De bevolking in Scandinavië besteedt veel aandacht aan de zomerwende op 21 juni. De kortste nacht wordt uitbundig gevierd. De opgerichte palen met takken en bloemen blijven nog lang als teken van de weemoed staan. 

Bezoek van kerkdiensten in Zweden


Eén van de leuke ervaringen in het buitenland is het deelnemen aan een kerkdienst. Als het enigszins kan bezoeken we op reis ’s zondags een kerkdienst van mensen ter plaatse. Zo deden we dat tijdens een vakantie in de zomer van 2022 in Zweden.

Het is voor mij niet eenvoudig een Zweedse kerkdienst te volgen. Natuurlijk lukt het wel om de hoofdlijn van de liturgie te herkennen, maar zodra de verfijning optreedt in de verkondiging moet ik afhaken. Zo’n dienst komt over, zoals ooit de Latijnse mis voor de Middeleeuwse Nederlanders moet hebben gehoord. Toch is het leuk om een dienst in Zweden bij te wonen.


Ik heb er twee kunnen bijwonen. De eerste zondag was ik op bezoek bij de lutherse gemeente van Vreta Kloster, vlakbij Linköping, of zoals de leiding zelf zegt: 'de kerk van Zweden'. Ik werd welkom geheten bij de deur door de pastor, door de cantor en door iemand van de kerkenraad. Binnengekomen waren er twee vrijwilligers die me een boekje gaven met daarin al ingevouwen de bijzonderheden van de liturgie van deze zondag. De kleur wit voerde de boventoon, zowel in de kleding van de voorganger als in het antependium aan de lessenaar. 'Het is de zondag waarop we stilstaan bij de verschijning op de berg en dan slaan we één zondag over met de groene kleur en is het weer even het wit van Pasen wat de boventoon voert', wist de voorganger me te vertellen.

De hoogliturgische symboliek in kerk en viering vielen me op. Het knielen voor het altaar, het toesnellen van twee liturgen die de kaarsen droegen op het moment dat het evangelie zou worden opengeslagen; het waren momenten waarop ik me bewust was hoezeer een catechetische context in mijn eigen protestantse kerk verschilt van een symbolische eigen aan de lutherse viering. De twee kaarsendragers gingen samen met de predikant naar het midden van de kerk, bij het orgel, om daar het evangelie als het ware midden in de wereld te openen.

In het tweede deel van de dienst was er ruimte voor het sacrament van het avondmaal. De instellingswoorden klonken, het 'heilig, heilig, heilig' en de mensen kwamen naar voren om een wafeltje in ontvangst te nemen, dat vervolgens even in de wijn te dopen om zo deel te hebben aan het sacrament. Aan het einde van de viering dronk de voorganger de wijn op die was overgebleven, mengde nog een keer water in de beker, dronk nogmaals de beker leeg en veegde vervolgens de beker schoon. Klaar voor hergebruik.
Geen druppeltje van het bloed van Christus mocht worden gemorst.

Er waren vijftien mensen in de kerk. Enkelen bedankten bij het afscheid nadrukkelijk de cantor-organist. De man glimlachte minzaam. Toen hij vernam dat ik uit Nederland kwam prees hij de Nederlandse kerkmuziek, in het bijzonder Sweelinck van wie hij onlangs nog werk had gespeeld. We kregen bij de uitgang een bonnetje om in de kloostertuin een kopje koffie te gebruiken. Daar aangekomen kregen we er een cakeje bij. Twee meisjes, dochters van de voorganger, reikten het aan. Ze hadden de cake zelf gebakken, vertelde één van de kerkgangers.


De kerken in Zweden kennen net als verschillende regio's in Nederland kerkenpaden, routes voor open kerken. Je kan op honderden plaatsen een kerk binnenstappen om iets van de 'sommaröppna'  te ervaren.

Vrije kerk


De week daarop was ik opnieuw voornemens naar de kerk te gaan. We hadden de bakens inmiddels verzet en waren neergestreken bij Barnarp, even bezuiden Jönköping. Er zou dienst zijn om tien uur in het pittoreske kerkje vlakbij het meer, met de overledenen begraven om het kerkje heen van wie de grafsteen uitzicht had op het meer. Het was rustig toen ik aankwam. Te rustig. Toen ik op het aankondigingsbord bij de ingang keek, bleek dat de pastor wel voorging, maar in het naburige Ödestugu. Ik was op de fiets in niet meer in de gelegenheid de pakweg vijftien kilometer daar naar toe tijdig af te leggen.

Dan maar richting Jönköping, dacht ik. Ik stapte op en liet me omlaag zoeven richting het dal. Ik had evenwel nog maar net de vaart te pakken toen ik op een heuvel een kruis zag staan achter een kerk. De deur stond open. Ik remde en besloot daar naar binnen te stappen.


Er zaten 25 mensen; 10 mannen, 13 vrouwen en 2 kinderen speelden achter in de kerk. De 23 volwassenen keken me verwonderd aan. Zoveel was duidelijk: ik was nieuw. Het was één van de kerken waarin de klassieke vrijkerken van onder meer baptisten en congregationalisten de handen hadden ineengeslagen met de meer pinksterachtige gemeenten. Ik had over de bundeling gelezen. Er zat een jongeman en een jonge vrouw achter de beamer. 'Heb ik nog een boekje nodig' vroeg ik wijzend op een achterpaneel waar enkele tientallen exemplaren waren opgestapeld. 'Nee, alles wordt gebeamerd´, legde het tweetal uit.

