Ontroering bij gebed

Het raakt mensen als je hardop met ze bidt en er in slaagt de passende woorden te kiezen. Daarvan kwamen verschillende voorbeelden naar voren tijdens het breed-moderamen van de classis op 10 januari. Het ging over het gebed. Verschillende leden van het breed-moderamen onderstreepten het verlangen om het gebed een nog prominentere plaats te geven in het ambtelijke werk in de kerk.

‘Ik zou daarbij wel onderscheid maken tussen het persoonlijke gebed en het gemeenschappelijke gebed’, merkte iemand op. In het persoonlijke gebed sla je een andere toon aan. Je brengt bepaalde ervaringen onder Gods aandacht. ‘Je praat met God’, terwijl je in de meer ambtelijke context het woord voert voor een hele groep. Dat vraagt om een meer inclusief taalgebruik, waar mensen met verschillende ervaringen zich in herkennen.

Het gesprek in het breed-moderamen zette persoonlijk in. ‘De lectio divina vergelijkt het gebed wel met de inspanningen van een koe’, vertelde iemand. ‘Een koe eet gras, gaat liggen, en begint te herkauwen. Je zou dat de contemplatio kunnen noemen. Die reflectie leidt tot openheid en een biddende, ontvangende houding’.

‘Het doet me denken aan mijn relatie met mijn vrouw’, zei een ander. ‘Mijn vrouw en ik kennen elkaar al heel lang en we hebben steeds minder woorden nodig om elkaar te begrijpen. We hoeven de stilte niet meer met woorden te vullen. We kunnen in de stilte genieten met elkaar’. ‘In de loop der jaren is het bidden voor mij steeds meer een meditatief open stellen geworden voor de ander. Ik vind het zelfs moeilijk aan te geven wat nu eigenlijk meditatie is en wat gebed is’. ‘Je hoeft niet veel te zeggen. God heeft aan een verzuchting genoeg. Het kan best minder gedisciplineerd zijn, zonder dat het daarmee minder intiem wordt’.

Hoe je bidt en waarmee je je senang voelt, hangt in hoge mate af van de omgeving waarin je bent opgegroeid. Iemand uit een bevindelijk christelijk milieu spreekt in een persoonlijk gebed anders dan iemand die uit een seculier milieu komt en later toegetreden is tot de kerk. ‘Ik ben mijn mentor nog altijd dankbaar, dat hij mij een gebedsboekje uit handen heeft genomen en heeft gezegd: ‘Dat ga jij zelf leren’, zei één van de protestantse predikanten. ‘Oefening baart kunst. Ik beleef het als waardevol als je je eigen woorden leert kiezen en niet alleen citeert uit een gedichtenbundel of een tijdschrift’.

‘Als ik ziek ben en ik moet kiezen tussen iemand die voor me bidt of een peniceline-kuur kies ik het laatste’, zei iemand. ‘Je zou mij een redelijk activistische gelovige kunnen noemen’.

‘Mij valt de sprakeloosheid van mensen op en ook van kerkenraadsleden’, zei een ander. ‘Discipelschap en discipline liggen wat mij betreft dicht bij elkaar. De brede culturele inbedding waarbij het gebed vanzelfsprekend is, ligt achter ons’. ‘Je zou een eigentijdse vorm willen hebben waarin het bidden een gestalte krijgt die helemaal van deze tijd is’, zei een ander. ‘Die is er’, klonk het antwoord, ‘dat is het mediteren. Ik heb een niet-religieuze vriend die heel trouw is in meditatie’.

‘Ik geef zelf les met iemand van een andere religieuze achtergrond over gebed en meditatie. We waarschuwen er voor dat zo’n meditatie niet moet ontaarden in een vaag gevoel van happinez. Er mag iets van het verlangen zijn het geheim van het leven zelf aan te raken’. ‘Bidden heeft met intimiteit te maken en daarom met kwetsbaarheid. Het taboe wat je in sommige kringen tegen komt kan daarmee te maken hebben’.

Het algemeen gevoel in het breed-moderamen was dat het gebed de hartslag van het kerkelijk leven is. Tegelijk zie je met alle goede intenties, dat het soms ontspoort. ‘Een stagiaire nam me ooit terzijde en zei dat hij in een gebed van mij de bede om de Heilige Geest had gemist. Ik had het gevoel op dat moment dat de inhoud van het gebed werd gebruikt om me langs een meetlat te leggen’. ‘Ik kan me ook weerstand voorstellen als iemand zegt voor jou te gaan bidden, zonder dat je jezelf vervolgens herkent in het gebed en zonder dat je ruimte hebt om je te verweren’.

‘Wij hebben thuis geregeld eters. Ik heb me de ouderwetse gewoonte aangeleerd om dan hardop te bidden. Ik merk dat het geregeld mensen meeneemt die op bezoek zijn. Ik heb zelfs een keer meegemaakt dat kinderen spontaan applaudisseerden. En ik had ooit een vriend op bezoek bij wie er een traan over zijn wang gleed’.

Correspondentie

Het breed-moderamen rondde de consideraties af over de kerkorde. De generale synode heeft in eerste lezing wijzigingen voorgesteld rond hulpdiensten en tijdelijke diensten. Een overweldigende hoeveelheid reacties kwam binnen. Ds. Liekele Hoekstra en ds. Gerco Veening hebben een integrale brief aan de reacties toegevoegd. Het breed-moderamen stemde in met de tekst en liet er nadrukkelijk bijzetten dat men als classis Overijssel-Flevoland niet instemt met de voorgestelde wijzingen. Een ‘ja, mits’ werd te voorzichtig beoordeeld. Het werd omgezet in een ‘nee’, zo men wil ‘nee, tenzij’. De tekst van de reactie komt binnenkort op de eigen website van de classis te staan.

Ringen

Het breed-moderamen sprak uitvoerig over het budget van de ringen. Voor 2020 is er in totaal een bedrag van 2500 euro opgenomen voor de ringen. Per ring is dat ongeveer 250 euro. Het gaat om een tegemoetkoming indien men een spreker wil uitnodigen of een attentie wil geven. Er was een concrete nota binnengekomen over 2019 waarin het bedrag van vorig jaar ver is overschreden. Het is niet vanzelfsprekend dat de classis in een dergelijke situatie alsnog alle nota’s betaalt. Met de betreffende ring zal bilateraal contact worden gezocht.

Het budget voor de classicale werkgroep Kerk en Israël werd vastgesteld. Er is waardering voor het werk en voor de manier waarop men kosten verantwoordt. Een spannend punt blijft de vraag naar de eigen bijdrage, mogelijkheden kosten te drukken en een eventuele bijdrage van de classis.

Casuïstiek

Zoals altijd was er in de januari-vergadering 2020 van het breed-moderamen de nodige casuïstiek. Het gaat dan om het toekennen van autorisaties voor het beroepingswerk, het dechargeren van handelingen rond personen en gemeenten, het uitbouwen van dossiers rond studentenpastoraat, beroepszaken en synodalia. Vanuit de landelijke kerk was er door een jurist een uitwerking gestuurd over samenwerkingsverbanden. Dit stuk wordt ter kennisgeving toegezonden naar het tiendorpen-overleg in de Noordoostpolder; en het classicaal college voor de behandeling van beheerszaken besteedt er aandacht aan.

Foto: 
Boven: Ds. Liekele Hoekstra uit Nieuwleusen achter een vuistdikke stapel met reacties op de kerkorde. 
Voorpagina: Een ongekende stapel met reacties op kerkorde-voorstellen.