Foto: De Vitusklok is uit het museum weer thuis in de kerk; op de voorgrond links ds. Jan Dirk Wassenaar (scriba van de classis) en rechts ds. Rienke Vedder (gemeentepredikant in Diepenheim)

Vitusklok terug in Diepenheim


Donderdag 1 mei was voor de Protestantse Gemeente te Diepenheim een bijzondere dag: toen keerde de uit 1366 daterende Vitusklok na vele jaren verblijf elders terug in de kerktoren. Samen met twee andere, grotere klokken is die klok in 1943 door de Duitse bezetter uit de toren gehaald en naar Hamburg gebracht. Het was de bedoeling dat die net als duizenden andere exemplaren tot oorlogstuig zou worden omgesmolten, maar dat is gelukkig niet gebeurd.

Na terugkeer kwam die niet opnieuw in de kerktoren te hangen – er zat een scheur in. Er werden drie nieuwe klokken gegoten, de Vitusklok kreeg toen eerst een plek in het Rijkmuseum Twente in Enschede, later in het Klokkengieterijmuseum in Heiligerlee. Maar op 1 mei kwam de klok weer ‘thuis’. Zo werd het genoemd tijdens een bijzondere bijeenkomst in en nabij de fraaie kerk van Diepenheim. Bij de klok, die nu in een nis in de kerktoren te zien is, hangt een bordje met daarop de geschiedenis ervan in het kort verteld.

De klok uit de kerktoren van Diepenheim is niet de oudste in Nederland. De oudste door een gieter gesigneerde en gedateerde klok komt uit de kerktoren van Hekelingen. Deze draagt een opschrift in het Latijn met afkortingen. Vertaald luidt de tekst: ‘Christianus maakte mij. In het jaar des Heren 1285 in de maand juni.’ Deze klok bevindt zich echter niet meer op de oorspronkelijke locatie, maar maakt deel uit van de collectie van het Rijksmuseum te Amsterdam. Het gaat om een van de talloze middeleeuwse kerkelijke kunstschatten die in musea bewaard worden.