Preken voor tijdgenoten

‘Ik waardeer de fierheid, zonder arrogant te worden’. Dat was één van de reacties in de werkgemeenschap Zwartsluis, nadat Kees van Ekris met de collegae het gesprek was aangegaan over zijn boek ‘Dialoog, dans en duel’. Kees van Ekris laat daar zien hoe hij zijn preken probeert af te stemmen voor tijdgenoten. Hij was 8 februari naar Oldemarkt gekomen om daarover verder in gesprek te gaan.

Hoe ben je er toe gekomen dit boek te schrijven? wilde voorzitter van de werkgemeenschap ds. Arjen van der Spek weten. Het begin ligt bij het ontstaan van Areopagus, twintig jaar geleden, geïnitieerd door Wim Dekker en Paul Visser. De twee pastores stelden vast dat er een kloof bestaat tussen de preek en de cultuur. Ze richtten daarvoor Areopagus op, om met pastores over die kloof te spreken. Dat leverde veel ontmoetingen op, maar de resultaten daarvan waren tot nu toe niet gestructureerd op papier gezet. Dit boek probeert dat te doen.

Daarbij kwam voor Kees van Ekris de missionaire podcast die hij met de EO twee seizoenen lang naar buiten bracht. Vijftien dertigers, hoger opgeleid en uit de Randstad, gingen daarvoor het gesprek met hem aan over prediking en theologie in deze tijd. Kees van Ekris ontdekte dat de theologie en het geloof er toe doen in deze tijd, ook voor meer seculiere gesprekspartners. Hij was zelf inmiddels met zijn gezin gaan wonen in de Wittenberg in Zeist. Dat is een veilige omgeving van een bijbelschool. Hij probeerde gaandeweg uit de cliché’s te komen en tegelijk de traditie voor tijdgenoten te ontsluiten. Daarop deed de coronacrisis zijn intree en had hij ineens ook meer tijd om de tekst aan papier toe te vertrouwen.

Kees van Ekris maakte voor zijn boek ‘Dialoog, dans en duel’ gebruik van zijn dissertatie over homiletiek. Hij kreeg hulp van een leesgroep van acht pastores die feedback gaf. En er volgden twintig diepte-interviews die in de tekst zijn verwerkt. En na het verschijnen van het boek kwam er een brochure voor de kerkenraad (op te vragen bij de IZB) en met behulp van een ‘bureau voor visual thinking’ kwam er een soort mindmap waarbij de strekking van het boek in circa tien tekeningetjes is samengevat; een soort visuele routekaart zou je het kunnen noemen. Kees van Ekris gebruikte die routekaart voor het gesprek met zijn collegae in de werkgemeenschap.

Koorddansen

Kees van Ekris vergeleek de predikant met koorddansen. Je moet van twee kanten voortdurend balanceren om contact te krijgen. Het vraagt van twee kanten activiteit: van de prediker en van de luisteraar. Je moet voortdurend elkaars taalveld aftasten en peilen of je elkaar niet kwijtraakt. Het is een smal pad waarover je wandelt en je raakt maar zo een berm bom. Het loont de moeite die inspanning te plegen. Mensen kunnen dat. Juist in een kerkdienst kan er gebruik gemaakt worden van een natuurlijke stilte. Je merkt dat mensen in de kerk dat waarderen; en soms is de liefde voor het gesproken woord buiten de kerk nog groter dan in de kerk gelet op de populariteit van bijvoorbeeld conférences.

Kees van Ekris doceert jaarlijks een dagdeel op de Vrije School in Zeist. Het gaat dan niet over ‘preken’, maar over ‘speeches’. Je merkt dat jonge mensen daar een jaar toewerken naar de zelfstandige presentatie, ‘de tettalk’. Ze doen dat in het kader van ondernemerschap of kunstenaar zijn.

