Lutherse inspiratie voor liturgie

Iedere dienst een avondmaalsviering. Liever zingen dan spreken. Veel staan, want het hele lichaam viert mee. En oude naamvallen loslaten. Dat zijn vier wijzigingen die de evangelisch-lutherse synode heeft doorgevoerd in de orde van dienst. Kerkenraden, predikanten, cantores en organisten hebben de teksten inmiddels toegezonden gekregen.

De teksten zijn bedoeld om woorden te geven aan de vieringen in de lutherse gemeenten. Ook meer gereformeerde gemeenten kunnen de teksten inpassen. Een leentjebuur spelen bij de gebundelde uitgave is voor de hand liggend, zeker nu de lutherse gemeenten sinds het begin van deze eeuw onderdeel zijn van de protestantse kerk.

Jeroen de Haan, voorzitter van de commissie liturgie en kerkmuziek van de lutheranen, schrijft in een toelichting: ‘Liturgie is een huis om in te wonen. Dat vraagt tijd om nieuwe gewoontes eigen te maken’. Hij verzoekt lutherse gemeenten eerst een jaar ongewijzigd te beproeven. Reacties kunnen worden ingestuurd naar de commissie, die na februari 2020 de ervaringen aanbiedt aan de eigen synode.

De benamingen voor de onderdelen van de hoofddienst zijn in de vroeg-kerkelijke (Latijnse) bewoordingen. Dus het begint met ‘prealudium’, ‘confiteor’ en ‘introïtus’. Daarachter zijn de Nederlandse termen toegevoegd: ‘voorspel’, ‘schuldbelijdenis’, ‘intrede’. De lutheranen willen op die manier de verbinding met de traditie en de kerkmuziek uitdrukken. ‘Zo blijven mensen vertrouwd met deze benamingen’.

De liturgie reikt eenduidige keuzes aan. De geloofsbelijdenis (Latijn: het Credo) zweeft  niet langer door de liturgie, maar krijgt een vaste plaats na de schriftlezingen. Dat biedt ruimte om bij de avondmaalsdienst een vrijer lied te kiezen. De inzettingswoorden van het avondmaal – voor de theologische fijnproevers – zijn geen onderdeel van het gebed, maar worden gezien als verkondiging, als belofte dat Christus onder mensen zal zijn. Tijdens het avondmaal klinkt er muziek (in het Latijn: Musica sub communione) want de viering heeft een feestelijk karakter en daarbij zou een doodse stilte misplaatst zijn.

De toelichting zegt dat bij de ‘dimissio’ (heenzending) de tekst het meest is gewijzigd. Zoals op meer plaatsen is de ouderwetse tweede naamval ‘des Heren’ gewijzigd in een ‘van de Heer’. Het raar klinkende ‘e-eu wi-ig-lij-ijk’ dank’ waarbij de rekkingen van lettergrepen vreemde associaties geven, is veranderd in ‘God zij lof en dank’. Uiteindelijk is niet alleen de tekst, maar ook de melodie aangepast. En zoals lezers misschien herkennen ligt de gekozen melodie en de vertrouwdheid gevoelig in de gemeenten.

Liederen

De bundel ‘Alle liederen van Luther, een levend document’, waarin de liturgie is opgenomen, dankt zijn titel aan de 37 liederen van Luther, die in een Nederlandse tekst zijn opgenomen. Het betreft vertalingen van mensen als Jan Willem Schulte Nordholt (ooit woonachtig in Zwolle), Andries Govaart, Jaap Zijlstra, Jan Wit, Pieter Boendemaker en anderen. Mensen met een gereformeerde en hervormde achtergrond zullen verschillende liederen herkennen vanuit het liedboek; bijvoorbeeld ‘Nun komm der Heiden Heiland’, in de versie van Schulte Nordholt ‘Kom tot ons, de wereld wacht’ (lied 433) en het door Jan Wit vertaalde ‘Ik ben een engel van de Heer’, lied 469 in het liedboek uit 2013. Natuurlijk ontbreekt ‘Een vaste burcht’ niet in de vertaling van Ad den Besten en Jan Wit.

