Dekker: 'Roep het ongeloof tevoorschijn'

‘Er is veel verborgen ongeloof. Je moet het ongeloof tevoorschijn durven roepen. Je moet dat beest in de bek durven kijken’. Dr. Wim Dekker, publicist van onder meer het recent verschenen boek ‘Oproep tot omkeer’ en jarenlang verbonden geweest aan de IZB, sprak in de ring Kampen, die dinsdag 18 april bijeen kwam in Wilsum. Het was de eerste samenkomst van de ring en de meeste gemeenten uit de regio hadden een vertegenwoordiging gestuurd. Wim Dekker was gevraagd om te spreken over het thema ‘Kerkzijn in de samenleving anno 2023’.

Wim Dekker riep de ambtsdragers op de vraag te stellen naar de oorspronkelijke bedoeling van het christendom. ‘Zitten we nog goed?’ Hij vertelde recent nog met een ouderling te hebben gesproken en de vraag te hebben gesteld hoe het ging. De ouderling had gereageerd met: ‘Het gaat gestaag achteruit’. Dekker stelde vast dat die waarneming gebaseerd was op het aantal leden dat ieder jaar iets terugliep. De statistiek staat tegelijk haaks op de boodschap van Pasen, waar we verkondigen dat Christus uit de doden is opgestaan. ‘We lijken op de leerlingen na de opstanding uit de doden. Ze zijn bij elkaar en hebben de deur op slot gedaan. Ze zijn bezorgd’.

‘Als we ons laten triggeren door getallen zijn we niet bij het geheim van het christelijk geloof: Christus die gekruisigd is en opgestaan. Dan benaderen we de gemeente als een gewoon bedrijfje. Dan signaleer je dat de kerk in Europa numeriek achteruit gaat. Moderne mensen zeggen dat ook. Ze vergelijken de kerk met hoe het vroeger was in oma’s tijd’. Zo’n wereld typeren we als seculier. God speelt er geen rol in. Daardoor creëren we een vacuüm, wat al heel snel gevuld wordt door andere machten en influencers. ‘Hoe snel laat men zich dan te pakken nemen door de goden van deze eeuw’.

Dekker waarschuwde de ambtsdragers. Die seculiere benadering vind je niet alleen buiten de kerk, maar ook binnen de kerkmuren. Er is uitholling van binnenuit. Eerst sluiten de harten zich en daarna de kerken. We lijken op Demas, van wie Paulus signaleert, dat hij hem verlaten heeft. Op die manier wordt Christus vele malen opnieuw gekruisigd. ‘Verstaan we deze ervaringen als beproeving die we in verbondenheid met Jezus mogen beleven?’, vroeg Dekker. Hij riep op de werkelijkheid steeds weer te verbinden met Christus. ‘Er is geen seculiere wereld buiten Christus. De werkelijkheid is van Christus. Zien we de tekenen van de tijd? Calvijn vertelt dat Christus duizendmaal gekruisigd wordt. En ook duizendmaal opstaat. Ben ik bij Hem als Hij sterft?’, vroeg Wim Dekker zijn gehoor.

De inleider riep op tot een nieuwe oriëntatie op het lichaam van Christus. ‘God neemt vlees en bloed aan in het lichaam van Christus. We spreken vaak in psychologische of sociologische zin over onze kerk. De overheid ziet de kerk als een maatschappelijke instelling. Dat is allemaal werelds denken, waarmee we de essentie van de kerk niet raken. Daarom ontwikkelen we ook geen schuldbesef als we de kerk verlaten. Ik mis het verstaan van het geheimenis. De geestelijke essentie. Ook als ik terugkijk op vroeger. En ik zie hoe vroeger bloeiende gemeentes zijn verlopen. Ging het daar uiteindelijk dan toch om menselijke dingen, om regeltjes?’ Dekker stelde dat we als kerk terug moeten keren naar de basis; en dat is: de kerk is het lichaam van Christus. Het gaat er  niet om wat we doen; het gaat er om wat we zijn: gemeente van Christus.

Is krimp erg

De ambtsdragers spraken in kleine groepjes over de manier waarop ze de krimp ervaren. ‘Is krimp erg?’ was één van de vragen. In absolute zin, zei een ambtsdrager, is dat erg. Want minder mensen weten van Christus. We zijn gemarginaliseerd. Maar daardoor kan je tegelijk zuiverder de vragen stellen naar herbronning. Dekker waardeerde die alertheid en noemde de vrijblijvendheid misschien wel de grootste zorg. ‘Steeds weer is het de vraag of we leerling van Jezus willen blijven’.

Ds. Ineke de Kok – Mellema en ds. Bernhard van der Knijff uit Wilsum hadden de bijeenkomst voorbereid. Ze gaven aan het begin van de samenkomst alle vertegenwoordigers gelegenheid zichzelf voor te stellen. Daarbij stelden ze de vraag wat er voor moois speelt in de eigen gemeente en wat zorgen baart. Aan mooie ervaringen werden onder meer genoemd: ‘We merken dat onze gemeente verjongt’, ‘We vormen een hechte gemeenschap’, ‘De opbouw van de gemeente is gevarieerd qua leeftijd’, ‘We krijgen weer een eigen predikant’, ‘Het lukt heel goed om alles te bekostigen’, ‘We vormen na een heroriëntatie een nieuwe gemeenschap’, ‘Er zijn 28 jonge mensen in onze gemeente die belijdenis van het geloof afleggen’, ‘Onze kerk verjongt’, ‘Er zijn bij ons drie diensten op de ochtend die allemaal goed bezocht worden’, ‘We hebben een goede samenwerking in ons dorp met de zusterkerk’, ‘We zien weer een opbloei van het kerkbezoek’. Er zijn ook zorgen. Genoemd werden onder meer de moeite die het kost om ambtsdragers te vinden en de zorg over de deelname aan de tweede kerkdienst.

Terugkoppeling

Ds. Klaas van der Kamp vroeg de bezoekers om iets terug te koppelen van de ervaringen in de ring. Het is de bedoeling dat de ring vaker bij elkaar komt en dat de gemeenten daarin ervaringen uitwisselen en geloofservaringen delen. Dat werkt het beste als er tenminste één vaste afgevaardigde is. De bezoekers werd gevraagd iets van de indrukken terug te geven aan de eigen kerkenraad.

Foto: Boven dr. Wim Dekker 
Foto: Onder twee impressies van de ringafgevaardigden