De kerstboom

Ik wil het met u hebben over de kerstboom. Er zijn het afgelopen jaar in Nederland bijna 3 miljoen kerstbomen verkocht. Als mensen in New York in het Rockefeller Centrum de lampjes van de kerstboom aansteken is er twee uur live een programma omheen op televisie. De kerstboom blijkt belangrijk te zijn. Ik wil het vandaag hebben over de oorsprong van de boom.

We spreken over een dennenboom. In strikte zin is dat fout. Dennenbomen hebben de takken naar beneden hangen. Maar de kerstboom richt zijn takken iets omhoog. Het is een spar. We hebben ze in allerlei soorten: de fijnspar, de blauwspar, de zilverspar, de Noordmann-spar. Dat we toch over dennenboom zingen komt, omdat het woord ‘dennenboom’ in het Germaans een hele groep van naaldbomen aangaf, inclusief de spar. We zingen dus het lied ‘O Tannenbaum, o Tannenbaum, wie treu sind deine Blätter…’ terwijl we bij de spar staan.  

We kennen de boom als begeleider van de christelijke kerstgedachte. De boom heeft kaarsjes, verspreidt licht en wijst op het licht van Christus. Maar de wortels van de boom groeien verder terug in de geschiedenis. De kerstboom werd aanvankelijk gebruikt bij een Oud-Germaans vruchtbaarheidsfeest. Midden in de winter was er behoefte aan een boom die symbool kan staan voor de terugkerende vruchtbaarheid op aarde. Midden in de winter plantten mensen een boom waarvan de takken groen zijn. Dat werd gezien als een belofte dat de hele aarde weer vruchtbaar zou zijn en groen zou doen ontspruiten.

De versieringen onderstrepen de vruchtbaarheid. De piek was een fallus, een penis, die zaad over de akkers strooit. Sneeuw is het zaad dat overal ontkiemt. En waar de ballen naar verwijzen hoef ik niet uit te leggen. De boom was een soort etalage van vruchtbaarheid.

We zijn allang vergeten hoe vulgair de boom eigenlijk is. In de loop der jaren zijn we anders naar de boom gaan kijken. Maarten Luther, de kerkhervormer, heeft al die heidense symbolen van de boom geschud en een christelijke toepassing gegeven. De boom herinnert wat hem betreft aan de boom van kennis van goed en kwaad in het Paradijs. De ballen zijn de vruchten van de boom. En de piek herinnert aan de ster die de wijzen uit het oosten de weg wijst naar de kribbe in Bethlehem.

De protestanten haalden in de negentiende eeuw de kerstboom de kerk in. De rooms-katholieken hadden al een ander symbool: de kerststal. Daar hadden de protestanten moeite mee. Je gaat toch niet maar zo de heilige Jezus en zijn moeder afbeelden? Nee, protestanten hadden liever een algemener symbool. Niemand had nog een vermoeden van de oorspronkelijke betekenis.