemaakt en één van de argumenten luidde: ‘Bij ons staan kastanjebomen voor het kerkgebouw. Dat is een voordeel. Als de catechisanten moeten wachten voordat de lessen beginnen kunnen ze zich vermaken met de kastanjes’.

Kerkenvisie, een totaalplan voor hoe we met kerkgebouwen omspringen. Het kan ons wat uit dat soort argumentaties houden en kan ons helpen om reële keuzes te maken, gebruik van kerkgebouwen voor het geheel van de samenleving te stimuleren en erfgoed te bewaren. Mij is gevraagd iets te zeggen over het eigene van kerkgebouwen in de burgerlijke gemeente Noordoostpolder. Ik wil drie thema’s aansnijden, drie perioden ook: 1. Kerkbouw; 2. Kerkverfijning; 3. Kerktotaalvisie.

1. Kerkbouw
 
De tien dorpen en Emmeloord hebben met elkaar gemeenschappelijk dat ze in een korte periode van 1945 tot 1955 woonkernen kregen. De eerste kerkdiensten vonden plaats in boerenschuren. Het was de tijd dat Jan Aalbers er dominee werd, 1954. Je kan er om glimlachen als je zijn verslagen leest. Hij zei bijvoorbeeld: 'We hadden in die eerste tijd een groot probleem. We hadden alleen maar jonge gezinnen. Ik moest steeds weer dopen. We misten de ouderen’. Dat was in de tijd van de houtbouw. Daarna ontfermden de stedebouwkundigen zich over de dorpen. Er werden meestal drie kerken gebouwd, een hervormde, gereformeerde en rooms-katholiek. Verlaan – om een voorbeeld te geven - maakte het ontwerp voor Bant. Er kwam een gereformeerde kerk aan de oostkant, een hervormde kerk aan de noordkant en een rooms-katholieke aan de zuidkant. Trouw schrijft zaterdag 22 januari in een artikel in verband met 80 jaar polder: ‘Geen kerk mocht domineren. Anders dan op het Oude Land vind je in de polder geen kerk in het midden. Elke kern heeft een café als hart, waar mensen elkaar buiten de eigen sociale bubbel ontmoeten’. Alleen al om die reden moet je bij een revisie letten op het uiterlijk van de kerken. Ze dragen bij aan het dorpsgezicht.

De meeste architecten laten zich beïnvloeden door wat je de Delftse school noemt. Het is de naoorlogse no-nonsense stijl, die bij de wederopbouw van Nederland werd gebruikt. Men sluit aan bij de waarden van het platteland. Architecten mikken op schoonheid in de eenvoud. Er is harmonie tussen massa, ruimte en licht. De gebouwen kennen een zekere nederigheid en laat zien wat de functie is. Men maakt gebruik van bakstenen, brede kozijnen, erkers, hoge gootlijnen, groene hagen; topgevels worden met pannen bedekt.

De Delftse school komt na de Amsterdamse School, die in de stijl van Berlage met ornamenten werkt. En wordt opgevolgd door de Bossche school die lijkt op de basiliekbouw in rooms-katholieke streken, waar architecten spelen met overgangen van binnen naar buiten, waar de constructie van het gebouw zichtbaar blijft in de bouwmaterialen en allerlei meet- en bouwtechnieken worden toegepast die net als de Delftse school een traditioneel beeld oplevert.  

Je vindt die laatste stijl iets meer bij rooms-katholieke kerken; en de Delftse over het geheel van kerken. Vaak kan je aan de voorletters van de architect al zien of er sprake is van een protestant of rooms-katholieke. Als je leest dat ir. J.A.M. Starmans betrokken is bij de kerkbouw in Luttelgeest, weet je uit de drie voorletters dat het om een katholiek gaat.

Natuurlijk zijn er allerlei aanpassingen op het basismodel. Nagele kreeg gebouwen in de stijl van Rietveld. En Schokland had onder meer een protestantse waterstaatkerk uit de negentiende eeuw.