Toen de dienst begon kwam een vrouw van de kerkenraad binnen met een vrouw in het zwart die een kruisje om de nek droeg. Zoveel was duidelijk: zij was de dominee. De liturge nam de gemeente bij de hand, kondigde ook de musicus aan: een jonge vrouw achter een vleugel, die zichzelf bij de solo's begeleidde en de gemeente voorging in de gemeentezang. Af en toe drumde er een jongen mee op een drumbox. Alle liedjes hadden een langzaam ritme, zodat ik de tekst goed kon volgen op de beamer. De tekst had een opwekkingskarakter vol lofprijzing en toewijding.


De verkondiging was moeilijker te volgen. Dat lastige Zweeds. Je bent als bezoeker dan al blij als de naam 'John Stott' klinkt en je woorden hoort als 'complex' en 'reflectie'.

In het tweede deel van de dienst vertrok de voorgangster even naar achteren, een vrouw en een man uit de gemeenten stapten mee en kwamen later weer terug. Het eucharistische deel begon, zo begreep ik. Dat was voor mij makkelijker te volgen, omdat de avondmaalswoorden herkenbaar zijn tot en met de oproep 'komt dan want alles is in gereedheid gebracht'. De vrouw kreeg een rond brood waaruit ze voor iedere avondmaalsvierder een stukje afscheurde. De man droeg een ronde ring met daarin tientallen kleine glas-plastic bekertjes die te voren met druivensap waren gevuld. Je kon naar voren lopen om mee te vieren. Na de viering volgde er nog een soort Keltische zegen en daarmee werd de dienst afgesloten.


Voor mij als buitenstaander is de koffie na afloop een mooi moment, want er is altijd wel iemand die je aanspreekt en vraagt of je het kon volgen. Ik herkende in de man en vrouw die me aanspraken mensen die ook hadden gesproken in het vrije gebed en die blijkbaar verantwoordelijkheid voelden voor het wel en wee van de gemeente. Ze vertelden me dat de kerk voor het eerst weer was geopend en er een dienst was gehouden, in de maand daarvoor was het vanwege de vakantie daar niet van gekomen.


Natuurlijk zijn er in Scandinavië vele monumentale kerken; ze zien er strak en onderhouden uit dankzij de overheidssupport. Je kan in de meeste kerken een kaarsje aansteken voor iemand die je dierbaar is.

Toewijding


Wat beklijft er als je twee diensten in een ander land bezoekt? Natuurlijk is het de toewijding van mensen. De elementen van een viering die we in onze diensten kennen, van gebed en voorbede, van schriftlezing en verkondiging, van mededelingen en zegen. De centrale plaats van het avondmaal, ook al ben je niet van de kerk van Zweden. Het belang dat er aan stijl wordt gehecht, ook al kom je als vrije kerk in een jonger gebouw bij elkaar en ook al mogen de kinderen gewoon achter in de kerk spelen.

Trouwens ook in de lutherse kerk van Klooster was me opgevallen dat er een speelruimte was voor de kinderen in ééń van de kapelletjes, er werd in de viering waar ik was alleen geen gebruik van gemaakt. Het belang dat men hecht aan de muziek viel me op. En de bescheiden opkomst van tien, twintig mensen op het moment dat je in een dorp naar de kerk gaat.

Het zijn aantallen waar niemand zich bezorgd om lijkt te maken. Het is goed samen te komen en samen te bidden. En de ruimten, mede gefaciliteerd door de belastinggelden die via de overheid binnenkomen, zien er nagenoeg allemaal spik en span uit. Doordat de stijl zo belangrijk is, kan het soms ietwat stijfjes overkomen, zelfs in een vrije kerk, waar de invloed van de pinkstergemeenten niet zo ver reikt dat je handen omhoog ziet gaan tijdens het zingen. Er is vooral vriendelijkheid op het moment dat je binnenkomt en misschien ook wel een beetje onzekerheid, want hoe laat je zien dat zo'n buitenlander ervarem dat hij hartelijk welkom is. Het is voor Zweedse voorgangers dan ook aftasten wat zo iemand interesseert en het feit dat ook zij het vertrouwde Zweeds even moeten loslaten en naar het Engels moeten schakelen, haalde hen uit de comfortzone. 

Geheel in lijn met de lutherse traditie staat het kruis centraal. In Växjö in het glasmuseum heeft het kruis een mooie, lichte plaats gekregen. 


In datzelfde museum foto's van tientallen glaskunstenaren met een Zweedse achtergrond. Onder hen Ann Wolff in een jeugdige foto met een kind op de rug. Voor de mensen die het niet weten: Ann Wolff is de kunstenares die de gekleurde ramen van de kapel bij de dienstenorganisatie in Utrecht heeft gemaakt. 

 

De lutherse kerk gaat iets makkelijker om met titelatuur dan de PKN, waar dat soort zaken altijd gevoelig ligt (en gelukkig maar). Hier een zitplaats voor de episcopus in één van de kerken. 


In Nederland bericht de pers over de deelname van kerken tijdens een gay-weekend. In Zweden heeft men een eigen manier gevonden om iets over gender naar voor te brengen; je komt duidingen tegen als je de toiletten zoekt. 


Je zou het een eigentijdse meditatieroute kunnen noemen. In veel kerken kom je het idee tegen van de emeritus bisschop Martin Lönnebo van het diocees Linköping. Hij bedacht een soort rozenkrans waarin je je gevoelens en gebeden kunt focussen. Er zijn kralen die vragen om stilte, kralen die laten nadenken over de opstanding en zo voort. Je kunt de kralen meenemen in de hand, soms vind je ze op diverse plaatsen in de kerk.