Kerkelijke delegatie in gesprek met gedeputeerde Roy de Witte

Op het moment dat je bij elkaar zit aan één tafel en in gesprek raakt, merk je op hoeveel punten je een zelfde interesse hebt. Die algemene uitspraak werd bevestigd toen een delegatie van de classis Overijssel-Flevoland in gesprek kwam met Roy de Witte, één van de nieuwe gedeputeerden in het college van de provincie Overijssel.

Met 32 jaar is hij één van de jongere gedeputeerden. Hij woont in Manderveen, vlak tegen de Duitse grens aan, en verschijnt nu geregeld op het provinciehuis in Zwolle. Hij is gevormd en gekleurd door zijn ervaring als wethouder in de gemeente Tubbergen. Dat maakt hem tot iemand die gevoel heeft voor lokale politiek en de concrete betekenis van thema’s voor mensen. Van de diverse portefeuilles die hij beheert, is de sociale kwaliteit een belangrijke. In het gesprek met de classis noemde hij het sociale gezicht van de samenleving als een thema waaraan hij wil bijdragen.

Dat past bij de diaconale belangstelling van de kerkelijke gemeenten. Je kunt concreet denken aan het bestrijden van armoede en het tegengaan van dakloosheid. Op 8 november 2019 wordt er een nieuwe armoedebarometer verwacht en de uitkomst daarvan is zowel voor de kerk als de politiek interessant.

Roy de Witte heeft de leefbaarheid van het platteland in zijn portefeuille. De lijn naar de dorpskerkbeweging is snel getrokken. Jacobine Gelderloos laat in de dorpskerkbeweging zien dat de instandhouding van een kerk op een dorp aan een gemeenschap een ziel geeft. De kerk mag rekenen op groot draagvlak in zo’n gemeenschap, ook bij niet-gelovigen. Daarbij zal de kerk niet alleen de eredienst plek geven, maar ook open staan voor de meer algemene belangen lokaal. In het gesprek kwamen diverse plaatsen voorbij waarin de kerk en de burgerlijke gemeenschap elkaar naderen. De gedeputeerde vertelde over zijn bezoek de volgende dag aan Welsum; een plaats waar recent vanuit de classis nog contact is geweest. De dorpsgemeenschap met zo’n 600 inwoners is een goed voorbeeld van hoe een lokale gemeenschap met passie kerk en verenigingsleven in stand kan houden.

Toen de portefeuille ‘cultuur en erfgoed’ aan de orde kwam, bracht dr. Jan Dirk Wassenaar een casus in van middeleeuwse klokken van een kerk. Er zijn mogelijkheden om subsidie te krijgen voor een dergelijke restauratie. In Overijssel is zo’n subsidie gekoppeld aan de zogenaamde 0,6 procentsnorm. Het betekent dat een eventuele subsidie mogelijk is als de restauratie minimaal 0,6 procent bedraagt van de totale herbouwwaarde van een gebouw bij de klok. De norm betekent dat alleen grote restauraties gesubsidieerd worden. Andere provincies zijn bereid ook bij te dragen in kleinere bedragen. Wassenaar pleitte voor een verruiming van de subsidieregeling, juist ten behoeve van de kleinere kerken en klokken, direct aansluitend bij de dorpsgemeenschappen.

De delegatie vanuit de kerken werd voorgezeten door ds. Hans van Solkema, preses van de classis. Klaas van der Kamp was de derde persoon, die bij het gesprek vanuit de kerk aanwezig was.

Foto: v.l.n.r. Jan Dirk Wassenaar (scriba classis), Roy de Witte (gedeputeerde), Hans van Solkema (preses classis)