Het breken van het brood

We vervolgen onze reis langs oude afbeeldingen van de maaltijd van de Heer. Vorige maand keken we in een oud handschrift: eind van de tiende of het begin van de elfde eeuw. En we keken naar vis op tafel: deze heeft een dubbele betekenis. Enerzijds is die vis een verwijzing naar verhalen over de wonderbare spijziging; anderzijds verwijst de vis naar Christus zelf, waarmee een meer mystieke betekenis van de maaltijd van de Heer aan het licht komt.


Deze maand kijken we naar een nog veel oudere afbeelding. Onderzoekers denken dat hij uit de tweede eeuw dateert. Het is een fresco, een muurschildering, te vinden in de Priscilla catacombe in Rome. Deze catacombe werd tussen de tweede en de vijfde eeuw uitgegraven en uitgehakt in de bodem. Zo ontstond er een uitgestrekt, kilometers lang stelsel van gangen, waarin velen hun laatste rustplaats vonden.

We zien op het fresco zeven personen. Ze lijken een maaltijd met elkaar te hebben. Wat er op tafel staat is niet helemaal goed te zien. Zien we weer een bord met twee vissen en een bord met vijf ronde broodjes? Links zien we enkele manden. Zo lijken we opnieuw de associatie met de verhalen over de wonderbare spijziging voor ogen te krijgen.


De persoon het meest links houdt zijn armen gestrekt naar voren. Hij lijkt een beweging te maken die past bij het breken van brood. Als we heel goed kijken zien we voor hem op tafel een beker met twee oren staan.


Is dit een afbeelding van de viering van de maaltijd van de Heer? Dat zou kunnen. Dan zou het een van de oudste daarvan zijn. Misschien zelfs wel de alleroudste. Het zou ook kunnen dat er wel brood wordt gebroken, maar dat er nog geen sprake was van wat wij nu een viering van de maaltijd van de Heer noemen.


Wat bedoel ik daarmee?


Wij zijn ons er meestal niet van bewust dat de viering van de maaltijd van de Heer zich pas in de loop van de tijd heeft ontwikkeld. In de eerste Brief van Paulus aan de Korintiërs (hoofdstuk 11:17vv.) gaat het over de maaltijd van de Heer. Dat is het oudste bericht dat we erover hebben. Paulus is echter vooral heel kritisch over de wijze waarop de Korintiërs met die maaltijd omgingen. In de evangeliën van Matteüs (26:17-30), Markus (14:12-25) en Lukas (22:14-20) vinden we berichten over de laatste maaltijd van Jezus met zijn leerlingen. Het loont de moeite de teksten eens naast elkaar te leggen: dan ontdekken we overeenkomsten en verschillen. Die verschillen weerspiegelen mogelijk verschillende manieren waarop in

vroeg-christelijke gemeenten de maaltijd van de Heer werd gevierd.


Wanneer we ons daarvan bewust worden, is het ook interessant om eens in het boek Handelingen te lezen. Daarin lezen we bijvoorbeeld dat de eerste christenen in Jeruzalem ‘trouw bleven aan het onderricht van de apostelen, met elkaar een gemeenschap vormden, het brood braken en zich wijdden aan het gebed’ (Hand. 2:42). Enkele verzen verder (Hand.

2:46) lezen we, dat de leden van de eerste gemeente in Jeruzalem elke dag trouw en eensgezind in de tempel samen kwamen en ‘bij elkaar thuis het brood braken’ (Hand. 2:46). Dat breken van het brood klinkt als een gezamenlijk ritueel. Maar toch niet helemaal als een viering van de maaltijd van de Heer zoals wij die nu kennen. Waar is de wijn?

 

Later in het boek Handelingen (20:7vv.) lezen we dat ze op de eerste dag van de week – dat zal de zondag zijn – bijeen kwamen voor... ‘het breken van het brood’. Het is een prachtig verhaal dat daar dan volgt. Ze zijn bij iemand thuis – dus niet in een kerk. Kerken bestonden nog niet. Paulus begint te praten. Hij is nogal lang van stof en weet van geen ophouden. De

olielampen zorgen voor een bedompte sfeer. Ene Eutychus wordt overmand door de slaap en valt uit het raam naar beneden. Hoe het verder gaat moeten jullie zelf maar lezen. Mooi is het daarbij wel om te weten wat zijn naam betekent: ‘hij die het goed treft’ – of in meer hedendaags Nederlands: een bofkont!


Nog weer verder in het boek Handelingen (27:35) bevinden we ons op een schip in nood. Ook dan breekt Paulus het brood.


Verhalen als deze – en hetzelfde geldt voor het verhaal over de Emmaüsgangers, die de opgestane Heer pas herkennen in het breken van het brood (Lukas 24:30v.) – maken duidelijk dat het breken van het brood binnen de eerste christelijke gemeenten heel belangrijk was. Dat zien we mogelijk ook terug op het fresco uit de Priscilla catacombe. Dat lijkt geen uitbeelding te zijn van de laatste maaltijd van Jezus met zijn leerlingen (dan waren er meer personen afgebeeld), maar een breken van het brood onder de leden van een vroeg-christelijke gemeente.


Er is nog een andere reden om deze afbeelding een keer te bekijken. Er bestaan talloze afbeeldingen van de maaltijd van de Heer / de laatste maaltijd van Jezus met zijn leerlingen. Maar daarop zien we vrijwel alleen maar mannen. Op dit fresco is dat anders. De vijfde persoon van links (derde van rechts) is een vrouw! Ook dat geeft te denken.