Dispuut over doop tussen baptist en protestant

Een theologisch dispuut over de doop. Zo kan je de twee ontmoetingen typeren die de voorgangers in Kampen hebben gehouden voor geïnteresseerden over de manier waarop zij in de eigen kerk de doop verstaan. Ds. Wilbert Dekker, voorganger van de protestantse kerk in Kampen en ds. Maurits Luth van de baptistengemeente in de Hanzestad gingen in het publiek met elkaar in gesprek over de doop. Ze hadden vooraf afgesproken elkaar niet te sparen. En dat maakte de ontmoeting boeiend voor de bezoekers die vanuit beide kerken de avonden bezochten.

De avonden hadden als titel ‘Een brug over het doopwater?’ Op dinsdag 17 en 24 januari j.l. gingen ds. Maurits Luth van de Baptistengemeente Kampen en ds. Wilbert Dekker van de Westerkerk te Kampen (PKN) daarover het gesprek aan. De eerste avond ging het over de vraag: hoe lees je de Bijbel? Aan het eind van de avond leken de verschillen onoverbrugbaar. De tweede avond ging het over hoe je met elkaar om kunt gaan in de kerkelijke praktijk van iedere dag. Daarbij bleken de verschillen opeens veel minder groot te zijn. Beide voorgangers deelden hetzelfde verlangen naar doorleefd geloof en onderling respect in de gemeenten. Het is, tot verrassing van de sprekers, zo zeiden ze, een voorbeeld van een interkerkelijk gesprek geworden dat vragen van veel kerkleden serieus neemt en toch verbindend werkt. Tegelijk geeft het gesprek gehoor aan een oproep die al in 2012 is uitgegaan van diverse kerken om het gesprek te voeren. Maar daarover aan het eind meer.

Eerst de avonden zelf. ‘Vanavond wordt de kloof heel groot. De tweede avond kijken of we dan toch weer bij elkaar kunnen komen’, zo waarschuwden de voorgangers vooraf het publiek. ‘We hebben afgesproken beiden geen blad voor de mond te nemen. We kunnen het prima met elkaar vinden. Dus dat moet lukken’.

Half probleem

Maurits Luth maakte direct duidelijk dat de beide voorgangers de praktijk van de volwassendoop delen. ‘We dopen beiden gelovigen. We kijken bij de doop maar naar een half probleem’. Hij doelde daarmee op het feit dat Wilbert Dekker als PKN-er ook baby’s doopt, en zo’n praktijk zal je bij de baptisten niet tegenkomen. Daar moest dus de focus van het debat liggen.

Luth noemde in de kantlijn nog wel de vraag of er misschien ook nog even gekeken zou mogen worden naar de hoeveelheid water die men daarbij gebruikt. Hij wees op het Griekse werkwoord ‘baptizo’, dat naar zijn idee consequent vertaald moet worden met ‘onderdompelen’. ‘Maar’, zei hij grootmoedig, ‘laten we niet over de vorm vallen. Want ook Didache laat ruimte voor verschillende interpretaties’.

Hij benadrukte dat hij er geen dubbele praktijk van dopen op wil nahouden en citeerde Efeziërs 4, waar staat: ‘Er is maar één doop’. Het impliceert dus dat er geen sprake kan zijn van én het dopen van volwassenen en het dopen van ongelovigen baby’s. Er staat in de hele Bijbel geen enkele expliciete opdracht om baby’s te dopen, ging Maurits Luth verder. Er staat ook geen expliciete vermelding dat baby’s gedoopt worden. De context van bepaalde plaatsen waar sprake is van huisgenoten die gedoopt worden vermeldt expliciet dat ze ook geloofden (Handelingen 10: 44; Handelingen 16: 34; Handelingen 18: 8).

Luth wees er vervolgens op dat kerkhistorisch de kinderdoop gefundeerd is op de vervangingstheologie. Christenen hebben de Joden vervangen en hebben de plaats van de Joden ingenomen in het verbond (Romeinen 9-11; Efeziërs 2: 11-22). Maar heidenen hebben een andere omgang met God dan de Joden, aldus Maurits Luth. ‘Er staat nergens in de Bijbel dat de besnijdenis afgeschaft moet worden. Psalm 105 zingt: Het verbond van Abraham zijn vriend bevestigt hij van Joods kind tot Joods kind’.

