Gebeden uit Flevoland

Hieronder volgen gebeden in de context van Flevoland. 

Gebed om pioniersgeest

We zoeken uw aanwezigheid,
nieuwe wijn, nieuwe glans,
rood als bloed,
bezieling gevend.

We zoeken uw persoonlijkheid,
voor ons verstopt
in de karakiet en het lam,
in de pinksterbloem,
het veld kleurend, vertedering van het hart.

We leven van contact met u,
u, begin van leven,
opdat de pioniersgeest aanwakkert,
en een nieuwe aarde droog valt,
klaar om het zaad te ontvangen.

Amen

Pelgrimeren

Here God,
in het geraas van ons bestaan
en de drang tot leven
spreken we u aan;
bezweet en vermoeid,
gespannen en onzeker.

Ons leven is als pelgrimeren:
als gaan over een dijk,
met regen in ’t gezicht
met striemende, dwarrelende winden,
met naast ons het kolkende water,
dat zich omhoogstuwt tegen de boorden van gras en klei.

Here Jezus, wees dicht bij ons.
Geef ons kracht met uw aanwezigheid.
Geef ons besef gedoopt, gezegend, gewild te zijn door u.
Dat we op weg zijn als Mozes
en zien voorbij de Schelfzee en de woestijn.
Geef ons het vergezicht op Jeruzalem,
stad in de hoogte, opwaarts rijzend,
omhooggetild door de rijke erfenis
van verhalen van uw liefde en trouw.

Here, reis met ons mee,
pelgrims door laagland.
Geef adem om voort te gaan.
Waak over ons in de slaap.
Doe ons opstaan wanneer de nieuwe dag begint,
en wij, pelgrims,
nog meer vertrouwd raken met elkaar
en we elkaar bij de naam noemen,
als we durven.

Geef dat we ook u vertrouwd aanspreken:
Want één druppel jou
is me meer dan een rivier vol water.

(Uit: Eén druppel jou, gebeden)


Bij oriëntatie

U bent trouw, Here God.
Bij alle veranderingen die we inzetten,
blijft u als ooit met ons verbonden.
Onze kerken brokkelen af.
Ons godsbesef toont barsten.
Maar u houdt ons vast,
en geeft oriëntatie,
zoals de toren die het silhouet van Dronten tekent,
ook al is de kerk niet meer daar.

We waarderen uw standvastigheid.
We loven u om uw liefde,
uw pioniersgeest die paden maakt
waar wij mensen slechts riet en zegge wanen.
Uw Zoon opent een poort
naar oorden van leven waar wij slecht van dromen.
We prijzen u.

Amen

Bij de opening van een huis

We leven voor uw aangezicht,
gisteren hielden we ons nog op de vlakte
in een tent, een barak, een bouwvakkershut.
Maar nu is er fundament,
ontwakende stenen,
trotse muren en glas,
veel glas met zicht op de hemel,
en wolken die voorbij drijven.

Geef ons, Here God,
uw zegen in dit huis.
Dat de plek een vriendelijk stempel zet
en zo de dagen dankbaar zegelt.
Dat de plek ruimten openlegt
waarin we groeien en kleuren,
menslijk zoals u het bedoelt,
een wonder van goddelijke eenvoud.

Dat u ons bouwt, en ons bewaart,
dat u in ons geheugen wast,
dat u gezichten geeft.
Uw naam zij waardering.

Amen


Vrijheid van meningsuiting


Wij danken u, God, 
u spreekt ons aan, 
u maakt zich bekend,
mondjesmaat,
ingehangen in het woord.

Wij danken u, 
voor de vrijheid van leven, 
onbevangen zin,
wijze van spreken, 
de mogelijkheid aan de dag te treden,
wijsheid te zoeken, 
te genieten van de spontaniteit van een kind.


Laat het klinken in alle talen.
Laat ons niet achter adem geraken, 
hijgen als een opgejaagd dier. 
Dat de vrijheid ons zuurstof mag geven 
en wij mogen ademen voor uw aangezicht,
sprekend uw kind.


Wat een wonder, 
dat uw scheppende woord 
ons in de mond is gelegd. 
Wat een wonder, 
dat uw bevrijdende taal 
ons mensen verandert.


Wat een geluk,
dat we zelfs woorden mogen morsen,
het zal zich niet als vloed tegen ons keren 
door de genade van uw goede boodschap. 
Zelfs als de echo versterft,
tilt uw woord ons nog over de drempel.


(Bij Fedde Schurer, lied 315)


Vrijwaring van vrees

Als vrijheid was wat vrijheid lijkt, 
hoe zou ze ons veranderen. 
We zouden dromen dromen
en weldaad oogsten zonder zorg.


Here God,
dat vrees ons niet bevange, 
dat zorg ons niet beklemt, 
dat pijn ons niet verwarre
dat onzekerheid verdampt.


Reik ons de vrijheid aan, 
fier te staan in de dag. 
Dat vrijheid vrijheid blijkt te wezen 
in eenvoud, eerlijk en oprecht.


Dat vrijheid ons hervormt,
en ons ruimhartig maakt, 
zodat we elkaar verdragen, 
gunnen, 
liefhebben.


(Bij Willem van der Zee, lied 313
en Huub Oosterhuis, lied 946)


Vrijwaring van gebrek


Ik heb uw stem gehoord. 
In u krijgt mijn leven zin. 
Ik ontvang mijn vrijheid, 
goede God, 
bij u, water ten leven, 
bij u, brood als voedsel.

U bent onze Bevrijder, 
vol liefde en macht. 
U zet ons in vlam en vuur. 
Bij u zijn de bronnen van leven. 
U deelt het brood, 
genoeg in de tijd, 
voedzaam voor eeuwig.


(Bij Novalis, lied 800)


Bij de grens

We staan bij de poort van ons leven,
de brug opent zich,
het water scheidt ons van onze geliefde.

We weten dat de herkenning anders is,
tijd en plaats veranderen.
Daar de overzijde.
Wij hier, vol gedachten.

Goede God,
in u ligt onze verbinding.
U kent de schreden in nieuw land.
U weet te gaan naar nieuwe tijd.

Zie ons in liefde aan.
En ooit als de brug zich voegt
en geen bomen dwarsbomen,
herenig ons dan, herenig de mensen,
die bij u leven en dromen.

Amen