Vanuit zijn huisvesting bij de Wittenberg merkt hij hoe veel energie het kost om met twintigers en dertigers te blijven communiceren. Andere bewoners, studenten van evangelische snit, zijn impulsief en kunnen bijvoorbeeld in korte tijd besluiten tot een ‘volwassendoop’. Ze hebben daarbij weinig affiniteit met een meelevende gemeente en het groeien in een traditie. Het is meer incident dan inwijding. Juist dan kan theologie helpen om een context aan te reiken, al ontslaat het je niet als pastor om je best te doen in het paradigma van de dertiger te komen en te communiceren.

Brandende boek

In het midden van de visualiseringen van de routekaart is een boek te vinden, een brandend boek. Uit die traditie kom ik, vertelde Kees van Ekris, en verschillende pastores knikten herkennend. Het Boek, Gods Woord, staat in het middelpunt. Halverwege de helling van de berg staan alertheid oproepende woorden. Het boek brandt, omdat het een levend woord wil brengen. Miskotte noemt dat ‘afgekoelde extase’.

Cloud

Je zoekt als prediker in het woord om twee of drie echt nieuwe dingen in de tekst te herkennen. Dat is het ambacht van de prediker. Je put uit mensen en tekstbronnen. Het vraagt om discipline en om incubatie. Er is een cloud boven de pastor te vinden; een boekenkast en eigen herinneringen. Er kan soms plotseling een appel op worden gedaan, bijvoorbeeld in een situatie dat je  met suïcide te maken krijgt en dan geroepen wordt mensen bij te staan. Het helpt als je dan terug kunt grijpen op doordenkingen eerder gepleegd. Als je een innerlijke bibliotheek hebt aangelegd, kan je op zo’n moment terugvallen op de cloud.

Zeef

Uiteindelijk komt alles op een zeef te liggen en houd je dat vast wat bij de prediking past. Je merkt soms bij jonge collegae dat ze te weinig tijd weten te vinden voor de cloud en de zeef. Dat heeft wellicht te maken met de eisen die social media opleggen en met het feit dat er veel meer bijzondere diensten zijn dan vroeger. Het is lastig goed voor jezelf te zorgen, zei één van de aanwezige predikanten. Wat is de goede balans in evaluatieve zin als je met gemeenteleden spreekt tussen ‘vriendelijkheid’ en ‘toegeeflijkheid’?

Iemand uit de werkgemeenschap noemde het voorbeeld van de preekbespreking na afloop van een dienst. Enerzijds lijkt dat aardig: die extra interesse voor de inhoud. Anderzijds ben je als voorganger nog zo bezig met het verwerken van je bijdrage, dat je niet altijd echt open staat voor een verdere evaluatie. Het is ook nog een hele kunst zo’n officiële preekbespreking goed voor te zitten. Want voor je er erg in hebt gaat het om een soort ranking van de dienst en niet om een geestelijke oefening voor de luisteraar. Voor Kees van Ekris is het van belang, zo zei hij, dat kerkenraadsleden iets verstaan van die inspanningen om tot een preek te komen. Reden voor de IZB om een brochure bij het boek te maken, juist bedoeld voor kerkenraadsleden.

Radar

Een intiem onderdeel van de preekvoorbereiding is het werk van de mysticus. Het vraagt een bezinning en een sprong in het denken. Josuttis spreekt van een ‘Predigteinfall’. Het is de magie die je overkomt als je aan het begin van de week de contouren voor de prediking maakt en de tekst een tijdlang met je meeloopt. Barbara Brown noemt dat de ‘preaching time’. Alles gaat me je mee om op zondag te worden uitgesproken.

Blootstellen

Het tekeningetje voor het blootstellen is ontleend aan Leonardo da Vinci, het beeld van de mens. De emoties waarover je spreekt moeten door je heengaan als prediker. Je kunt niet spreken over een echtscheiding of over een ziekte als je empathie er niet bij is. Mensen voelen aan je woorden of je er bij bent.