Wat hebben kerken gemeenschappelijk? Je kan letten op de ornamenten, bij voorbeeld op de toren. Bij protestanten is dat in de regel een haan. De haan wijst op waakzaamheid en herinnert aan de haan die kraait in de lijdenstijd bij Petrus. Rooms-katholieken hebben een voorkeur voor een kruis. Enige consternatie gaf het, toen de rooms-katholieke kerk in Marknesse een haan op het dak plaatste. Dat hoort eigenlijk niet. Er zijn in de Noordoostpolder ook relatief veel kerken die een windvaantje kiezen. De hervormde kerk van Ens heeft een schip als windvaan, verwijzend naar de kerk van Ens op Schokland. Gereformeerd Ens kon niet achterblijven en heeft een paard met een vissenstaart als windvaan; het paard symboliseert de landarbeid en is gecombineerd met het vissersverleden.  De protestantse kerk van Kraggenburg heeft een windvaan met een kruisje. De gereformeerde gemeente Marknesse kreeg een windvaan met een schip, een Middeleeuws karveel. Overal vind je iets. Alleen niet op de protestantse kerk van Rutten, daar volstaat men met een bliksemafleider.

In de kerk overheersen aanvankelijk de banken. En er is een kleine preekstoel. Een enkeling bracht ornamenten aan in het metselwerk, denk aan Una Sancta in Espel; of ornamenten met glas-in-lood in de protestantse kerk van Luttelgeest gemaakt door Berend Hendriks over de brandende oven. Of de tekst van Openbaring 21 op de voorgevel van de Nieuw Jeruzalemkerk in Emmeloord: ‘En de zee was niet meer’, door de journalist Quirijn Visscher in Trouw ‘gereformeerde humor’ genoemd, omdat de tekst betrekking heeft op het nieuwe Jeruzalem en dus suggereert bij deze gelijknamige kerk. ‘We mogen uitzien naar ’s hemels Jeruzalem, Emmeloord is alvast een voorproefje’.

2. Kerkverfijning

Na de periode van bouw, volgt de periode van verfijning. De tweede en derde generatie maken andere keuzes dan de eerste generatie.  

Je ziet dat bij de orgels. In Tollebeek bouwt men een Van Vulpen orgel om tot een hybride-orgel. In 1966 verkoopt Rutten het eerste Ahrend Brunzema orgel naar Groenlo en plaatst men een ander orgel. De Nederlands Gereformeerde Kerk in Emmeloord verkoopt een Bernard Koch orgel aan Polen en plaatst een elektronisch orgel.

De commissie-Lindenberg, die destijds over plaatsing van gezinnen ging, had moeite voldoende rooms-katholieken te vinden voor de polder. De rooms-katholieken waren dan ook de eerste die gebouwen afstoten. De rooms-katholieke kerk in Kraggenburg bleef uiterlijk gehandhaafd, maar werd van binnen omgebouwd met appartementen. De rooms-katholieke kerk van Nagele werd een museum. De rooms-katholieke kerk van Espel werd een woning/atelier/muziekruimte van kunstenares Annemiki Bok. De rooms-katholieke kerk van Creil werd een dienstencentrum, Het Saalicon.

Protestantse kerken volgden. Er kwam een kunstenaar in de gereformeerde kerk van Luttelgeest, een kunstenaar in de gereformeerde kerk van Bant. De hervormde kerk van Bant kreeg een woonbestemming. De hervormde kerk van Ens werd afgestoten. Men bracht het aantal protestantse kerkgebouwen terug tot één per leefkern.

