Veel gezinnen in classis

Zowel Overijssel als Flevoland heeft meer paren en gezinnen per woning dan er landelijk zijn. Daarentegen zijn er minder eenpersoonshuishoudens dan elders. Dat blijkt uit het Woononderzoek 2018 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Het rapport kreeg de titel ‘Ruimte voor Wonen’.

De cijfers voor respectievelijk Overijssel, Flevoland en het landelijk gemiddelde:
Een persoonshuishoudens jonger dan 35 jaar:   9 % / 8 % /11%
Een persoonshuishoudens tussen 35-64 jaar:    13%/14%/15%
Een persoonshuishoudens boven de 65 jaar:     12%/ 9%/13%
Paren onder de 35 jaar:                                   5 % / 4 %/ 5 %
Paren tussen de 35 en 64 jaar:                        11%/12%/11%
Paren boven de 65 jaar:                                  14%/11%/13%
Gezinnen:                                                      29%/32%/26%
Eenoudergezinnen:                                          6 %/ 10%/ 7 %

Groningen kent naar verhouding de meeste eenpersoonshuishoudens. Dat heeft te maken met het grote aantal studenten. In Flevoland wonen de meeste eenouder gezinnen, en ook het aandeel tweeoudergezinnen in deze provincie is hoog. Flevoland kent daarentegen weinig oudere (65-plus) huishoudens.

De huur per vierkante meter wordt in beeld gebracht voor diverse steden. Daaronder zijn drie steden uit de classis Overijssel-Flevoland. In Zwolle is de prijs 5,36 euro per vierkante meter; in Enschede 5,10 euro en in Lelystad 5,05 euro. Netto woonuitgaven liggen in Zwolle op 649 euro; in Enschede op 629 euro en in Lelystad iets hoger op 660 euro. De gemiddelde prijzen per vierkante meter zijn natuurlijk het hoogst in de randstad en delen van Noord-Brabant en Gelderland.

De WOZ-waarde ligt bij de drie genoemde steden het laagst in Enschede (233.520 euro), Lelystad ligt iets hoger (250.210 euro) en Zwolle heeft de hoogste gemiddelde waarde met 262.470 euro. De gemiddelde WOZ-waarde gerekend over 31 steden die zijn onderzocht ligt op 263.880 euro.

Veel eigenaren van huizen vinden hun woning energiezuinig genoeg en investeren mede daarom niet. Zo’n 23 procent van de eigenaren die niet in energiezuinigheid hebben geïnvesteerd, is er nog niet aan toegekomen, 17 procent geeft aan dat niet te kunnen betalen. Zo’n 12 procent van de eigenaren heeft zonnepanelen aangeschaft. Bij huurders ligt dat percentage vanzelfsprekend lager. Van de sociale huur heeft toch nog 5 procent geïnvesteerd in zonnepanelen.