Ekris noemde een dienst die hij meemaakte van Gerrit Immink, zijn promotor. Immink sprak over Eli en Samuël. Vaak is Eli de old school, de man die heeft afgedaan. Maar Immink waarschuwde dat hij wel de man is geweest die Hanna zegende, die Samuël wegwijs maakte in het geloof. Je kon merken dat hij als senior hoogleraar verwantschap voelde met Eli. Dat komt over. In de literatuur spreekt men van ‘existentiële verificatie’. Het moderne gezag heeft daarmee te maken.

Dansen en ontmaskeren

Bij het dansen en ontmaskeren gaat het om spelen met de gedachten. Er vindt resonantie plaats die eerst terugslaat op jezelf. Je bent als prediker kwetsbaar. Er zijn veel plekken in het publieke leven waar dat niet meer kan. Daar is een marketingcultuur voor in de plaats gekomen. Maar in de kerk kan dat nog wel. Dat is een gemeenschap waar kwetsbaarheden kunnen. Die houding raakt ook dertigers. Zij laten zich raken door een vraag als: ‘Over wie lig jij wakker?’

Kees van Ekris wordt door enkele dertigers begeleid en hij merkt dat daar vragen weer verschuiven. Van kwetsbaarheid gaat het weer toe naar een honger naar nieuwe informatie. Hoe zit het dan met het bidden? Hoe verhouden we ons dan tot moslims?

Bij het ontmaskeren van de kwade machten denkt hij niet zozeer aan politieke prediking. Het gaat eerder om de spoken die met mensen meereizen en die je in hun ban kunnen houden. Het gaat om spoken in de thuissituatie. Je kan denken aan iemand die te lang thuis moet blijven omdat er geen huis te koop is. Het gaat om een maatschappelijk fenomeen misschien, maar dan één die persoonlijk op je kan drukken. Je probeert mensen van de remmende werking te bevrijden. Dat mag je exorcisme noemen.

Als je preken leest van Tutu of King merk je dat dergelijke uitspraken niet met stemverheffing hoeven plaats te vinden. Het kan ook door humor of door licht sarcasme. Tutu stelde zichzelf ook vragen als: What must be said, what is wise, what can be said. Op de begrafenis van Stee Biko bijvoorbeeld sprak hij relatief ingetogen om de samenkomst niet in geweld te laten ontsporen en toch was hij glashelder. Op Java, in de zo geheimzinnige cultuur van Indonesië, zeggen ze: catch a fish without stirring the water.

Kookeiland

Al die ingrediënten moeten tot een eenduidig menu worden. Er is een retorische ordening van de preek nodig. De tekenaars gaven dat weer als een kookeiland. Voor Samuel Wells betekent het dat hij met de laatste zin van zijn preek begint. Kees van Ekris noemde het belangrijk te identificeren en te intrigeren. Er hoeft geen inhoudsopgave op een powerpoint te zijn, maar op de één of andere manier moet je wel orde scheppen en mensen meenemen in het verhaal.

In iedere overdenking komt dan ook een moment van troost voor. Je probeert mensen weer moed te geven. Daarin ben je kerugmaticus. Je bent als voorganger immers meer dan een dorpsgenoot.

Zegen

Natuurlijk zijn er meer momenten die bij de prediking een rol spelen: sacramenten, liturgie, missionair werk, diaconaat. Dat zijn allemaal gezegende momenten. Kees van Ekris rondde zijn boek af met te wijzen op de zegen. Wessel ten Boom zei dan: Als je preekt gaat de wereld er even anders uitzien.

Indruk

Ds. Arjen van der Spek maakte een rondje aan het einde van de ochtend. Wat heeft ieder meegenomen van het gesprek? Enkele keren kwamen er opmerkingen terug in de sfeer van: Preachers pride; fierheid; besef dat het geheim met je meegaat.

Boven: infografic zoals gebruikt tijdens de bespreking van het boek 'Dialoog, dans en duel'
Onder: dr. Kees van Ekris van Areopagus