Foto: Het publiek in de Geertekerk te Utrecht tijdens de lezing van Paul Schenderling

Coen Wessel begonnen als nieuw algemeen secretaris van Raad van Kerken in Nederland 


Ds. Coen Wessel uit Hoofddorp is vrijdag 12 april 2024 gepresenteerd als nieuwe algemeen secretaris van de Raad van Kerken in Nederland. Hij is de zesde persoon in die functie en werd onder meer toegesproken door dr. René de Reuver, scriba van de Protestantse Kerk. 

De Reuver noemde het een voorrecht dat de Protestantse Kerk na onder meer ds. Klaas van der Kamp en ds. Christien Crouwel opnieuw een predikant mag leveren om leiding te geven aan het oecumenische paradepaardje van Nederland. Er zijn inmiddels zes personen (geweest) die de functie invulling gaven sinds de oprichting van de Raad in 1968: dr. Herman Fiolet (1968-1985, RKK), ds. Wim van der Zee (1985-1995, NHK), ds. Ineke Bakker (1995-2007, aanvankelijk GKN later PKN), ds. Klaas van der Kamp (2008-2018, PKN), ds. Christien Crouwel (2019-2024 PKN) en nu dus ds. Coen Wessel (PKN). 

Coen Wessel presenteerde zich door iets te vertellen van zijn eerste indrukken; hij is officieel 1 april begonnen en loopt al een maandje mee met zijn voorganger Christien Crouwel. Hij noemde de woorden 'kostbaar' en 'kwetsbaar' om het werk van de Raad te typeren. Hem trof de onbevangenheid waarmee kerkleiders in georganiseerde vorm elkaar ontmoeten binnen het landelijke oecumenische gremium. Christien Crouwel gaf haar opvolgster drie attributen die goed van pas komen als je algemeen secretaris bent: smeerolie, elastiek en een kompas. 

De wisseling van de wacht volgde op de jaarlijkse oecumenelezing die dit jaar werd uitgesproken door de econoom Paul Schenderling. Hij hield een lezing waarin hij de ideologie van zijn stichting nader voor het voetlicht bracht. In antwoord op vragen riep hij onder meer op in een westers land niet de schaarste te benadrukken, zoals economen van het oude stempel nog wel eens doen, maar juist de overvloed te benadrukken. De situatie van mensen is onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als de één batig saldo heeft is er schuld bij een ander. De mensen die veel hebben, wordt nog voortdurend een gevoel van schaarste opgedrongen en zo zitten we met zijn allen klem in een systeem van nooit genoeg hebben. Schenderling riep op een contrastgemeenschap te vormen. Hij maakte een vergelijking met de moraal van de farao, die welvaart bouwde op de slavernij van de ander. Juist vanuit het christelijk geloof leer je kritiek te hebben op de vanzelfsprekendheid waarmee mensen als farao hun moraal opdringen. 

De situatie vraagt een andere manier van kijken en van de geschiedenis beschrijven. Christien Crouwel maakte een vergelijking naar de piramidebouwers in de lijn van Berthold Brecht. Wie zijn de piramidebouwers, vraagt de Duitse auteur zich af. Het zijn niet de farao's, maar de slaven die het wereldwonder tot stand hebben gebracht. Schenderling gaf aan veel te hebben geleerd van de profeet Jesaja in het Oude Testament. Jesaja tekent een scherp contrast tussen wit en zwart, zonder dat hij concreet invult wat je vervolgens als mens moet doen. Het heldere contrast schept in zichzelf duidelijkheid bij mensen.