Maar er staan ook liederen in die ontbreken in het liedboek. Wat te denken van de vertaling van ‘Die beste Zeit im Jahr ist mein’. Ik heb wel drie keer moeten kijken naar de vertaling van Andries Govaart om zeker te zijn dat er geen spellingsfout was gemaakt: ‘Mij is het mooiste jaargetij, / dan zingen alle vogels vrij; / gekwinkeleer dat steeds weerklinkt / en aarde en heelal doordringt’. In het voorwoord op de bundel wordt het lied aangehaald. ‘Voor een passend voorwoord voor deze bundel komen we, hoe kan het ook anders, bij Luther terecht. Hij zou ongetwijfeld bereid zijn geweest een voorwoord te schrijven’. Vervolgens put men uit zijn ‘Vorrhede auf alle guten Gesangbücher’ (uit 1538), waarin dit lied wordt geciteerd.

De bundel ‘Alle liederen van Luther’ zijn in zekere zin een goedmaker. Toen het liedboek in 2013 uitkwam ontbraken er diverse Lutherliederen. Dat betreurden de lutheranen. Te meer, omdat het juist de bedoeling is dat de lutherse traditie inwerkt op het geheel van de protestantse traditie. Daarom is het belangrijk dat deze bundel met de liturgie nu is verspreid in de breedte van de kerk en daarom zou het goed zijn als gereformeerde en hervormde gemeenten er uit putten. De ondertitel ‘levend erfgoed’ verraadt de terechte ambitie. Dit betreft een uitgave, zoals de voorzitter het omschreef, 'die body heeft, wat je zonder gene breed kunt uitdelen’.

Maarten Luther

Misschien is het goed om ook nog iets te zeggen over de kerkhervormer Maarten Luther zelf. Meer dan Johannes Calvijn waaraan de gereformeerden en hervormden schatplichtig zijn is de Duitse reformator een zanger. Hij was geschoold in de muziek en zong mee in koren tijdens zijn schooltijd en studie. Hij kende de gregoriaanse psalmen, antifonen, responsies en hymnen. Logisch, gezien zijn achtergrond in het klooster.

We kennen van Johannes Calvijn, de jurist, de Institutie. Maarten Luther is bekend vanwege zijn bijbelvertaling, zijn – noem het journalistieke - vlugschriften en vanwege zijn liederen. Zijn eerste lied ontstond uit verbijstering over de dood van twee Augustijner monniken in Brussel. We schrijven het jaar 1523. Ze eindigden op de brandstapel. Luther schreef: ‘Ein neues Lied wir heben an’ (in de bundel lied 30, met een vertaling van Cornelis M. de Vries). Toendertijd werden liederen, voordat ze in een bundel verschenen, als losse flyers gedrukt en verspreid. Dit lot viel verschillende liederen van Luther ten deel. Daarmee waren zijn liederen basis voor het populariseren van het reformatorisch gedachtengoed.

Luther gebruikte de liederen als expressie van geloof, als catechese-instrument en als element om het kerkelijk jaar kracht bij te zetten. Een jaar voor de dood van Luther is er een liedboek verschenen, zo schrijft dr. Susanne Freytag in de bundel, met 128 geestelijke liederen. Luther schreef in de inleiding daarop: ‘God heeft ons hart en ons gemoed verheugd door zijn lieve Zoon, voor ons te geven tot verlossing van zonden, dood en duivel. Al wie met ernst in dit evangelie gelooft, die moet met blijdschap ervan zingen en spreken, opdat ook anderen het zullen horen en erbij komen’.

Overijssel-Flevoland

De lutherse kerk heeft verschillende gemeenten in Overijssel-Flevoland. Het dagboek 2018-2019 zet ze allemaal op rij (jawel, de lutherse synode heeft gewoon ieder jaar een geactualiseerd dagboek met niet alleen de namen en contactgegevens, maar ook een uitgewerkt dagboek en allerlei achtergronden). De gemeenten dus in Overijssel-Flevoland met daarachter soms een alleen lutherse, soms een protestantse predikant; dat zijn: Deventer (predikant ds. I. de Zwart), Enschede (predikant mw. Ds. Y. de Mol-Buizert), Flevoland (predikant ds. R. Veenstra), Kampen (predikant ds. K. van Warven), Zwolle (predikant mw. Ds. M.E. Jonker).

Foto: Maarten Luther zoals hij in een film over het leven van de reformator is weergegeven (foto internet)