Openheid in Noordoostpolder, maar geen fusiehonger

Waarom komen mensen niet terug in de kerk na de corona-crisis? In hoeverre laat je je verleiden als betrokken kerklid om een activiteit in een naburig dorp te bezoeken? Zou de toekomst bij een meer hybride vorm van kerkzijn liggen? Dat waren verschillende vragen die aan de orde kwamen tijdens een bijeenkomst in Rutten op 12 oktober van het tiendorpenoverleg.

Er was een vierhoekenspel, waarvan we de resultaten hieronder weer geven met de conclusies die je daaraan kunt verbinden. In een vervolg gesprek ging het verder over twee thema’s: de vraag hoe dertigers en veertigers aan de kerk verbonden kunnen zijn; en de vraag of de regelgeving iets minder strak kan zijn.

De resultaten van de vragen:

1. Wat zou de voornaamste reden zijn, dat mensen na corona niet per se een kerkdienst bezoeken?  
14 keer: A. Ze voelen geen directe noodzaak voor zichzelf. 
01 keer: B. Ze vinden de kwaliteit van het aanbod onvoldoende.
01 keer: C. De drempel vanwege vrees voor corona ligt hoog.   
06 keer: D. Het komt simpelweg niet bij mensen op dat ze zouden kunnen gaan.

2. In het dorp is een avond van de kerk, waarin een landelijk bekend persoon een soort preek van de leek houdt. U hebt geen afspraken in de agenda. Gaat u er heen?
06 keer: A. Ja, als het iemand is met een herkenbaar verhaal.
08 keer: B. Ja, want preek van de leek is verrassend qua uitkomst.
02 keer: C. Twijfelachtig, ik heb liever een preek van iemand die er echt voor geleerd heeft.
05 keer: D. Ik laat het wat afhangen van het moment, of ik zin heb.

3. Er wordt geëxperimenteerd met hybride vormen van kerkzijn. Op zondagochtend is er een dienst waar de prediking door een u bekende predikant digitaal bij u in de kerk komt en in de liturgie gaat iemand uit de eigen gemeente voor. Dus bij de preek schakelt de verbinding in en na de preek weer uit. De omlijsting komt van de eigen gemeente. Gaat u er heen?
07 keer: A. Ja, want ik vind het leuk om mensen uit het eigen dorp te ontmoeten.
11 keer: B. Ja, want ik wil die nieuwe hybride vorm wel eens meemaken.
05 keer: C. Ik denk het niet, want ik hecht aan een complete dienst in het eigen kerkgebouw.
01 keer: D. Het hangt een beetje af van de vraag wie er voorgaat in prediking en wie in liturgie.

4.Wat zou de voornaamste reden zijn voor mensen om wel naar een ander dorp te gaan voor een activiteit?
10 keer: A. Ze kennen bepaalde andere bezoekers.
04 keer: B. Ze verwachten een activiteit met boodschap voor hun leeftijd.
03 keer: C. Ze voelen zich verantwoordelijk voor regelmatige ontmoetingen.
06 keer: D. Ze komen omdat het past in hun agenda.

5. Hoe kijkt u aan tegen een gezamenlijk kerkbestuur voor de hele polder?
04 keer: A. Prima, als het mensen zijn die zich goed kunnen inleven in belangen van elk der dorpen.
00 keer: B. Dat had gisteren al moeten gebeuren, omdat elk afzonderlijk te klein is.
08 keer: C. Hoeft voor mij niet, baas op eigen dorp werkt tot nu toe het beste.
12 keer: D. Als het zelf niet meer kan, kan het op termijn een uitweg bieden.


We telden het aantal keren A, B, C, D. Mensen die twee keer of vaker een letter scoorden mochten stemmen (dus als je twee keer bijvoorbeeld A en twee keer B had, stemde je twee keer).
Resultaat:
04 keer: A: Menselijke benadering
06 keer: B: Vernieuwende keuzes klip en klaar
03 keer: C: klassieke antwoorden
08 keer: D: uitstel beslissingen

Foto: de inleider kreeg na afloop van de bijeenkomst oogst van de poldergrond mee naar huis