Vorm en inhoud van de doop wijzen er op, aldus Luth, dat je jezelf moet identificeren met Jezus’ dood en opstanding (‘watergraf’) , dat kunnen en mogen ongelovigen niet (Romeinen 8: 3; Kolossenzen 2: 11). De dood door onderdompeling is een uiterlijk teken van wat er innerlijk is gebeurd. De gelovige kan zich identificeren met de dood en opstanding van Jezus. ‘Ik zou het graag een baby horen zingen, maar alleen een gelovige kan die zaken zeggen’.

Maurits Luth stelde dan ook als vraag aan Wilbert Dekker: ‘Acht je het met mij aannemelijk dat het argument dat (nog) in veel ‘kinderdopende kerken’ gebruikt wordt, namelijk dat de doop in plaats van de besnijdenis is gekomen, op Bijbelse gronden niet goed te verdedigen is?’

Repliek

Wilbert Dekker diende ds. Luth van repliek. Hij stelde dat hij alleen kinderen van gelovige ouders ouders doopt, dus niet ieder kind dat hij tegenkomt. ‘Voor mij is het hoofdargument: Hoe kijk je naar de twee verbonden? Het oude verbond en het nieuwe verbond? Daartussen kan je een grote breuk zien. Dat doet Maurits. Je kan dan beweren dat er in het Nieuwe Testament iets heels nieuws gebeurt. In het Oude Testament sluit God een verbond met Abraham. Dat staat in Genesis 17. God zegt: ‘Ik sluit een verbond met jou en met je nakomelingen’. God sluit dus niet alleen verbond met Abraham, maar ook met de nakomelingen die nog niet eens geboren zijn’.

Dekker benadrukte daarbij dat God daarmee de kinderen nog voor hun geboorte al een plek heeft gegeven in de heilsgeschiedenis. Hij waarschuwde tegelijk dat je vervolgens niet een grote kloof moet gaan maken tussen het Oude en het Nieuwe Testament. ‘Nu kan je een kloof groot maken: Dat geldt dus niet meer in het NT. Dan gaat het niet meer om geboorte maar om geloof’. Dekker verwees naar de brief van Paulus aan de Galaten waar de apostel zelf wijst op de continuïteit. In Galaten 3: 6-14 staat dat allen die geloven kinderen van Abraham zijn. ‘Dus voor hen geldt die belofte en voor hun nakomelingen’.

Doorgaand op het ene karakter van God pleitte Dekker voor de continuïteit tussen het Oude en het Nieuwe Testament. ‘Die God is in het Nieuwe Testament nog dezelfde. Hij begint niet iedere generatie opnieuw’.

Dekker zei zich wel iets te kunnen voorstellen bij het verlangen om uitdrukking te geven aan een nieuwe radicale toewijding aan God. Dat is vaak ook de reden om zich als volwassene te laten dopen. Dan wil je nu echt voor God gaan en de doop geeft daar uitdrukking aan. Maar Dekker pleitte er voor om daarmee de doop van baby’s niet te verontachtzamen. Hij stelde de vraag: Als je eerst geloof moet hebben, en dan pas gedoopt mag worden, en dan behouden wordt, en als je dan ook nog zegt dat jij geen ongelovigen doopt, wat betekent dat voor ouders die een kindje verliezen; zou je dan tegen hen willen zeggen: sorry, je kindje is niet tot geloof gekomen en is niet gedoopt?’ Dekker suggereerde dat er ook zoiets kan zijn als plaatsvervangend geloven. Abraham geloofde als het ware al plaatsvervangend voor zijn hele nageslacht. Ouders van een gehandicapt kind met beperkte verstandelijke capaciteiten geloven plaatsvervangend voor hun kind.

Ontmoeting op de brug

De tweede avond spanden de twee voorgangers zich in om elkaar – met een metafoor over de IJssel die langs de stad Kampen loopt – halverwege de brug toch weer te ontmoeten. Dekker sprak waardering uit voor de toewijding die mensen aan de dag kunnen leggen. En Luth waarschuwde voor een al te grote scheiding in eigen kring tussen de mensen die gedoopt zijn en zich daarop laten voorstaan en mensen die dat niet zijn en daardoor minder zouden zijn.  ‘Wat dat betreft kunnen we een hoop leren van de hervormden en gereformeerden. Sola gratia. Aanvaarding gaat vooraf aan verandering. Christus had ons lief toen wij nog zondaren waren’.