Eén dorp ontsprong de dans. De protestantse kerk van Tollebeek. Tollebeek kreeg in 1960/1961  laat een eigen protestantse kerk. Het was de enige plaats in de polder waar direct vanaf het begin een gezamenlijk kerkgebouw stond van hervormd en gereformeerd. Een doorbraak in die tijd. Al deden andere polderbewoners er soms neerbuigend over. Ze wezen op het feit dat Tollebeek het dieptepunt is van de polder; en aan de naam van de architect dr. ir. Nix ontleenden ze het grapje dat Tollebeek een dorp van niks is. Ook deze kerk is recent verbouwd. Maar dat was niet vanwege het afstoten van een ander kerkgebouw, maar vanwege groei van de gemeente. Het aantal kerkgangers groeit, mede dankzij de uitbreiding van het dorp en de verhuizingen vanuit Urk. Marknesse, ook al zo’n dorp waar uitbouw mogelijk is, verbouwde de aangehouden protestantse kerk. De preekstoel veranderde in een podium met een lessenaar. De banken maakten plaats voor stoelen rondom het podium.

Bij de verfijning hoort ook de bouw van nieuwe kerken. Kleinere kerkelijke gemeenschappen melden zich. Je ziet dat vooral in Emmeloord. Ik heb het over: Doopsgezinden (1961/1962), Baptisten, Apostolisch, Nieuw-Apostolisch (2016). Ze bouwden eigen kerken. De christelijk-gereformeerd namen de Hoeksteen over en pasten het aan. De vrijgemaakten pasten Pro Rege aan. De gereformeerde gemeente heeft de Moriakerk enkele keren uitgebouwd van 275 zitplaatsen naar meer dan 435. In 2009 gingen er weer heipalen de grond in met schilderwerk van kinderen er op voor de nieuwe Moriakerk.

Twee moskeeën zagen het licht. De Yunus Emre Moskee begint zich vanaf 1968 te roeren. Het is een moskee van de Turkse gemeenschap. Een spiksplinternieuwe moskee kwam er in de periode 2013-2019, de Assalaam Moskee, van de Marokkaanse gemeenschap.

Laat niemand zeggen dat er geen vernieuwing is in de polder. Er is verfijning en vernieuwing. De tweede fase.

3. Kerktotaal

Bij de vernieuwing hoort ook dat kerken meer en meer een positie in de markt zoeken als multifunctioneel centrum. De Nieuwe Jeruzalem Kerk in Emmeloord is één van de kerken die er mee adverteert. Je kunt bij ons een verjaardag vieren, zeggen de kerkrentmeesters, met een warm en koud buffet. Zo doet ook de kleinere Nederlands Gereformeerde kerk in Marknesse dat, men zegt honderd zitplaatsen te hebben – ik citeer - ‘voor diverse doeleinden bruikbaar’.

Ik moet er wel eerlijk bijzeggen dat we op de meeste plaatsen nog in de fase zitten van een kerk die er iets bij doet. We weten van het oude land van kerken die zijn afgestoten, dan komt er een andere eigenaar, die allereerst een café inricht (denk aan het Ponkje in Woudsend), allereerst een boekenzaak (denk aan de Broerenkerk in Zwolle), allereerst een podiumplaats (denk aan de Burgwalkerk in Kampen) en vaak daarnaast gelegenheid biedt voor rouw- en trouw en getijden.

Zo ben ik beland in de derde periode. De huidige tijd. De tijd waarin we nieuwe vragen stellen. Vragen als: Als we keuzes moeten maken, hoe zorgen we er voor dat iedere leefgemeenschap een ziel houdt? Of hoe kunnen we naast een religieuze bestemming er zijn als kerkgebouw voor een hele leefgemeenschap? Kunnen we komen tot een totaalplan?

Foto: interieur Bantsiliek 

 

Kaart met een eerste inventarisatie van 49 kerken in de Noordoostpolder

René van den Belt, projectleider vanuit de gemeente

Heleen Agterhuis, projectbegeleider vanuit bureau Coup (tegen de achtergrond van een Haarlemse kerk)

Resultaat uit Enkhuizen, waarbij je direct inzichtelijk hebt hoe de situatie rond de kerkgebouwen verschuift in de periode van 2020 tot 2040