Niet in naam van mijn religie

Dat een coalitie tussen nationalisme en godsdienst catastrofale gevolgen kan hebben, weten we in Nederland maar al te goed. In zekere zin danken de Lage Landen hun onafhankelijkheid aan het verzet tegen zo’n bondje. Het was de roomse keizer Karel V, ‘heer der Nederlanden’, die de lucifers leverde waarmee de brandstapel werd aangestoken van doperse, calvinistische en lutherse gelovigen. Enkele eeuwen later was het de Nederduits Gereformeerde Kerk die in feite andere denominaties in de schuilkelder drong en vijftig jaar lang de slavernijhandel legitimeerde, die toen in landen als Engeland en Frankrijk al was afgeschaft.

Soortgelijke drama’s voltrekken zich tot op de dag van vandaag. Het zijn agressieve moslims die zich beroepen op de islam om hun terreurdaden de glans van verzet te geven. En de huidige inval van Rusland in Oekraïne en de moordpartijen die daar worden aangericht, vinden plaats met wapens die de Russisch-Orthodoxe Kerk heeft gezegend.

In 2018 maakte de Oekraïense kerk zich definitief los van de Russisch-Orthodoxe Kerk. De toenmalige president van Oekraïne Porosjenko was daar blij mee, want de kerk was een vazal van het Russische regime. Het oecumenisch patriarchaat van Constantinopel gaf toestemming voor de opsplitsing. Het moet het Kremlin en de Russisch-Orthodoxe Kerk een doorn in het vlees geweest zijn; op zich voldoende alibi om later nog eens wat recht te zetten.

In 2008 verliet de Russisch-Orthodoxe Kerk de CEC, de Europese Kerkenconferentie waarvan ook de Protestantse Kerk in Nederland lid is. Aanleiding was een dispuut over de status van de Ests-Orthodoxe Kerk. De eigen nationale kerk werd ideëel als belangrijker ervaren dan de verbinding met 114 christelijke kerken in Europa. Het eigen ideaal van een verenigd Rusland was belangrijker dan het ideaal van de CEC, dat is: nooit meer oorlog in Europa. Het zou veertien jaar duren voordat het conflict in Oekraïne onderstreepte waartoe het accepteren van het nationalisme in Rusland zou leiden.

Prof. Katja Tolstoj, die in Kampen doceerde en woonde, en in de Sovjet-Unie is geboren, roept de kerken in Nederland in een perspublicatie op te protesteren tegen de manier waarop het evangelie wordt misbruikt om disproportioneel geweld te legitimeren. Ze schreef het artikel samen met Mirjam van Veen, net als Katja Tolstoj, theologisch hoogleraar. Een terechte oproep, lijkt me.

Als er in het achterliggend decennium door een moslim fanaticus een aanslag was geweest in een land, gingen mensen van het OJCM (Overlegorgaan van Joden, Christenen en Moslims) naar de ambassade van het land in Nederland waar de aanslag was gepleegd. De boodschap luidde: Dit geweld kan zich niet beroepen op een basis in onze religie. Een soortgelijk signaal past ons nu als christenen, nu de Russisch-Orthodoxe leiders het imago van het evangelie te grabbel gooien op een manier zoals wij zelf dat in het verleden ook wel gedaan hebben. Als wij iets van onze eigen fouten geleerd hebben mag het zijn, dat we ons niet eindeloos aan dezelfde steen willen stoten.

Klaas van der Kamp