De ziel

De ziel speelt in het leven van mensen een grote rol, meer dan mensen vermoeden. Ik ontdekte dat opnieuw afgelopen week, toen ik incognito op een camping was. Ik zal u daar iets van vertellen.

We waren tegelijk met vrienden op vakantie. Ze hadden me de biecht meegegeven. ‘Als we op de camping zijn, mag je tegen niemand zeggen dat je dominee bent. Want als ze het weten, gaan ze steeds met je praten over dingen waar ze anders niet over praten. Of ze houden zich juist stil* omdat er een dominee voorbij komt’. ‘Maar wat moet ik dan zeggen, als ze me vragen wat voor werk ik doe?’, vroeg ik. ‘Zeg maar, dat je zielendokter bent’, adviseerden ze.

Dat deed ik. ‘Zielendokter’. ‘Oh psycholoog, een zielenknijper’, zeiden de mensen. In het begin bleven de opmerkingen uit, die ik anders vaak krijg. Zo van: ‘Weet u wat het tegenovergestelde is van theoloog? Nee? Theo sprak de waarheid’. En weet u wat het tegenovergestelde is van domme-nee? Nee? Slimme-ja’. Na verloop raakte de formule uitgewerkt. Ik merkte dat de aanwezigheid van een zielendokter iets deed bij mensen, zoals ik dat anders als dominee ook merk.

Het begon onschuldig bij de afwas. Een vrouw klaagde: ‘Mijn man is zo veranderd de laatste tijd. Hij is niet te genieten. U bent zielendokter. Wat vindt u daarvan?’. ‘Zijn er nog meer veranderingen geweest, de laatste tijd’, vroeg ik. ‘Ja, hij heeft een kunstgebit gekregen’. ‘Kan hij dat misschien niet aanvaarden? Dat hij ouder wordt’, zei ik lukraak. ‘Zo is het’, zei de afwasser naast mij, ‘maar wat moeten we er aan doen?’ ‘Hij moet misschien meer over zijn ouderdomskwaaltjes leren praten en zijn situatie accepteren’. De vrouw ging direct het gesprek aan. Ik hoorde haar druk aan het rebbelen** met haar man. Flarden waaiden over het veld, zo van: ‘Zet je tanden er in. Je kan het’.

Na het eerste succes, begon de praktijk zich verder te ontwikkelen. Steeds meer mensen wilden om zes uur ’s avonds tegelijk met mij afwassen. En ze wilden praten. Over de relatie. Over de kinderen. Over hun dromen. Ik had het druk als nooit te voren. Je wil niet weten hoeveel mensen er op een camping met zielenkwalen rondlopen. Zielige mensen. Mensen die met de ziel onder de arm lopen. Zielenpoten die weer zielsgelukkig willen worden. Ik mopperde tegen mijn kameraden: ‘Een zielendokter is nog drukker dan een dominee’. Ze zeiden: ‘Zeg dan volgend jaar toch gewoon dat je tandarts bent. Dan ben je na verloop van tijd de enige die om zes uur de afwas doet’.

De gesproken tekst is in de streektaal. Daarin vind je onder meer het volgende specifieke vocabulaire: 
* Ze bliem terugge = Ze houden zich stil 
** Rebbelen = druk praten