Feest in Gramsbergen

Het was feest, toen ik mijn auto parkeerde in Gramsbergen. In mijn verkenning van de classis Overijssel-Flevoland wilde ik een gemeente bezoeken in de ring Hardenberg. Ik had de avond te voren gegoogeld en gekozen voor Gramsbergen, niet ver van de Duitse grens. Zo kwam het dat ik even voor half tien over de koppige keien voorbij de Oudestraat reed en een parkeerplekje zocht in de wonderlijke combinatie van Ot en Sien enerzijds en up-to-date-city anderzijds.

Het wemelde van de vlaggen, toen ik het stadje binnenreed. Voor het dorpsfeest. De buurtcommissies hadden per straat een thema gekozen. Ze hadden er allerlei stillevens bij gemaakt. Dat kunnen ze in Gramsbergen. Wie van buitenaf de Saksische volksaard wil leren kennen, zou eens een paar van die straten moeten doorlopen. Je zal merken hoe humor, maatschappijvisie en gemoedelijkheid hier in elkaar haken.

Ik zal er een paar voorbeelden van geven. Ik parkeerde mijn auto in de Franse straat: ‘Vive la France’ legde een bordje aan het begin van de straat uit. Daarbij een Franse vlag. Een echte; niet zo maar een Nederlandse vlag een kwart slag gedraaid. Even verderop een Frans bistrootje ‘Cave á vin’, Pas op voor de wijn. Dan op een gazonnetje bij een appartementencomplex ‘Camping du soleil’; met tentjes waaruit benen staken en zomerstoelen met poppen. Aan de andere kant van de straat waren drie theezakjes op een bord getekend en de tekst daarbij luidde: ‘Liber-tee, Egali-tee, Fraterni-tee’.

Weer een andere straat haakte aan bij de postcoderijloterij. Met gevoel voor de schaduwkant van de loterij stond geschreven op een bord: ‘Postcode loterij verdeelt (in) de stroate’. De ene kant van de straat bestond uit alleen vlaggen. De andere kant van de straat glitterde met zilver- en goudkleurige versierselen. Weer een andere straat was omgedoopt tot de ‘Spijkergoed(e) straat’ en had uitdrukkingen verbeeld in poppen met broeken. ‘Met het linkeroog in de rechter broekzak kijken’ stond er bij, terwijl een lang linkeroog haakte naar de rechterbroekzak die gevuld was met stro.

Ds. Hetty Boersma is nog maar een paar maanden in Gramsbergen, overgekomen uit Hoogeveen. Ze stond bij de deur, toen ik aankwam en gaf me een hand. Naast haar een ouderling, die door één van de gemeenteleden een hartelijk: ‘Dag Jan’, te horen kreeg, ‘alles veur mekare?’ De kerkruimte zelf was gezellig. Er stonden banken die zo waren gedrapeerd dat je elkaar goed zag. Het bevorderde het gemeenschapsbesef. Hoewel de Boomhofkerk stamt uit 1878 en rijksmonument is, werd er gewoon gebeamerd. Dat zie je niet vaak in oude kerken. Er waren drie schermen met een zachte groene ondergrond, passend bij de kleur van het kerkelijk jaar. De mensen zongen lekker mee; ook de liederen waar ik de neiging had om het notenbalkje in mijn papieren bundel te gebruiken. Net als in Almere-Buiten zette de voorganger zingend het kyrie in en reageerde de gemeente. Ik vond het knap, te meer omdat het ‘Heer ontferm u’ van Lied 299B om beheersing van hoge tonen gaat.

