Gruteke leidde oud-katholieke voorbereiding op verkiezing

Ds. Elsbeth Gruteke uit Zeewolde heeft de oud-katholieke kerk geholpen om een nieuwe aartsbisschop te vinden. Zij was als neutrale buitenstaander gevraagd door de commissie die de verkiezingen voorbereid om voorzitter te zijn van een voorbereidende vergadering. In deze samenkomst zijn onder meer vragen bij een profiel geformuleerd, waar alle verkiesbare geestelijken een antwoord op kunnen formuleren. In totaal zijn er zo’n dertig mensen verkiesbaar, onder wie enkele vrouwen.

Het zou overigens heel bijzonder zijn als er een vrouw wordt gekozen. In de katholieke en orthodoxe wereld is men enigszins vertrouwd met het feit dat de oud-katholieke kerk het priesterschap heeft opengesteld voor vrouwen. Maar een bisschop van Utrecht, die tevens aartsbisschop is en ook leiding geeft aan het internationale verband van de oud-katholieke kerk is tot nu toe voorbehouden geweest aan mannelijke kandidaten. Het is de bedoeling dat geestelijken en een geselecteerde groep leken op 15 februari bij elkaar komt en de nieuwe geestelijke leider kiest. De verkiezing wordt voorafgegaan door een mis, waarbij overigens ook niet-oud-katholieken hartelijk welkom zijn. De antwoorden die binnenkomen op de vragen en het profiel kunnen daarbij een leidraad zijn.

Mgr. Joris Vercammen is de scheidende aartsbisschop. Hij blijft in Amersfoort wonen, weliswaar niet in het bisschoppelijke paleis vlakbij het oud-katholiek seminarium, waar ook de raad van kerken is gehuisvest. De oud-katholieke kerk telt in Nederland ongeveer vijfduizend leden. De kerk heeft liberale opvattingen over onder meer homoseksualiteit, maar probeert qua liturgie en theologie een koers te varen ergens tussen de protestantse kerk en de rooms-katholieke kerk in.

Het fugo-beraad, een informeel overleg van geestelijken uit Flevoland (F), Utrecht (U), Gelderland (G) en Overijssel (O), heeft op 29 november gesproken over de veranderingen in de oud-katholieke kerk.

Orthodox

Daar kwamen ook de veranderingen aan de orde binnen de orthodoxie. De orthodoxe kerken in Nederland, waaronder de Russisch-Orthodoxe Kerk in Deventer, hebben zich in de achterliggende periode in volle breedte geschaard onder de jurisdictie van Moskou. Dat impliceert een verschuiving voor verschillende orthodoxe parochies van Constantinopel naar Moskou. De keus was nodig, nadat Constantinopel had besloten de parochies in deze regionen onder die van Griekenland te scharen. Veel parochies waren het daar niet mee eens. De orthodoxen in Engeland konden zich globaal wel in die koerswijziging vinden.

Kerkgebouw

Een groot deel van de bijeenkomst werd besteed aan de visie op het kerkgebouw. Vanuit protestantse kring werd een rapport ingebracht van de Vereniging van Kerkrentmeesters over de waarde van het kerkgebouw. Het gaat daarin onder meer over de sacramentaliteit van het gebouw die op spanning staat met de functionaliteit. Het moge duidelijk zijn dat vertegenwoordigers van de rooms-katholieke kerk en de orthodoxe kerken de sacramentaliteit herkennen. Daar vindt het lied van Huub Oosterhuis weinig weerklank als hij dicht: ‘Zo maar een dak boven wat hoofden’.

Een van de deelnemers vertelde dat men in Groningen inspanningen levert om een aantal kerken 365 dagen 24 uur open te hebben. Als je er binnenloopt op een willekeurig moment kan het maar zo zijn, dat er kaarsjes branden en dat er gebedsintenties zijn achtergelaten. Een piepklein dorp als Krewerd, vlakbij Delfzijl, was in de week voorafgaand aan allerheiligen een week lang open. Hoewel je een weinig uitnodigend pad moet afrijden alvorens de kerk te bereiken bleken er tientallen mensen te komen, die naamkaartjes prikten in de boom die onder het koor was opgesteld.

Het fugo sprak verder over de kerkenvisies. In Overijssel-Flevoland wordt het opstellen van dergelijke plannen sterk gepromoot. Een afgevaardigde uit een andere kerk was wat terughoudender.  Je moet wel oppassen dat mensen van buiten de kerk al te strakke dictaten gaan opleggen over interieur of tuin. Zo kan het voor de viering heden ten dage heel nuttig zijn als je banken verwijderd en stoelen aanbrengt. Dan is een discussie over banken van nog geen tachtig jaar wat overtrokken. En dat kan voorkomen als je minder vanuit liturgisch perspectief naar een interieur kijkt.

In het gesprek kwam de emotionele waarde naar voren van een kerkgebouw. Iemand zei: ‘Ik zou het toch liever niet vanuit emotie benaderen, maar vanuit het geloof’. De Vereniging van Kerkrentmeesters pleit voor een sobere inrichting, niet armoedig, maar wel eenvoudig. Dat gaf enige discussie over de vraag of we hier van doen hebben met de spreekwoordelijke calvinistische soberheid, of over een nuchtere vaststelling dat de essentie kan ondersneeuwen als het uiterlijke vertoon te veel de barokstijl is. Uit orthodoxe kring legde iemand uit dat orthodoxe mensen het belangrijk vinden dat de kerk er mooi uitziet. Een protestant vulde aan: ‘Ik ken een mevrouw die ooit zei, dat het netjes moest zijn. Als haar Heer zou komen, zou hij waardig ontvangen moeten kunnen worden’. Weer een ander verwoordde: ‘Ik ben heel blij met de Sint Pieter, maar niet iedere kerk hoeft een Sint Pieter te zijn’. 

Foto: Elsbeth Gruteke