Foto: Gesprek van classis met Overijsselacademie en Oversticht; v.l.n.r. Jan Dirk Wassenaar (scriba classis), Geeke Snijders (directeur Overijsselacademie) en Albert Vissinga (archeoloog Oversticht, onder meer bezig met Kerkenvisies in diverse gemeenten in Overijssel) 

Verkenning tussen classis en Overijsselacademie


Als publieke organisatie heeft de kerk te maken met het onderhouden van een netwerk. In dat kader bracht een delegatie van de classis Overijssel-Flevoland vrijdag 22 september een bezoek aan de Overijsselacademie, die met onder meer het Oversticht, sinds kort gehuisvest is in enkele van de oude pakhuizen Aan de Stadsmuur in Zwolle.

Hier hebben gewoon koloniale producten gelegen, licht Geeke Snijders, directeur de Overijsselacademie toe. De Overijsselacademie is het kennisinstituut dat verhalen van het verleden bij het grote publiek wil brengen. Daaronder hoorde recent het slavernijverleden, dat ook in Overijssel sporen heeft achtergelaten. Het leidde onder meer tot de uitgave ‘Overijssel & Slavernij’, uitgebracht door WBooks. (Voor een bespreking van Jan Dirk Wassenaar: klik hier).

De Overijsselacademie probeert het besef te ontwikkelen van het DNA van de regio. Op die manier kan het zelfbewustzijn meer grond onder de voeten krijgen, het besef van identiteit. Het jaar 2028 staat al omcirkeld in de agenda. Want dan is het precies vijfhonderd jaar geleden dat de provincie Overijssel een soort entiteit werd. Het thema vind je bijvoorbeeld terug in het collegeakkoord van gedeputeerde staten. De aanloop naar 2028 is daarbij net zo belangrijk dan de eigenlijke viering. Het overleg tussen classis en Overijsselacademie diende ook om te zien of er vanuit religieus oogpunt een verdieping kan zijn van het thema. Een ander thema op de shortlist van de Overijsselacademie is ‘de noaberschap’, wat nu te pas en te onpas op diverse plaatsen tot en met de partijprogramma’s van politieke partijen oppopt.

Overijsselacademie is bezig een nieuw ‘bidbook’ samen te stellen, waarin diverse projecten voor de toekomst worden genoemd. Gekeken wordt of dat bidbook ook in kerkelijke, religieuze kringen bekend kan worden gemaakt, zodat duidelijk is waar bijdragen in een breder kader aantrekkelijk kunnen zijn.

Een voorbeeld kwam ter vergadering aan de orde. Jan Dirk Wassenaar vertelde dat hij werkt aan een analyse van ongeveer 60 preken, die in de negentiende eeuw reageren op de watersnoodramp die plaatsvond in 1825. Grote delen van Friesland en Overijssel stonden toen onder water. Dezelfde watersnoodramp geniet ook de bijzondere belangstelling van de Overijsselacademie en past bij de actuele belangstelling van de klimaatbeheersing.

Een ander voorbeeld is de interesse voor het gebruik van het Nedersaksisch. De Overijsselacademie promoot het gebruik van de taal in een mbo-programma en theatertoer. Hetzelfde idee ligt onder het gebruik van de streektaal in kerkdiensten. Hoe mooi zou het zijn liederen die gemaakt worden in de streektaal voor kerkdiensten (klik hier) in een breder kader op te nemen van een gezamenlijke inspanning om dichters door de hele regio te laten bijdragen aan het reservoir van liederen. Of het zo ver zal komen, zal in de toekomst blijken.


Wie meer wil lezen over de veranderingen in 1528: klik hier.