De predikante volgde niet het oecumenisch leesrooster, maar koos een uitwerking van een bede van het Onze Vader, passend bij een serie die ze in haar gemeente hield. ‘Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven onze schuldenaren’. Ze vertelde van een gesprek met een buitenkerkelijke, die tegen haar zei: ‘Ik ga niet meer naar de kerk, want ik ken de strekking al. God vergeeft onze zonden. Dat lijkt me een eenvoudige boodschap’. De predikante vertelde dat die boodschap helemaal niet zo simpel is. Vergeving ligt moeilijk. Dat is een mens van nature niet eigen. Wie het lukt, begeeft zich op het terrein van God zelf. Hoe lastig het ligt, realiseer je je als je kijkt naar mensen die het helemaal verbruid hebben; de moordenaar van Nicky Verstappen, van Marianne Vaatstra. Die wandaad poets je niet zo even weg.

Op de verkondiging volgde een moment van stilte, waarna het orgel voorzichtig de weldadigheid van het zwijgen verbrak. Lied 993 volgde. ‘Kerk en wereld samen, / vasteland en zee, / worden ja en amen, / ja uit ja en nee’. Vooral dat laatste ‘ja uit ja en nee’ riep direct weer de schriftlezingen naar voren; Jona die moest leren dat hijzelf in overtreding was, maar van de vergeving mocht leven. En Petrus, die Jezus vroeg hoe vaak je een ander moet vergeven. Niet slechts zevenmaal, maar zeventigmaal zeven.

Net als haar collega in Almere-Buiten ds. Rianne Veenstra (die trouwens ook de solo-zang direct toepaste in de liturgie) beheerst de dominee uit Gramsbergen de stijlfiguur van de cliffhanger. Ze vertelde een verhaal voor oud en jong over een straatbarbecue en een jongen die er niet heen wilde, omdat hij recent een arm had gebroken en niemand van de feestgangers bij hem thuis was geweest. Anderen praatten op hem in, om toch te gaan…… en daar hield ds. Boersma op. Immers hoe het afliep was afhankelijk van de mensen in de kerk, die zelf de plot moesten maken in hun eigen leven door zich in het verhaal te spiegelen.

Aan het einde van de dienst was er koffie. Dat gaf een extra gevoel van saamhorigheid. Ik ontdekte dat ik één van vier predikanten was onder het gehoor van ds. Boersma. Er was een oud-synodelid, gepensioneerd. En een emeritus uit Ede als vakantieganger in de kerk. En ds. Cees Schipper, ook emeritus en sinds jaar en dag residerend in de Vechtevesting.

Toen ik zelf Gramsbergen uitreed, kon ik het niet nalaten om nog even langs Ane te rijden. Wat het Rode Klif is voor de Friezen is Ane voor de Saksen. Hier versloegen de Drentse boeren en arbeiders de bisschoppelijke legers. De zogenaamde slag bij de Ane van 28 juli 1227 staat nog steeds bekend als ‘de Drentse Guldensporenslag’. Een bord bij de keien zegt dan ook trots: ‘Voor de noordelijke provincies werd hier voor de eerste keer een slag om de vrijheid geleverd’. Het is de inspanning van de oude generaliteitslanden om niet als wingewest voor Holland en Utrecht te worden misbruikt; een inspanning – om niet te zeggen ‘strijd’ - die voor de Oost-Groningers tot op de dag van vandaag wordt gevoerd.

Wat ik niet wist, is dat er een dominee bij het tot stand komen van het monument betrokken was: ds. Harm van Lunzen. Zijn naam stond op één van de grote zwerfkeien. Thuis googelde ik zijn naam. Het bleek een vrijzinnig predikant te zijn (1897-1969), die zich inspande voor maatschappelijk werk, die al in de jaren dertig polemiseerde tegen het oprukkende fascisme en die veel moeite had met de kerkorde van de hervormden uit 1951. Hij verongelukte op 30 oktober 1969. Hij heeft niet meer meegemaakt dat de detaillistische hervormde kerkorde in 2004 vervangen werd door een bondiger editie, die mede onder gereformeerde invloed meer ruimte laat aan plaatselijke gemeenten.

Foto's:
Boven - Eén van de panorama's in Gramsbergen op straat 
Beneden: Het slotlied zongen we staande