Foto: Ds. Andreas Wöhle, president van de lutherse kerk in Nederland, kondigt Joris van Haaften (links) en Thomas de Bres (rechts) aan.

Cellosuites van Bach


Muziek en tekst. Het is het format van een musical. Het was ook het format bij diverse uitvoeringen tijdens het inspiratiefestival op Terschelling. De muziek begint waar de gesproken stem stokt. Je zag het bij het theaterstuk ‘Huh, had je geroepen?’ Het was ook het format voor de cellosuites van Bach. De acteur Thomas de Bres en de cellist Joris van Haaften verzorgden de uitvoering vrijdag 20 oktober in de Westerkerk op Terschelling.

Thomas de Bres, die eerder onder meer de rol speelde van Beethoven in Beethoven Lost in Silence, heeft de tekst geschreven. Hij vergroot de jaren uit rond 1720, toen Johann Sebastian Bach woonde en werkte aan het hof van Köthen, een plaats ruwweg gezegd tussen Maagdenburg en Leipzig. De suites zijn een bijzonder genre. We kunnen Johann Sebastian Bach immers vooral van het orgel. Maar hij schreef ook zes suites voor de ‘onbegeleide cello’, de cello puur, de cello solo. De afwisseling van tekst en muziek bieden een soort dialoog tussen stem en snaar, waardoor de muziek als zodanig in een sterker frame binnenkomt. De voorstelling was dan ook goed bezocht op West-Terschelling en de artiesten reizen er mee langs diverse theaters in onder meer Amsterdam, Rotterdam en Utrecht; en ook in Zwolle, Enschede en Kampen.

Thomas heeft een tekst gemaakt, die soms onverwacht actueel is. Hij wijst daar in de aankondiging al op als hij de periode rond 1720 typeert als ‘een tijd van grote veranderen en van het zoeken naar nieuwe wegen’. Hij noemt een paar internationale ontwikkelingen aan het begin van zijn optreden die dat onderstrepen. Het gaat over tsaar Peter de Grote, die van tsaar keizer wordt en zich uitroept ook tot heer van de kerk. Het is de tijd dat de heksenvervolging wordt afgeschaft. Een periode waarin liefst 14.000 mensen door een watersnood om het leven kwamen. En met verwijzing naar de situatie op Terschelling, de gemeenschap op het Waddeneiland zich herstelt na een grote brand die aan het einde van de zeventiende eeuw de kerk vergaand heeft vernietigd. Het is de tijd waarin Pruisen het Afrikaanse land Ghana verkoopt aan Nederland. Een tijd waarin het vorstendom Anhalt-Köthen minder dan 3.000 inwoners had. Leopold was er koning (1704-1728).

Leopold nam Johann Sebastian Bach in dienst als hofcomponist in de periode 1717-1723. Bach had de benoeming aanvaard voordat hij in Weimar ontslag had genomen. Dat werd hem kwalijk genomen en hij werd om die reden in Weimar gevangen gezet. Je ging niet als componist je ontslag aanvechten. Bach had overigens wel reden om elders te solliciteren, omdat een promotie in Weimar aan zijn neus was voorbijgegaan. Door bemiddeling van invloedrijke mensen werd Bach vrijgelaten en oneervol ontslagen, zodat de weg open lag om in Köthen te beginnen als hofcomponist.

Thomas legt in de Westerkerk een verbinding tussen de gevoelens die Bach moet hebben gehad, zijn verlangen naar ruimte, en de ruimte die Luther 200 jaar eerder voor de reformatie opeiste. ‘Geef me mijn vrijheid terug’ was het refrein waar zowel Luther als Bach zich in herkennen. De drang naar vrijheid deed Luther naar de hamer grijpen om zijn stellingen op de slotkapel in Wittenberg te spijkeren. Dezelfde drang naar vrijheid riep bij Bach het verlangen op naar nieuwe muziek.

Bach had trouwens toch al iets in zich van de grenzen opzoeken. De vermaning in Weimar was niet het eerste standje dat hij kreeg te verwerken. Toen Bach organist was in Arnstadt hoorde hij dat de componist Dietrich Buxtehude  zou optreden in Lübeck. Hij vroeg vier weken vrij aan de superintendent om de vermaarde kunstenaar te beluisteren. Dat was nog tot daar aan toe. Maar hij bleef uiteindelijk vier maanden weg. Dat leidde tot allerlei ondervragingen toen hij terugkwam en het verwijt dat de zittende muzikanten in Arnstadt zijn talloze variaties in de koralen niet konden spelen. De eigenzinnigheid speelde zowel Luther als Bach parten. Met dit verschil, aldus Thomas de Bres, ‘dat Luther het goddelijke zocht in zichzelf, en Bach zocht het goddelijke in de muziek’.

Zowel Luther als Bach hadden te maken met de personen van de keurvorst. Bij Luther speelde Frederik de Wijze een belangrijke rol; voor Bach was dat Leopold. Bach kwam in Köthen bij Leopold overigens terecht bij een keurvorst, die het calvinisme was toegedaan. Calvijn staat niet bekend als iemand die de muziek in alle breedte ruim baan gaf, hij concentreerde zich op het orgel. Maar op de één of andere manier was er wel een klik tussen Leopold en Bach. Bach heeft zelf een kind naar Leopold vernoemd. En Bach kreeg goed betaald in Köthen, 33 taler per maand. Genoeg inkomsten om vaak uit eten te gaan.

Bach, aldus Thomas de Bres, was een koppige man. Hij had bijvoorbeeld een eigen versie van de Lutherbijbel, waarin hij teksten aansprak die hem meer aanstonden dan andere teksten. Hij wilde niet te veel meegaan in de grillen van de dag.

Er is overigens weinig eigenhandig geschreven werk van Bach bewaard gebleven. We kennen Bach uit de teksten die anderen over hem uitbrachten.

Het is bekend dat Leopold in die tijd naar Karlstad ging, waar 60 baden te vinden waren. Bach ging met hem mee en vierde het leven. Toen hij twee maanden later terugkeerde naar Köthen, kwam zijn dochter Katharina hem tegemoet. Hij kreeg te horen dat zijn vrouw Maria Barbara Bach-Bach was overleden. Het jaar daarop trouwde de 35-jarige Bach met de 20-jarige zangeres Anna Magdalena Wilcke, de dochter van de trompettist in het hoforkest. In dezelfde tijd kreeg ook de keurvorst Leopold een nieuwe vlam. Bach schreef werk voor het huwelijk. Hij gebruikte daarvoor een nieuw instrument; niet de viersnarige cello, maar hij introduceerde de vijfsnarige cello. Hij zocht op die manier, aldus Thomas de Bres, naar muziek die tot op dat moment nog niet bestond. Leopold bood hem de ruimte, omdat hij met het vernieuwde instrument ook goede sier kon maken.

Bach werd omstreeks 1723 gevraagd om te solliciteren als muziekleraar in Leipzig. Hij speelde een proeve in de St. Thomaskerk in Leipzig. In overleg met Leopold maakte hij de overstap. Hij werd eervol ontslagen in Köthen. Enkele keren kwam hij nog terug in Köthen, bijvoorbeeld zes jaar later toen Leopold aan pokken was gestorven en Bach de begrafenis opluisterde.

Thomas de Bres sloot zijn bijdrage af met de conclusie dat Bach en Luther een volgende stap durfden te zetten op de weg van vernieuwing. De universele inborst die zij dragen geeft een trilling die niet zal verdwijnen.