Als je de videobeelden beziet beklijft natuurlijk de tekst. Maar meer dan dat is het wellicht de spontaneïteit en de schalksheid waarmee de twee voorgangers elkaar tegemoet treden. Er is geen moment bij het kijken naar de video dat je twijfelt aan het onderlinge respect.

Dooperkenning 2012

Bij het kijken naar de beelden, kwam bij mij (Klaas van der Kamp) het gesprek weer boven dat ruim tien jaar geleden is gevoerd binnen de Raad van Kerken in Nederland. De Raad van Kerken heeft van 2009 tot 2012 het doopgesprek gevoerd tussen de kerken. Dat eindigde in het voorjaar van 2012 met het uitbrengen van twee verklaringen. De eerste verklaring was een erkenning van de doop zoals uitgevoerd in de andere kerk (klik hier). Dus iemand die bijvoorbeeld gedoopt is in de Rooms-Katholieke Kerk hoeft niet opnieuw te worden over gedoopt als hij of zij Protestants wordt. De tweede tekst was een verklaring van toenadering (klik hier). Dus kerken die een verschillende praktijk van dopen handhaven drukken uit dat ze verdere toenadering tot elkaar ervaarden, ook al resulteerde dat niet in het theologisch accepteren van de volledigheid qua sacrament van de doop bediend in de andere kerken. Er volgde ook een oproep om plaatselijk het gesprek over de doop te voeren om daarmee de betekenis nog meer te doorleven. Zonder dat het gesprek tussen de twee voorgangers daarnaar verwijst is het er toch een antwoord op.

Het bijzondere van het gesprek in de Raad van Kerken was dat toen ook de baptisten meededen aan het gesprek in de persoon van prof. dr. Olof de Vries. Hij heeft zich nog ingespannen om ook de baptisten de verklaring van toenadering te laten tekenen, maar dat is – ondanks de zeer goede onderlinge sfeer – niet gelukt. Naast Olof de Vries en de algemeen secretaris van de Raad van Kerken ds. Klaas van der Kamp namen aan het project deel: vader Hildo Bos (Russisch-orthodox), drs. Geert van Dartel (rooms-katholiek), prof. dr. Barend Kamphuis (gereformeerd vrijgemaakt), prof. dr. Leo Koffeman (PKN), drs. Pieter Kohnen (Rooms-Katholiek), prof. dr. Marius van Leeuwen (Remonstrant), ds. Otto Matulessy (Molukse kerk), Annelies Vugts-Verbeek (doopsgezind), dr. Matthieu Wagemaker (Rooms-Katholiek), mr. Johan de Wit (vrijzinnig)

Een eerste dooperkenning in 1967 kreeg de handtekening van drie kerken. In 2012 tekenden de volgende kerken de wederzijdse erkenning: de Anglicaanse Kerk, de Bond van de Vrije Evangelische Gemeenten, de Evangelische Broedergemeente, de Molukse Evangelische Kerk, de Oud-Katholieke Kerk, de Protestantse Kerk, de Remonstrantse Broederschap, de Rooms-Katholieke Kerk en de Syrisch-Orthodoxe Kerk.

Het theologisch debat tussen de twee Kamper voorgangers geeft een waardige invulling als vervolg op wat eerder bij de Raad van Kerken gebeurde, waarbij de kerken met aan de ene kant de Protestantse Kerk en aan de andere kant de Baptisten elkaar veel te vertellen hebben, goed met elkaar weten om te gaan, maar niet tot gezamenlijke teksten weten te komen. De gesprekken van Maurits Luth en Wilbert Dekker leidden evenmin tot een eenduidige interpretatie, al zullen beide voorgangers volmondig erkennen dat ze elkaar ter dege hebben ervaren als broeders (en zusters) in liefde en verbondenheid met Christus. De avonden zijn op video geregistreerd en te kijken op het kanaal van de Westerkerk Kampen, klik hier en klik hier.

Foto's: 
Boven: ds. Wilbert Dekker en op de achtergrond ds. Maurits Luth
Boven: ds. Maurits Luth en op de achtergrond ds. Wilbert Dekker 
Onder: tweede avond met de predikanten in een rustiger setting
Onder: publiek tijdens de eerste avond