
Foto: Jan Quintus Zwart helpt één van de kinderen bij het aansteken van de kaars
Samenkomst in jongste wijkgemeente die doorgroeide vanuit een pioniersplek
Hoe zou het zijn met de jongste wijkgemeente van de classis Overijssel-Flevoland? Het was al weer een tijd geleden dat ik de Stroom in Kampen bezocht. Het was toen nog een pioniersplek. De plek groeide uit. En is vanaf 1 januari 2025 een officiële wijkgemeente van protestants Kampen. Er is een eigen voorgangster Eline de Graaf. ‘Pionier en pastor’, zegt de website. Ik koos een vrije zondag uit in de meivakantie en fietste naar het schoolgebouw in Onderdijks om poolshoogte te nemen.
Het was kwart voor elf, toen ik het schoolplein opliep. De Stroom in tegenstelling tot de andere wijken begint niet om half tien met een dienst, maar kiest een iets later tijdstip. De jonge gezinnen die in Onderdijks wonen hebben royaal de kans om alle kinderen in de kleren te helpen en de haren te kammen. Op het plein stonden enkele groepjes van mensen te praten. ‘U bent nieuw, geloof ik’, stelde al gauw iemand zich aan me voor. Er waren naast mij twee gezinnen die men niet eerder gespot had. Eén kwam van het dorp Reeve, de nieuwe stadswijk van Kampen die een tweetal kilometers verder op aan het Veluwemeer gestalte begint te krijgen. Mij werd de weg gewezen naar de koffie.
‘Het begint om elf uur’, vroeg ik. ‘Ja, zoiets’, zei de koffiemedewerkster. ‘Je kan het zo precies niet zeggen. Het is vandaag inloop en samenkomst rond de bijbel. Dat gaat net weer even anders dan bij een kerkdienst of een dienst met een persoonlijk getuigenis. We kijken om ons heen en als we denken: Nu kan het, dan beginnen we’.
Even over de klok van elf was er het gevoel. We begonnen. Er waren zo’n vijftig mensen bij elkaar gekomen. Een baby lag in een kinderwagen. Kinderen, verschillende kinderen, zochten een plekje op de achtertribune. Een jonge vrouw stond klaar als voorzanger; een jonge man zat gereed bezijden haar achter een keyboard. Een andere jonge man bediende samen met zijn dochter de beamer. Een man met bril zette zich achter de lessenaar. ‘Vandaag is Eline er niet. Ze heeft een paar dagen vrij. Dat moet ook kunnen. Ik neem het voor deze keer waar’. Met rustige stem en ontspannen tekst stelde hij zich voor als Jan Quintus Zwart. Mensen die deze tekst lezen, kennen hem misschien. Hij is ook dirigent van onder meer het Holland-Koor. En hij is directeur van de Bovenkerk. Maar vandaag dus leken-voorganger. Hij introduceerde kort de onderdelen van het programma.
‘Laten we gaan staan’. De dienst zette in met een lied: ‘Kom Jezus kom’. ‘We zingen hier amper Psalmen en Gezangen’, zei een buurman naast mij, om mij een beetje op mijn gemak te stellen. 'Het is vooral opwekking. Je hebt in Kampen de Broederkerk, vanouds de bondsgemeente, de Westerkerk, meer confessioneel of midden-orthodox en Open Hof. Wij zijn meer evangelisch. Vandaar die liederenkeuze’. Ik knikte.
Na het zingen nam Jan Quintus Zwart weer het woord. ‘Ik vraag u te blijven staan. Want dit is een bijzonder moment. Iets wat we niet eerder als Stroom hebben meegemaakt. We hebben doopplechtigheden gehad. Avondmaal gevierd. Maar voor het eerst sinds het bestaan van de Stroom hebben we een bericht van overlijden’. De leken-voorganger gaf daarop een diaken het woord. Zij vertelde over het contact met de overledene, de bijzondere plaats die de Stroom in zijn leven heeft ingenomen, hoe hij er zelfs de doop had ontvangen. Na een moment van stilte, zong men een geliefd lied van de man: ‘De macht van uw liefde’.
De mensen konden weer gaan zitten. Een kind mocht de kaars aansteken. En er werd een gebed uitgesproken. En we zongen weer: ‘Heer, wijs mij uw weg’. Daarna volgden de schriftlezingen. Aansluitend op de paascyclus kwamen twee gedeelten uit het Lucas-evangelie aan de orde. Lucas 24: 1-12 (opstanding) en na een lied ‘Hij leeft’ het vervolggedeelte over de Emmaüsgangers. Met weer een lied: ‘Jezus leeft in eeuwigheid’.
Waar veel gemeenten de overdenking plaatsen in de liturgie was dit het moment waarop Jan Quintus Zwart twee vragen aan de mensen voorlegde. Hij introduceerde kort het Emmaüsverhaal. Over de derde dag. En over de reizigers die een dag lopen zich verwijderden van Jeruzalem. Dat je mogelijk bij Emmaüs kunt denken aan het tegenwoordige Abu Ghosh. Vervolgens werd de mensen gevraagd groepjes te vormen van ongeveer vijf mensen en te praten over twee vragen:
1. Wat is je verwachting als je op zoek gaat naar Jezus?
2. Herken je Jezus tijdens de reis? (je levensreis).
Het bleek niet moeilijk in gesprek te raken. De kring waarin ik belandde deed een ronde langs de deelnemers. De reacties waren verschillend: ‘Ik ben nogal ongeduldig. Ik ervaar vooral vrijheid als ik aan Jezus denk’. ‘Ik vind het lastig om te duiden. Ik heb zoveel meegemaakt. Zo veel waaroms’. ‘Ik was Jezus even kwijt, maar toen mensen met me gingen bidden, kreeg ik dat warme gevoel terug’. ‘Ik heb meegemaakt dat mijn vader ernstig ziek werd. Hij genas en was een ander mens geworden. Achteraf denk ik, dat Jezus hem die weg heeft laten gaan’.
Na de reflectie ging het gezamenlijk verder. Natuurlijk met zingen. En met ‘bidden en danken’, waarbij iedereen in de ruimte als er stilte viel het woord mag nemen. Jan Quintus sloot het gebed af door het Onze Vader in te zetten. Er was collecte. De meeste mensen gaven via de Givt-app. De opbrengst ging naar Dorcas. Vanwege de nationale feestdagen zong de gemeente staande het Wilhelmus. En Jan Quintus Zwart sprak een zegenbede uit; enkele teksten, ingezet met de Aäronitische zegenspreuk, gevolgd door enkele andere teksten. En er was weer koffie. Enkele jongens namen bezit van de zitruimte van de school en speelden een potje voetbal.
De classispredikant bezocht de pioniersgemeente vijf geleden ook. Voor zijn impressie van toen: klik hier.

Foto: Ontmoeting op het plein

Foto: Kort voor aanvang van de ontmoeting